3
'Word wakker!' schreeuwde een stem naast mijn oor. Ik schoot overeind, iets wat ik eigenlijk beter niet had kunnen doen. Overal deed het pijn. Elke spier die ik had bewogen, riep het uit van de pijn. Ik kon het nog net inhouden door op mijn lip te bijten.
'Elizabeth,' hoorde ik een stem fluisteren, die mij vaag bekend voorkwam. Ik keek opzij, naar de kleine gestalte van mijn broertje. Of het broertje dat ik in dit leven had. Dit was niet de broer waarmee ik een tijd geleden nog een bloedband had. Dit was Michiel. De broer die Elizabeth had. Ik, Larissa, had een hele andere broer gehad. Ik had een andere moeder gehad, ook al waren beiden dood. Ik had een andere vader gehad. Niet eentje die de verkeerde dingen deed en in de schulden raakte. Ik had er een gehad die was getrouwd met een stiefmonster.
Mijn hoofd barstte van de pijn en de kamer leek zichzelf om te draaien. Ik liet mijzelf terugvallen. De muur veranderde in het plafond en het plafond werd muur. Ik sloot mijn ogen om de duizeligheid uit te sluiten.
Ik moest even nadenken over wat er was gebeurd. Over hoe ik hier terecht was gekomen. Maar toen ineens, schoot het mij weer te binnen. Het was Roofdierkoning geweest. De man die niet alleen mij in dit leven had gedood, maar mij in díe tijd terug had gestuurd om hier alles te veranderen. Om ervoor te zorgen dat Elizabeth nooit betrokken zou raken bij de drie broers. Bij de drie vampiers die haar leven ingewikkeld zouden maken, om verschillende redenen. Cayden en Sylvain hadden om dezelfde reden gestreden, maar Florian had weer hele andere redenen gehad. Zijn reden was haar dood geworden. Of mijn dood.
'Waar ben ik?' vroeg ik. Ik had geen idee hoe ik mij moest gedragen of waar ik was. Een geheugen was wel handig geweest, maar ik kon mij alleen maar de toekomst herinneren en wat er hier was gebeurd in mijn dromen. Niet al te veel informatie dus. 'Weet je dat niet meer?' vroeg Michiel.
Ik probeerde mijn ogen weer te openen en keek de kamer rond. Deze kamer was groot en zag er beslist niet uit zoals die ik het huis van Elizabeth waren. Daar waren de kamers klein, maar knus. Deze was groot en afstandelijk en... rood. Ik kreeg een déjà vu. Ik was ook in zoiets wakker geworden in het huis van die drie broers.
'Michiel, wat doe jij hier?' vroeg ik. Hij keek mij beteuterd aan. 'Ik weet dat je hebt gezegd dat ik je niet mocht volgen, maar ik kon niet anders. Een bal is zo spannend.' Hij kletste maar door over kaarsen en kroonluchters en dansers, maar ik kon alleen maar nadenken over zijn eerste twee zinnen.
Ik was te laat. Of eigenlijk had iemand mij te laat teruggestuurd. Ik was al op het bal. Ik was al bij de drie gebroeders. Was al op het bal van Florian. Hoe kon ik ze nu nog vermijden als ik al in hun huis lag? Als ik al in één van hun kamers lag.
De deur ging open en ik keek tegen beter weten in met een ruk op. De ogen waren bekend. De kleur van zijn haar was bekend. Zijn slungelig zijn was ook al bekend. Ik kende hem van top tot teen. Kon hem dromen als ik dat wilde. Ik had hem zelfs gekust, ook al was ik daarna weliswaar het dak op geklommen om ontvoerd te worden.
'Cayden,' fluisterde ik. Hij keek recht in mijn ogen. Ik wist dat hij mij verstaan had. Dat hij had gehoord wat ik had gezegd. 'Bedankt voor het passen op je zus, kleine makker, maar mag ik nu even alleen met haar praten.' Michiel fronste. Hij keek naar mij, toen weer naar Cayden en toen naar mij. Toen knikte hij en verliet zonder iets te zeggen de kamer.
Cayden kwam naar mij toe. Hij boog zich voorover en ik drukte mijzelf weer helemaal terug. 'Hoe kon het dat jij mijn naam weet?'
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top