💪🏻Hoofdstuk 1 - Sukkels die denken dat ze macho zijn

Thema: On my way - Phil Collins

***

''WEET JE ZEKER dat je er klaar voor bent lieverd?''

Ik kan de zorgen zo van haar gezicht aflezen wanneer ze dat vraagt. Haar wangen zijn nog steeds wat rood en verhit van onze sprint hiernaartoe.

''Ja mam. We zijn gewoon op tijd,'' zeg ik. ''Ik heb mijn koffer en mijn rugzak, die je trouwens zelf nog minstens vijf keer hebt nagecheckt vanmorgen, en -''

''Ach, dat bedoel ik niet lief,'' onderbreekt ze me.

Haar handen frummelen nerveus wat aan de gerafelde randjes van haar zomersjaal.

''Ik bedoel of je het gaat redden in een ander land, zonder mij en Vesuvius?''

Het vliegveld is zo druk dat ik haar amper kan verstaan door het geluid van rollende trolleys en ruziënde familieleden heen. Het is meer de moederlijke 'ik-wil-niet-dat-je-gaat' blik in haar ogen die me vertelt wat er aan de hand is.

''Maak je geen zorgen, oké? Het zijn maar een paar dagen. Geen jaren,'' probeer ik haar gerust te stellen. ''Daarnaast ga ik de Vesuvius in levende lijven zien, dus ik zal aan Ves denken wanneer ik er ben.''

Ze lacht om mijn grap over onze kat Ves - een pluizige versie van de duivel zelf genoemd naar de vulkaan Vesuvius - waarna haar mondhoeken zich oprekken in twee halve maantjes. Het breekt mijn hart om haar zo te zien.

''Ik weet het,'' mompelt ze. ''Ik vind het gewoon moeilijk om je te missen.''

Haar rechterhand vindt mijn wang en daarna mijn haar, waar ze mijn krulletjes in model probeert te krijgen - onbegonnen werk. Mijn kapsel is altijd al haar favoriet geweest, omdat het net zo oranje van kleur is als haar lievelingsfruit: sinaasappels.

''Mam -''

Ik druk mijn handen vast in de hengsels van mijn rugzak en bijt op mijn onderlip. Ze heeft het altijd al lastig gevonden om afscheid van me te nemen, in welke situatie dan ook. Ze ging vroeger vaak mee op onze schoolreisjes, om dit soort situaties te voorkomen, maar nu is dat geen optie meer.

''Krijg ik nog een knuffel voordat je gaat, sproet?'' vraagt ze.

Het koosnaampje roept een prettige emotie bij me op die ik niet echt makkelijk kan plaatsen. Ze heeft me lang niet zo genoemd.

''Natuurlijk,'' zeg ik. ''Kom hier.''

Ik twijfel geen seconde aan mijn actie en sla meteen mijn armen om haar slanke lichaam heen terwijl ik mijn gezicht in de kraag van haar jas nestel. Haar handen vinden al vlug mijn onderrug.

''Ik ga je missen,'' mompel ik in haar sjaal.

Haar vingers zetten zich vast in mijn trui wanneer ik dat zeg.

''Nee,'' fluistert ze. ''Je gaat de tijd van je leven hebben, afgesproken?''

Ik neem nog één keer haar bekende vertrouwde geur in me op, die van lelies en gewoon thuis, waarna ik mijn greep rond haar middel los.

''Ik zal het proberen,'' zeg ik. ''Al kan ik niets beloven.''

Haar handen glijden van mijn middel af, waarna ze me volledig loslaat en nog even vluchtig bekijkt. Achteraf gezien ben ik blij dat ze naar Schiphol wilde brengen. Het is hier altijd zo'n doolhof.

''Je bent niets vergeten hè? Dat weet je zeker?'' vraagt ze ter controle. ''Je paspoort, je ID-kaart, je pepermuntjes? Je weet maar nooit wie je tegenkomt op zo'n reis als deze, als je begrijpt wat ik bedoel. Heb je je -''

''Mam! Nee, daar gaan we het dus echt niet over hebben!'' klaag ik.

