🙍🏾♂️Hoofdstuk 23 - Liefde & Littekens
Thema: Hold me while you wait - Lewis Capaldi
***
Onbekend - 19:32
Dante,
Morgenochtend gaan we weg. Als ons plan werkt ben ik om 8 uur in de lobby. Nog even volhouden, mia piccola arancia.
x Quinn
***
''WIL JE ECHT geen ijsje?''
Ik verwijder het bericht nadat ik het gelezen heb en stop mijn telefoon weg in mijn broekzak.
''Nee,'' zeg ik. Het onaangetaste pizzabrood wat ik vasthoud ziet er overheerlijk uit, maar ik mag het niet eten. ''Ik ben niet zo lekker.''
Het is een vlugge leugen, allemaal uitgedacht tijdens mijn afdaling in de Sint-Pietersbasiliek.
''Je hebt hooguit één hap genomen. Weet je zeker dat het gaat? Vanmiddag wilde je ook al geen pasta,'' zegt Abel.
''Ik krijg het gewoon niet weg.''
Ik werp het pizzabrood de dichtstbijzijnde prullenbak in wanneer ik de kans krijg.
''Gast!'' roept Sander. ''Dat is heilig voedsel!''
Abel kijkt me aan. Iets in zijn houding verraadt zijn bezorgde karakter.
''Neem die van mij dan ook gewoon,'' klaagt Dook. Hij scheurt een stuk van zijn brood af en geeft het aan Sander. ''Hier, bulldozer.''
Sander neemt het eten van hem aan en trekt vervolgens aan de rode bandana die Dook rond zijn hoofd gebonden heeft. Meerdere blonde krullen pieken onder de band vandaan.
''Hé!'' klaagt Dook. ''Waar heb ik dat aan verdiend?''
Sander lacht.
''Ik -'' begint hij, waarna hij als een wildeman een hap van het pizzabrood neemt. ''Ben geen bulldozer.''
Dook trekt de bandana - die hij minuten geleden van Sander kreeg, omdat de kleur zo goed bij zijn nagellak paste - recht en geeft Sander een duw in zijn rug. De twee struinen voor ons uit, achter de rest van de groep aan, gierend van de pret.
''Echt net een getrouwd stel,'' grapt Abel. Hij schopt verveeld een steentje voor zich uit. ''Man, ik ben blij dat we vandaag eerder teruggaan dan normaal. Mijn poten zijn echt dood.''
Hij steekt zijn armen de lucht in en rekt zich uit. Ik kan zijn ruggengraat horen kraken.
''Wacht maar tot morgen.'' Youssef slaat zijn arm om hem heen en grijnst. ''Dan zijn we van acht tot twaalf aan het lopen.''
''Herinner me er niet aan,'' klaagt Abel. ''Laatste dag mijn hol. Niemand heeft er zin in.''
We stoppen voor een rood stoplicht. De kleur hypnotiseert me. Na een lange dag als deze zijn we allemaal toe aan ons bed. Zelfs Abel, die gemakkelijk een hele avond achter elkaar door kan feesten, lijkt zijn altijd aanwezige energie te missen.
''Sander wel hoor. Die heeft het al de hele week over dat restaurant,'' lacht Youssef. ''Een of andere gast van Masterchef kookt daar.''
"Dan nog, het is vet onnodig om heel de avond weg te blijven," zegt Abel. "Jonker had het er gisteren nog over met mijn pa. Die tent zit hier om de hoek!''
Zijn ergernis interesseert me. Had Quinn mij niet iets heel anders verteld?
''Echt?'' mompel ik beduusd. ''Ik dacht dat Blom iets geregeld had bij een strand?''
Het stoplicht springt op groen. Youssef fronst alsof wat ik zojuist gezegd heb te bizar voor woorden is. Het licht accentueert zijn verwarde expressie.
''Wat? Hoe kom je daar nu bij? Het dichtstbijzijnde strand is echt kilometers hier vandaan.''
Abel gaapt.
''Als ik dat moet lopen dien ik een klacht in bij de conrector.''
