Names
Het eerste wat hij ziet is Dianne die voor hem staat. Om hem heen draaien allemaal warrige maar felle kleuren en zijn hoofd bonkt pijnlijk. Het volgende wat hij ziet is een kleine open plek ik het bos. Als hij om zich heen kijkt ziet hij een dichtbegroeid bos. Overal vliegen vogels in alle denkbare kleuren en dieren groot en klein, wit tot zwart lopen rond, lijken de twee mensen totaal te negeren. Prachtige bloemen groeien aan de bomen en op de grond.
Dat pas ziet hij het meisje staan, een prachtig elven meisje. Haar zwarte haar is samengebonden, de voorste twee plukjes zijn achter haar hoofd vastgezet. Ze draagt een wijd shirt van een fijne, donkerblauwe stof. Haar broek bestaat uit een half lange, strakke, zwarte broek die eruit ziet alsof het niet snel stuk gaat. Als ze zich omdraait ziet hij op het shirt een volle maan staan met een huilende wolven kop. Haar ogen zijn diep, oceaan blauwe en staan een beetje schuin. Haar oren zijn puntig en een kleine saffier versiert haar linker oor.
Met een lach van iemand die zich fijn voelt komt ze op hem afgelopen. 'Welkom in Serenia.' Lacht Dianne en ook al lachen haar ogen niet mee, ze lacht met heel haar hart. 'W.wat en h.hoe?' Weet Simon met veel moeite uit te brengen. Net als het meisje voor hem antwoord wil geven komt een groepje van vijf mannen het woud uit gesprongen. Allemaal hebben ze zwarte kleren aan met duidelijk verborgen wapens. Meteen veranderd de houding van Dianne en is ze weer het meisje dat emotieloos is en moord. 'Weg bandieten.' Sist ze eigenlijk te kalm, haar ogen beginnen al zwart te kleuren. 'Oh wat zijn we bang hè jongens?' Lacht duidelijk de leider en de rest lacht mee. Een lage, boze grom klinkt uit de keel van het nu woeste meisje en binnen een seconde heeft ze haar zwarte vecht pak weer aan. 'Wie ben jij?' Sist een bandiet, terwijl die een bijl van zijn rug haalt als wapen.
Ook al staat ze voor Simon, hij weet gewoon dat een irritante en sluwe grijns haar gezicht versiert. 'Ik? Ik ben de verbannen prinses van Serenia, leider van de bad Killers bende en momenteel redelijk chagrijnig.' Antwoord ze met een kalme stem die een kille ondertoon bevat. De mond van de mensen jongen is verbaast opengevallen en de bandieten doen verschrikt een stap naar achter. Dan lijkt de leider wakker te worden en een woeste brul klinkt uit zijn mond 'Grijp dat wicht!' Meteen beginnen twee mannen zelfverzekerd naar voren te lopen. De ene heeft een gevaarlijk uitziend zwaard met allemaal haken, die helemaal zwart zijn. De anders speelt zelfverzekerd met een bloedrode zweep.
'Ehm D..D.Dianne?' 'Hm?' Is het niet eens heel onaardig klinkende antwoord. 'Moeten we niet rennen?' Vraagt de jongen nu met meer zekerheid. Een kleine, angstaanjagende grinnik verlaat haar mond en zonder twijfel worden haar twee zwaarden uit de scheden getrokken. Net voor ze aanvalt klinkt het gehuil van een wolf door de nacht. Zonder te twijfelen verlaat een zelfde soort huil de keel van Dianne. Nog voor iemand kan reageren stormt Dianne tussen de twee bandieten door, die nog steeds voor haar stonden. Één meter achter ze blijft ze staan, bloed druipt op het groene gras en kleurt het langzaam rood. Voor een seconde lijkt er niks te gebeuren, maar dan vallen beide mannen dood neer. 'Who's next?' Klinkt een dreigende, lage elven stem, die duidelijk niet van Dianne afkomstig was. Verbaast kijkt Simon om zich heen om te zoeken waar het vandaan kwam.
Uit het woud schieten twee elven tevoorschijn en een sneeuw witte wolf volgt op de voet. Voor iemand iets doorheeft liggen de drie overgebleven bandieten op de grond, een plas bloed verspreid zich langzaam door het gras heen. Lachend lopen de twee elven op Dianne af en begroeten haar alsof ze niet net drie mensen hebben vermoord. 'Hey Ylja!' Roept de jongen vrolijk terwijl de tweede elf, een meisje, de witte wolf aait en Simon in de gaten lijkt te houden. 'Ylja?' Klinkt de verbaasde stem van Simon als die is bijgekomen van wat er net is gebeurd. Een zucht klinkt waarop er toch een antwoord komt. 'Simon ik zei je al, namen hebben geen betekenis als het je echte naam niet is. Dianne is mijn mensen naam en Ylja de naam die ik gebruik sinds ik verbannen ben.' Een beetje verrast knikt de mensen jongen.
'Hey Ylja wie is die knul?' Vraagt de elven jongen met een kleine arrogante blik. 'Firaf, een vriend.' 'Maar...' 'Nee.' Onderbreekt Ylja, Firaf. 'Gaan we na...' Dit keer word het meisje onderbroken. 'Ja, Leria. We gaan.' Met een knikje fluit Het elven meisje, dat blijkbaar Leria heet, hard op haar vingers en al snel verschijnen er drie pik zwarte wolven, met leren zadels op hun rug. Ook de witte wolf draagt nu een zadel van donker leer. Zonder iets te zeggen stappen de drie elven op een zwarte wolf. 'Simon ga op de witte wolf zitten.' Zegt Ylja, iets minder bot dan normaal. Als reactie daarop begint die wolf te grommen. Een grom van Ylja volgt al snel, waarop de witte wolf mokkend op Simon af loopt.
'Ehm ik weet niet ho...' 'Zit.' 'Ja mevrouw.' Klinkt een gemompelde zucht terwijl Simon met de grootste tegenzin opstapt. Zodra hij zit beginnen de wolven te rennen.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top