Schrijfsel 5: Meropis- Eiland van de Gaven

Dit is een verhaal waar ik mee begonnen ben, maar nooit verder ben gekomen dan hoofdstuk 3 wegens inspiratieloosheid en het feit dat ik helemaal was vergeten. Om die reden zet ik het verhaal hierin. Ik ga er namelijk niet vanuit dat ik er nog meer door ga. Zo wel, dan horen jullie het van me xP

(Als je ideeën hebt of dit verhaaltje verder af wilt maken, mag dat van mij. Gelieve het dan wel even te melden!)

Geschreven op: ergens tussen 20 augustus 2016 en 28 november 2016

Aantal woorden: 2534; alle 3 de hoofdstukken

~

De wind waaide langzaam langs Elena's rode wangen, haar bruine haren zwiepten rustig naar achteren. Voor even in een lange tijd had ze eindelijk weer rust aan het hoofd. Ze streelde met haar vingers over de reling van het balkon en keek, met haar blauwe ogen, strak naar voren. Ze wist alleen dat de rust niet lang zou duren en daar baalde ze van.

Ze keek naar het gebouw dat voor haar stond, die bestaande was uit twee grote torens en een paar kleine torens. Het gebouw dat al een tijdje gesloten was, maar morgen weer zou openen. Ze baalde ervan dat het gebouw zo snel al weer zou openen. Ze had gehoopt dat het gebouw nog wat langer gesloten zou blijven, wat niet het geval was.

Met een treurige blik wende ze haar zicht van het gebouw en draaide ze zich om. Achter haar stond haar moeder. 'Wees toch niet zo getreurd.' zei ze. 'Binnen een paar weken is het alweer vakantie.'

'Dat is het niet mam.' zei Elena triest. 'Ik heb er gewoon geen zin in.'

'Het komt vast wel goed, denk eens na hoeveel je nu over je gaven zou kunnen leren. Je zou zo veel mensen buiten Meropis kunnen helpen als je klaar bent met je studie.' Elena zuchtte.

'Ik weet het, maar ik wil nu al mensen helpen. Ik kan niet langer wachten totdat ik klaar ben met mijn studie.' zei ze, haar stem brak alleen wel tijdens de zin. Haar moeder knikte. 'Het moet nou eenmaal gebeuren.' zei ze. Elena keek haar moeder geïrriteerd aan.

'Je hoeft me niet zo geïrriteerd aan te kijken.' De stem van haar moeder klonk boos. 'Kom, we gaan eten.' Haar moeder liep weg en Elena volgde haar gehoorzaam, ondanks dat ze redelijk geïrriteerd was. Ze had er namelijk geen zin in dat ze zonder eten naar bed zou moeten.

Elena kende haar moeder maar al te goed. Als zij niet gehoorzaam was, werd ze direct gestraft. Ze vond het allemaal niet eerlijk. Haar jongere broertje, die een enorme huilebalk was en alleen maar liep te krijsen, werd nooit gestraft. Het leek wel alsof haar moeder haar broertje steeds voortrok en amper naar Elena omkeek. Ze wou dat haar vader er nog was geweest, die had er sowieso wel iets aan gedaan.

Vlak na de geboorte van Elena's broertje, kwam haar vader te overlijden. Hij had plotseling een ernstige ziekte opgelopen en de genezers op Meropis konden er niets aan doen. Zijn overlijden deed Elena en haar moeder nog steeds pijn. Ze hadden gehoopt dat ze iets konden doen, maar het was al te laat.

Elena liep de keuken binnen en ging op haar vaste plek aan tafel zitten. Haar jongere broertje zat in zijn stoel met eten te spelen. Het eten stond uitgebreid op tafel. Ze keek nieuwsgierig naar het eten en zag dat het Lasagne was, haar lievelingseten! Haar moeder liep gefrustreerd door de keuken heen. Ze was duidelijk opzoek naar iets. 'Mam, kom aan tafel! Straks wordt het eten nog koud!' riep Elena. Haar moeder mompelde wat, maar ze kon het niet verstaan. Elena liet het rusten en hing achterover in haar stoel.

Eindelijk had moeder gevonden wat ze zocht en konden ze beginnen aan het eten. Volgens Elena smaakte het eten verrukkelijk, maar haar broertje was het daar niet mee eens. Hij spuugde het eten uit en begon te krijsen. Moeder die nog geïrriteerd was van het zoeken, 8stond op en liep naar het huilende kind toe. Ze probeerde hem te troosten, maar hij bleef door huilen. Elene had hier geen zin in. Ze wou rust aan haar hoofd hebben. Anders zou ze de aankomende dagen niet kunnen overleven op school. Ze at snel haar eten op en zei toen: 'Ik ga even naar het strand.' Zonder op antwoord van haar moeder te wachten, sprong ze op uit haar stoel en snelde ze naar buiten.

'Voor het donker thuis zijn!' hoorde ze haar moeder nog mompelen. Daarna viel de deur van het huis dicht en was Elena bevrijd van het gezeik binnenhuis.

Ze rende de straten door op weg naar de hangbrug die hun woonplek scheidde van de rest van Meropis. Voor de hangbrug stond een gesloten poort. De hangbrug hing over een enorme klif, achter de hangbrug bevond zich een diep bos en daarachter bevond zich het strand. Elena knikte naar de twee mannen die bij de poort van de hangbrug stonden. Zij openden de poort zodat Elena de hangbrug over zou kunnen.