Ik probeer het bericht van gisteren voor ogen te halen, maar het is onbegonnen werk. Ik zal het toen wel verkeerd begrepen hebben.
''Ik luister ook altijd met mijn neus,'' zeg ik. Ik zucht. ''Het ging vast over wat anders.''
''Van wie hoorde je dat dan?'' Abel's nieuwsgierigheid is meer dan oprecht. ''Nora zeker? Die loopt er vandaag echt bij als een zombie.''
Shit. Ik kan hem moeilijk zeggen dat ik Quinn's telefoonbericht gelezen heb gisteren.
''Een zombie met oren, Abel.'' Nora haalt ons in op het zebrapad.
Abel is op heterdaad betrapt. Hij schrikt van haar plotselinge aanwezigheid.
''Oren en een leuke persoonlijkheid, in tegenstelling tot achterbakse klootzakken zoals jij,'' voegt een stem achter ons daar extra aan toe. ''Misschien is het een plan om aan je ego te werken, in plaats van andere mensen te beledigen zonder dat ze op je kunnen reageren.''
De stem is afkomstig van niemand minder dan Jessie, die ons nu ook passeert. In het proces laat ze haar lange blonde haarlokken expres langs Abel's gezicht wapperen.
''Sorry, dat is niet wat ik bedoelde dames. Echt niet, ik -''
''Ik denk dat je beter niets kan zeggen, Aab,'' onderbreekt Youssef.
Hij kan zijn lach amper inhouden. Nora draait zich om en geeft Abel een speelse duw op zijn borst.
''We plagen je maar," zegt ze grijnzend. ''Je hebt ook gewoon gelijk, al dacht ik dat dit zombie-uiterlijk me wel stond.''
Ik ben ontzettend blij wanneer ik haar kan horen grinniken. De glimlach die ze laat zien staat haar veel mooier dan haar tranen van vanmorgen. Ze heeft vanmiddag duidelijk met Jessie gepraat.
''Zombie is ook gewoon een compliment,'' zegt Abel. ''Persoonlijkheid boven uiterlijk, toch?''
Jessie steekt haar middelvinger naar hem op.
''In dat geval, wow,'' lacht ze. ''Ik wist niet dat je zelf ook een zombie was.''
Abel rolt met zijn ogen en kijkt van haar weg.
''Nee, hij is duidelijk een Smeagle,'' geint Nora. ''Een dom jongetje, gedreven door niets minder dan wat hij wil.''
Abel haalt zijn hand langs zijn hart.
''Ach, wat schattig,'' zegt hij. ''Jullie denken echt dat jullie mening me wat boeit.''
Dat levert hem een klap op zijn achterhoofd op van Youssef.
''Je hoeft niet aan een boom te hangen om een eikel te zijn, Abel,'' zegt hij. ''Pas op.''
De meiden lachen hard om zijn grap en lopen met ons mee tot het volgende kruispunt. Daarna sluiten ze zich aan bij Dook en Sander, die - geen idee hoe - een zak drop tevoorschijn getoverd hebben. Abel en Youssef ruziën nog even door, waardoor ik mezelf in de achtergrond kan blenden.
Ik ben jaloers op hun zorgeloze karakters en hun argeloze instelling. Voor hen betekent het einde van deze reis vrij weinig. Een seconde in een leven wat nog jaren zal duren. Voor mij is dit mijn enige kans om te vinden waar ik naar zoek.
Antwoorden op al mijn vragen en rust in mijn hoofd.
Wanneer ik naar boven kijk en de sterren bewonder vraag ik me af of hij ze ook kan zien, al die lichtpuntjes in een massa van zwart. Al die goede momenten in een draaikolk vol teleurstelling en eenzaamheid.
Zou hij zich ook zo incompleet voelen, zonder mij, of leeft hij door alsof hij nooit een zoon op deze wereld gezet heeft?
De naderende avond neemt al mijn twijfels weg.
Ik ga hem vinden, denk ik. Morgen kent mijn hemel voor het eerst in mijn leven meer sterren dan duisternis.