''Je bent zeventien schat. Ik weet wat die leeftijd met zich meebrengt. Hormonen en gevoelens kunnen erg verwarrend zijn dus als je ooit vragen hebt over hoe je -''

Nooit van mijn leven.

''Niet nu - um, niet ooit, nee, ik bedoel nooit!'' onderbreek ik haar.

Ze grijnst.

''Nooit gevoelens? Of nooit dat andere?''

''Dat is de grens. Nu ga je te ver, ik ga,'' zeg ik. ''Hier gaan we het niet over hebben.''

Ik kan mijn wangen voelen gloeien bij het idee alleen al. Ik ben zo'n ontzettende onervaren kneus als het gaat om relaties en intimiteit. Het vervelendst is dat ik niet eens weet wat ik eraan mis, want ik ben nog nooit echt verliefd geweest, laat staan seks gehad.

Seks ziet er in mijn hersenen meer uit als een vierkant vlak vol vraagtekens en wat dingen die ik over de jaren heen meegekregen heb van mijn ma:

?????doe?????

?????het?????

????veilig????

''Je bent een knappe vent aan het worden Dante Scordato, dat mag je niet ontkennen,'' zegt mijn moeder.

''Een knappe single vent ja,'' zeg ik. ''Met een single leven in deze wereld vol singles als vrijgezel zonder -''

Dat is waar ik stop met praten. Vriend? Vriendin?

''De meisjes weten gewoon niet wat ze met je aanmoeten." Mijn ma gijnst. ''Knapperd van me.''

Ik ben blij dat ze niet ingaat op mijn abrupte stilte van zojuist, maar tegelijkertijd voel ik me ontzettend belast. Wil ik dit gesprek nu met haar voeren?

Ik houd me stil. Ik weet het niet.

Meerdere wat-als-vragen teisteren mijn gedachten. Wat als ik het vertel? Wat als ik het nog niet zeker weet? Wat als er écht iets misgaat en ik haar nooit meer zie?

''Waar denk je aan?'' vraagt ze. ''Is er iets mis?''

Haar stemgeluid is zacht en begripvol. Een teken dat haar moederlijke instinct waakzaam is.

''Ik wild-d-e gewoon -'' stotter ik. ''Over die m-meisjes -''

''Yo! Dante! We staan hier man!''

Mijn ongemakkelijke bekentenis wordt onderbroken door de bekende stem van niemand minder dan Abel, die een paar meter verderop heftig met zijn handen heen en weer aan het zwaaien is. Hij lijkt wel een windmolen op die manier.

''Ik moet gaan,'' zeg ik.

De brok in mijn keel zorgt ervoor dat ik niet meer dan dat uit mijn keel krijg. Ik vertel het haar ooit nog wel.

Mijn moeder plaatst haar rechterhand op mijn schouderblad, leunt naar me toe en kust me een laatste keer op mijn wang.

''Bel me als je me nodig hebt hè? Ik wil geen herhaling van het schoolfeest van vorig jaar,'' zegt ze. ''Niet twijfelen, maar gewoon doen.''

Ik rol met mijn ogen, terwijl ik de weinige herinneringen van het feest van me af probeer te duwen.

''Ja, ik weet het. Zoiets gebeurt me geen tweede keer,'' zeg ik. ''Ik zal voorzichtig zijn.''

''Goed dan,'' antwoordt ze. ''Stuur me maar wat leuke foto's, of appjes, of je kan bellen. In ieder geval een teken van leven zodat ik geen hartaanval krijg, ja lief?''

Ik lach om haar humor.

''Ja mam.''

Ze laat me los en zoekt om zich heen naar - wat zal het zijn - andere ouders? Docenten?

''Hey vliegmaatje! Ben je nou eindelijk klaar?''

Abel heeft ons in de tussentijd al gevonden. Natuurlijk. Hij werpt mijn moeder een charmante blik toe en haalt zijn petje van The North Face van zijn hoofd af om haar te groeten.

''Neemt u mij niet kwalijk, prachtige mevrouw Scordato, maar ik ben hier naartoe gestuurd om Dante met me mee te trekken naar de incheckrij,'' zegt hij. Een glimlach van hier tot Tokyo bespeelt zijn lippen. ''Blom vraagt of je je aan komt melden gast. Iedereen is klaar om te vertrekken.''