***
De nacht is lang, heet en onverdraagzaam. Abel sliep meteen toen zijn rug zijn matras raakte, maar Youssef draait en verligt om de zoveel minuten onder zijn dekbed. Het gekraak van de dekens lijkt wel een patroon te kennen. Ik erger me dood.
Mijn telefoonscherm leest half drie wanneer ik deze controleer op nieuwe berichtjes van Quinn, maar ik vind er geen. Onrustig stop ik het apparaat weg onder mijn kussen en ga ik in mijn hoofd voor de duizendste keer het plan voor morgen na - raar, want zo ingewikkeld is het niet.
Stap 1. Ik ben ziek
Stap 2. Quinn blijft achter om op me te letten
Stap 3. We reizen naar Ostia
Het klinkt als een waterdicht plan, maar ergens ben ik bang dat het lastiger gaat worden dan ik denk. Quinn zei eerder deze week al dat ik meer in het nu moet leven, alleen is dat makkelijker gezegd dan gedaan.
Mijn maag rommelt van de honger die ik heb, wat mijn onrustige staat van zijn verergert. Migraine knaagt aan de randen van mijn voorhoofd. Verdorie, hier heb ik geen tijd voor.
Ik schop mijn dekens van mijn lichaam af, helemaal klaar met mezelf en mijn spastische zenuwinzinkingen. Ik vervloek het feit dat ik niet met Sander op een kamer lig en dat is bijzonder. Heel bijzonder. Als ik nu niets eet val ik flauw.
Op bloten voeten struin ik richting de badkamer. Ik schreeuw het haast uit wanneer ik met mijn weinige zicht onhandig mijn tenen stoot tegen Youssef's nachtkastje.
''Potverjandorie,'' vloek ik binnensmonds.
Ik hinkel een paar meter vooruit en open de badkamerdeur. Eenmaal binnen zet ik meteen het licht aan, wat mijn migraine duizenden malen erger lijkt te maken. Eerst een pijnstiller.
Zo geruisloos mogelijk rits ik mijn toilettas open om er een doosje Paracetamol uit te halen. In het binnenvak kan ik de strip met pillen niet vinden, waardoor ik de zijvakken besluit te doorzoeken. Mijn vingers trekken er van alles uit - een extra tandenborstel (werk van mijn moeder), een rolletje pepermunt (werk van mijn moeder), flosdraad, tandenstokers, een pincet en een tamelijk onbekend object.
Ik bestudeer de tekst op de vierkante verpakking en spring van shock bijna door het plafond heen.
Durex. Love sex. Extra safe.
Een condoom. Mijn moeder heeft een godvergeten condoom in mijn toilettas gestopt. Holy Jezus op een eenwieler die jongleert met sinaasappels.
''Waar ben je mee bezig?'' Youssef's donkere profiel bezorgt me in minder dan een minuut een tweede hartverzakking. ''Wat is - oh.''
Hij ziet er slaperig uit; verwilderd en vermoeid, maar zijn ogen worden drie keer zo groot wanneer hij het object in mijn handen herkent. Uit onnozelheid laat ik het uit mijn vingers glippen, waarna het pakketje met een zachte *plof* de vloer raakt.
''Dit is niet wat het lijkt,'' is het eerste wat ik fluister. Ik weet hoe raar dit waarschijnlijk overkomt. ''Ik was aan het zoeken naar mijn paracetamol, want dat zit altijd in het zijvak van mijn toilettas, maar ik -''
''Jezus, kalmeer. Het is zowat drie uur 's nachts,'' onderbreekt Youssef mijn stroom aan ontkenning. Hij komt wat dichterbij en bukt naar de grond toe om het condoom op te rapen. ''Hier. Je - condoom.''
Mijn vingers knijpen het object vast tussen mijn vingers alsof het een duizend jaar oude beschimmelde boterham is. Ik ben daar zo nog niet klaar voor.
Youssef fronst. Rimpeltjes verschijnen op zijn neusbrug.
''Ik zweer dat ik hier niet naar zocht. Dit is een grap van mijn ma.'' Ik schuif het ding weer terug in mijn toilettas, volledig verafschuwd. ''Heb ik je wakker gemaakt?''