''Gaan jullie maar! Ik wil mevrouw Blom niet langer laten wachten,'' dringt mijn moeder aan. ''En draag die pet toch andersom Abel! Straks verbrand je je gezicht nog.''

Ik draai mijn vingers rond het handvat van mijn koffer, klaar om te vertrekken, en grijns Abels kant uit wanneer mijn moeder hem aanspreekt op de manier waarop hij zijn pet draagt.

''Ik heb genoeg zonnebrand bij me hoor,'' vertelt hij. ''Mijn ma heeft volgens mij een fles per dag ingepakt, dus dat komt wel goed.''

''Als je ze maar niet in je handbagage stopt,'' merkt mijn moeder op. ''En nu gaan jullie twee! Ik red me wel. Hup! Opschieten!''

Abel plaatst zijn petje weer terug op zijn haar, de kap naar achteren gericht, en leidt vervolgens de weg naar de rest van de groep.

''Deze kant op. Volgt u mij maar,'' bazuint hij.

Ik kijk een laatste keer achterom om te controleren of mijn moeder echt niets meer op te merken heeft - een vergeten item, een laatste knuffel of een paar woorden van zorgen - maar ze zegt niets. Alles wat ze laat zien is een gebroken lach, al weet ik dat ze vanbinnen precies voelt wat ik nu voel. Verdriet, nog zwaarder dan mijn koffer.

''Hete koffie! Hete thee! Hete vent! Aan de kant mensen,'' joelt Abel luid.

Ik manoeuvreer mijn koffer langs een aantal bijzonder chagrijnige mensen heen die me alleen maar giftig aan kunnen kijken, waarna ik eindelijk mijn weg naar mijn vriendengroep toe vind.

''Dante! Je hebt het gewoon gevonden met je verschrikkelijke richtingsgevoel, ik ben trots op je!''

Ik word gelijk begroet door Sander, die in zijn korte bebloemde broek nog snel even een Bueno staat weg te eten. Natuurlijk.

''Sander!'' doe ik hem overdreven enthousiast na. ''Nu al aan de chocola?''

Sander positioneert zijn koffer op zo'n manier dat hij het enige looppad naast de enorme groep mensen blokkeert en haalt onrustig een hand door zijn blonde krullen heen.

''Blom heeft zijn aansteker in beslag genomen,'' zegt Abel. ''En de wifi hier wil zijn Instagram feeds niet laden.''

Hij slaat zijn arm over mijn schouder heen en fluistert.

''Hij is een beetje gespannen.''

Sander houdt zijn middelvinger op naar Abel en steekt tegelijkertijd zijn tong naar hem uit.

''Voor de laatste keer, Abel Smeets, ik heb oren!''

Hij duikt scheldend zijn telefoonscherm weer in.

''Waar zijn Dook en Youssef?'' merk ik op. ''Zijn Jut en Jul weer kwijt?''

''Die lopen vooraan,'' zegt Abel. ''Samen met meneer Vink en mevrouw Jonker.''

''Wat? Waarom?'' vraag ik.

Abel wijst naar de ingang van onze incheckrij.

''Ze stonden te flirten met de stewardess van Transavia. Die blonde daar. Nou ja, Youssef stond met haar te flirten. Dook stond met de steward naast haar te praten.''

Als ik verderop de rij in gluur kan ik ze inderdaad zien staan. Een kleine blonde Dook met daarnaast een enorme Youssef. Zijn hoofd steekt altijd boven de meute uit.

''Vink stuurde ze alvast door naar voren,'' voegt Sander toe. ''Zodat ze hun koffer in konden checken. Kan je snel een foto van me maken?''

Ik lach om de onnozelheid van mijn twee andere vrienden, terwijl Abel Sander's IPhone X van hem overneemt en een paar foto's van hem begint te schieten.

''Als je maar geen duckface maakt. Dat is veel te 2012,'' klaagt hij. ''Hier, zo is het wel genoeg.''

Sander's humeur slaat in één slag om wanneer Abel hem zijn telefoon weer teruggeeft.

''Die zet ik er wel op als we in het hotel zijn.''

''Sukkel,'' mompel ik.

''Zeg dat wel,'' lacht Abel. ''Een sukkel die denkt dat hij macho is.''

''En 300.000 volgers heeft,'' verdedigt Sander zichzelf.

''Touché."

Dat zijn er al meer dan vorige week, besef ik me.

''Heb je je vader al gesproken?'' vraag ik aan Abel, die meteen een vies gezicht trekt wanneer ik het over meneer Smeets heb.

Sinds de dag dat hij erachter kwam dat zijn vader ingedeeld was als begeleider van de Romereis kijkt hij er al tegenop. Hij is een geschiedenisdocent, dus het lag er dik bovenop.

''Begin er maar niet over,'' moppert hij. ''Het was een slachtveld vanmorgen om vier uur. Ik hoor mijn pa nog steeds schreeuwen dat hij te weinig onderbroeken bij zich heeft.''

''No worries,'' zegt Sander, die door zijn foto's heen scrollt om alvast een goede uit te kiezen voor op zijn Instagram. ''Je komt gewoon bij mij en Dante op de kamer. Als het aan ons ligt vermijden we je pa de volle zeven dagen. Ik koop zelfs nieuwe onderbroeken voor hem als dat hem rustig houdt.''

Abel zucht. Zijn arm verlaat mijn schouder en verplaatst zich naar het hengsel van zijn koffer. Iedereen om ons heen doet hetzelfde. Ik denk dat een van de docenten gezegd heeft dat we door moeten lopen.

''Dat lijkt me een goed plan,'' zegt hij. ''We maken er toch wel een feestje van, is het niet, jongens?''

''Tuurlijk,'' zegt Sander. ''Ik heb zo mijn geheime voorraadje bij me in mijn koffer. Dat weet je toch?''

Sander opent nog vlug een verpakking van een tweede Bueno voordat hij zijn koffer meetrekt naar de rest van de rij en zo aansluit achter Liv en Nora, die druk bezig zijn met het zoeken naar hun paspoorten. Ik begrijp echt nog steeds niet dat hij kan eten als een beer, maar het lichaam heeft van een bodybuilder.

''Niet doorvertellen trouwens,'' zegt hij. ''Ik wil niet naar huis gestuurd worden voordat we überhaupt dat land in geweest zijn.''

''Deal,'' zeg ik. ''Als ik zo maar bij het raam mag zitten.''

Sander laat een sarcastisch lachje langs zijn lippen glijden.

''Ga je gang hoor,'' zegt hij. ''Dan hoef ik in elk geval niet over iemand heen te klimmen als ik moet plassen.''

Ik grijns en open de rits van mijn rugzak zodat ik mijn eigen paspoort eruit kan halen om mijn koffer in te checken. Ik vind echter eerst wat anders. Een envelop, weggeschoven in het voorvakje van de tas vlak achter mijn boarding pass.

''Ik denk dat je daarmee niet het land uit komt maat,'' grapt Abel. ''Al vraag ik me wel af wat erin zit.''

Ik scheur de envelop open aan de zijkant van het papier en schuif de inhoud eruit. Het zijn meerdere briefjes van tien euro, met op elk briefje een post-it, waar de datum van de week op staat. Werk van mijn moeder.

''Nice!'' merkt Sander op. ''Des te meer geld, des te meer voedsel.''

Abel geeft hem een stomp op zijn schouder.

''Zijn geld, Sander. Koop je eigen eten maar.''

In autopiloot kijk ik achterom of mijn moeder er nog staat, maar ik kan haar oranjerode lokken nergens in de chaos van de vele mensen terugvinden.

''Kom je, Dant?'' vraagt Abel. ''Ik denk dat Blom doordraait omdat we zo langzaam zijn.''

Ik stop de envelop weer terug in mijn rugzak en wissel deze om met mijn paspoort en boarding pass.

''Ja, laten we gaan.''

Ik ben haar vergeten te vertellen hoe tof ze eigenlijk is.

***

Een nieuw boek en een heel nieuw idee. Een studiereis naar Rome in 5VWO. Spannend!

Vraag: Wat kunnen jullie je nog herinneren van je studiereis? Waar ging je naartoe? of moet je nog gaan?

x Claire

Froy als Sander in de media :P

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top