Ik voel me aardig schuldig als ik hem uit zijn slaap gehaald heb.
''Nee,'' mompelt hij. Hij gaat er verder niet op in. Hij passeert me om bij de wasbak te komen en rommelt wat in zijn eigen toilettas. ''Hier.''
Ik kan er niets aan doen, maar mijn blik staat wederom gericht op zijn tattoo en het langwerpige litteken dat langs zijn ruggengraat naar beneden loopt.
''Ibuprofen?'' Ik neem de strip met roze pillen van hem aan en klik er eentje uit om in mijn mond te stoppen. ''Thanks.''
Youssef vult een plastic beker met water, zodat ik de pil door kan slikken.
''Hoe voel je je?'' vraagt hij.
Ik ben blij dat hij geen probleem maakt van mijn gênante condoom-momentje van net.
''Misselijk en hoofdpijn.'' Het is een halve leugen. ''Alsof ik moet overgeven.''
Youssef neemt het lege glas van me aan en spoelt het schoon onder de kraan.
"Ik hoop dat het weggaat." Wanneer hij klaar is zet hij zijn handen vast in de rand van de wasbak. "Morgen wordt een lange dag."
Hij bestudeert zijn eigen spiegelbeeld en zucht.
''Yous?'' vraag ik. Een naar gevoel borrelt omhoog in mijn onderbuik. ''Youssef?''
''Je kijkt ernaar, niet?''
Mijn pupillen focussen opnieuw op de lijnen van zijn ruggengraat en het littekenweefsel van zijn huid. Ik zwijg, omdat ik weet dat het geen zin heeft om nee te zeggen.
''Sorry.''
Hij laat zijn hand rusten op zijn onderrug en draait zich om. Zijn ogen maken contact met die van mij.
''Het valt op. Ik weet het.'' Hij kijkt van me weg. "Dhatt tere."
Ik heb geen idee wat het betekent, maar het klinkt niet goed. Youssef scheldt niet vaak in Hindi. Deze week lijkt het erger dan normaal.
"Waarom praten we er eigenlijk niet over?" Ik ben voorzichtig met mijn woordkeuze, bang dat ik anders te veel por in zijn privacy. "Heb je er geen behoefte aan?"
"Waar denk je dat ik al mijn wijsheid vandaan heb gehaald de afgelopen paar jaren?" vraagt hij plots. "Praten doe ik genoeg, alleen niet met jullie."
Hij slaat zijn armen over elkaar heen. Niet uit ongemak, dat zeker niet, maar uit zelfmedelijden.
"Soms heb ik nare dromen," geeft hij toe. Daarom leek hij zo onrustig in zijn slaap. "Normaal praat ik erover met mijn moeder, maar nu ik weg ben van thuis weet ik niet zo goed wat ik moet."
Hij zucht, duidelijk ontstemd.
"Dromen die met je litteken te maken hebben?" De vraag struikelt zo mijn mond uit. "Of -"
"Ja. Dat soort dromen." Youssef krabt wat aan zijn bovenarm. Een rode plek markeert zijn schone donkere huid. "Ik heb lopen denken, deze week, weet je."
"Over wat?" vraag ik. Youssef haalt zijn schouders op.
"Over ons, Dante. Wij. De jongens. Abel, Sander, Dook -" Hij stopt en kijkt me aan. "Ik denk dat het verstandig is als we eens een serieus gesprek hebben."
Ik gebruik het korte moment van stilte om mijn hand op zijn schouder te leggen. Vanaf deze afstand kan ik merken dat de spieren in zijn armen zich steeds strakker aanspannen.
"Waarom?" vraag ik. "Ik dacht dat we met elkaar afgesproken hadden dat we het niet meer over die dingen zouden hebben."
"Ik denk dat die afspraak onze vriendschap tegenwerkt." Youssef's pupillen kijken van me weg. Ik zie hem niet vaak uit zijn zorgeloze rol stappen. "Kom op, Dant. Ik heb het nodig. Jij hebt het nodig. Kijk dan naar Abel. Hij heeft het nooit over thuis!''
Hij zet me aan het denken en hij heeft gelijk. Mijn hand verlaat zijn schouder.
''Waar komt dit opeens vandaan?'' vraag ik. ''Serieus, Yous, is zie je nooit zo gespannen.''
Mijn hoofdpijn in combinatie met dit lastige onderwerp overprikkelen mijn hersenen.
''Ik maak me zorgen over de toekomst,'' antwoordt hij. ''Jij en Quinn - ik weet niet of Abel de waarheid aankan als hij erachter komt. Wat als -''
Youssef maakt zijn zin niet af. Hij wil geen leugens binnen onze vriendenkring en op dit moment zijn het er zoveel dat hij de tel niet meer bij kan houden.
''Leugens trekken aan mijn schouders, Dant. Ik weet niet hoe lang ik dit nog trek.'' Zijn samengeknepen vuisten benadrukken de ernst van zijn situatie. ''Ik lig zowat elke nacht wakker. Ik maak me constant zorgen, over jullie én mezelf -''
In alle dagen die we hier nu zijn is het me niet één keer opgevallen dat Youssef niet lekker in zijn vel zit. Ik ben zo ontzettend onoplettend geweest, omdat ik constant met mijn eigen problemen bezig was, dat ik niets doorgehad heb.
''God, Yous, het spijt me zo!'' Ik twijfel niet langer en trek hem in een knuffel. ''Ik ben zo egoïstisch geweest.''
Youssef drukt zijn vingers vast in mijn shirt. Mijn handen wrijven langs zijn rug. De huid is zo heet. Ik voel me verschrikkelijk.
''Je bent verliefd.'' Hij fluistert de woorden in het kuiltje van mijn nek. ''Het is logisch dat je dan minder op ons let. Je bent-''
''Nee. Dit is echt niet goed te praten,'' onderbreek ik hem. ''Ik had moeten zien dat je ergens mee zat.''
Hij lacht. Zijn haar kietelt tegen mijn wang. Het is een persoonlijk contact.
''Liefde verblindt,'' zegt hij stellig. ''Ik houd van jullie allemaal. Stuk voor stuk. Je kan niet alles zien als je focus op zoveel mensen tegelijk ligt. Het is menselijk.''
Ik stevig mijn greep op zijn lichaam.
''Je bent echt veel te wijs voor iemand van zeventien.''
Hij laat mijn shirt los en grinnikt.
''Misschien kijk ik te veel naar Dr. Phil,'' grapt hij.
''Daar hoef je geen misschien voor te zetten. Dat is gewoon waar.''
Ik trek mezelf terug uit onze knuffel en lach met hem mee. Hij oogt direct een stuk rustiger dan toen hij de badkamer in liep: nog steeds erg moe, maar de gespannen lijnen op zijn voorhoofd zijn verdwenen. Gelukkig maar.
''Geef de hoop niet op.''
Youssef loopt terug richting de slaapkamer. Bij de deur blijft hij even staan.
''Hoop waarop?'' vraag ik. Wat zou dat kunnen betekenen?
Youssef werkt me een knipoog toe. Twee ronde blosjes kleuren zijn wangen rood van schaamte. Zijn hand streelt langs de lijnen van zijn litteken.
''Dat betekent de tekst op mijn rug.''
Het is alles wat ik nodig heb om me beter te voelen; om voor even mezelf te vergeten en mijn volledige aandacht aan mijn vriend toe te kennen.
''Je gaat me zeker niet uitleggen waarom?'' merk ik op.
Youssef gaapt en verdwijnt. Zijn stem galmt nog na.
''Later.''
***
De dagen lopen ten eind. Gaat Dante zijn vader vinden? Werkt zijn plan? Spannend!
Vraag: Quinn heeft duidelijk gelogen over het berichtje van zijn vader. Waarom zou hij dat doen?
Vraag: Youssef kent duidelijk een donkere geschiedenis. Zijn vrienden gaan boven alles. Wat vinden jullie van zijn twist aan de uitspraak 'liefde verblindt'?
x Claire
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top