Na de hangbrug gepasseerd te hebben, begon Elena eindelijk rustiger te lopen. Ze keek strak voor zich uiten trok dieper het bos in. In haar achterhoofd bleef het laatste wat haar moeder gezegd had hangen: ''Voor het donker thuis zijn!''.

Ze wist dat haar moeder het vreselijk vond wanneer er iemand buiten was rond de avond en in het donker. Haar moeder geloofde namelijk in de geruchten die verspreid werden. De geruchten over vreselijke monsters die zich 's nachts in de bossen van Meropis zouden bevinden. Elena vond het allemaal maar onzin. Als er echt monsters zouden zijn, zou je die 's nachts wel horen en volgens de leerboeken bij haar op school schiepen de goden alleen maar mensen, geen monsters.

In gedachten verzonken liep Elena verder naar het strand, niet wetend wat haar daar te wachten zou staan...

-

De warme strand wind waaide langs Elena's wangen. Ze was pas net bij het strand aangekomen, maar toch genoot ze al volop van de geur van water en de warme strandwind. Het strand voelde voor haar als een tweede thuis, dat kwam om de volgende redenen. Elena had als gave het element water gekregen. Altijd als ze zich slecht voelde of ergens met zat, was ze het liefst in de buurt van water. Het strand was daarvoor de uitgekeken plek.

Ze trok vlug haar schoenen uit en zette haar voeten in het zand. Het zand voelde warm aan. Ze rende over het zand heen richting het water. Ze knielde neer bij het water en begon met haar krachten vormpjes te maken in het water. Soms haalde ze zelfs een klein straaltje omhoog en liet het door de lucht zweven. Het spelen met water gaf haar een geruststellend gevoel.

Het gevoel verdween als sneeuw voor de zon toen ze plotseling een vreemde mist vanachter de horizon zag opkomen. Met een verbaasde blik keek ze naar de mist. Voor haar gevoel kwam het steeds dichterbij. Zonder aarzelen stond ze op en rende ze naar de rand van het bos, waar haar schoenen zich bevonden. Ze trok haar schoenen aan en wende haar blik terug naar de vreemde mist.

De mist was weer dichterbij gekomen, maar ditmaal kon Elena meer zien dan alleen maar mist. In de mist bevond zich een vreemd gedaante.

Nieuwsgierig keek Elena toe naar de mist die steeds dichterbij kwam en de gedaante die steeds groter werd. De gedaante stopte met bewegen en de mist trok langzaam weg. Nu kon Elena eindelijk zien wat er precies bevond.

Een groot schip werd zichtbaar. De balken van het schip hadden een goudachtige kleur. De mast was goud en aan de mast bevond zich een vlag met een vreemd logo. Voorop het schip was een beeld van een zeemeermin gevestigd. Het leek op een piratenschip.

Een man van ongeveer dertig jaar oud ijsbeerde over het dek heen. Hij had bruin haar en een gespierd postuur. Zijn ietwat vreemde kledij sprong naar voren. Hij mompelde iets wat Elena maar net kon verstaan. 'Dit moet het eiland Meropis wel zijn...' De man krabde aan zijn kin en keek voor zich uit. In de richting waar Elena stond. Elena verschool zich snel achter een boom en bleef kijken naar het schip dat zich een paar meter voor haar bevond.

De man op het schip had haar gelukkig niet gezien en ging verder met mompelen. 'Als dit het eiland Meropis is, waarom zie ik dan nergens mensen een element besturen. Het enige wat ik zie zijn bomen.' De man krabde weer aan zijn kin en draaide zich daarna om. 'Bemanningsleden, hier komen!' Zijn stem klonk beangstigend en streng. Vier jongens van ongeveer Elena's leeftijd hobbelden gehoorzaam naar de man toe, ze waren gekleed in oude wijde shirts. Ze waren niet erg dun, maar ook niet erg gespierd. 'Onderzoek het eiland en als je iets hebt gevonden, kom dan terug!' De jongens knikten en klommen van het schip af.

Elena schrok van de jongens die van het schip afsprongen en zette een paar stappen naar achter. Bij de laatste stap die ze zette kwam ze met haar voet terecht op een takje, die brak en maakte daarbij een krakend geluid. Elena schold in zichzelf tegen het takje.

De jongens draaiden zich om naar Elena en grijnsden. De witte tanden van de jongens lieten haar voor even verblinden. In die tijd waren de jongens al een stuk dichterbij gekomen.

Elena wist niet wat ze moest doen. Ze probeerde met al haar kracht water uit de bomen, planten en aarde te halen. Ze maakte met het water een lange sliert en vuurde die op de jongens af. De jongens vielen op de grond, nu had Elena de kans om onopgemerkt weg te glippen. Ze draaide zich om en rende dieper het bos in.

'Een element stuurder!' riep de man die nog op het schip stond. 'Sta op en ga achter haar aan stelletje niets...' De rest was voor Elena niet meer te horen. De stemmen verdwenen in het niets dankzij de bomen en de rest van het bos waar ze zich nu diep in bevond.

Na een hele tijd rond te hebben gerend in het bos, in de hoop dat die vreemde jongens haar niet meer terug zouden vinden, waren Elena's kleren gescheurd en op haar armen en benen zaten een paar kleine krasjes. Elena slaakte een geërgerde zucht. Ze wist dat haar moeder nu allemaal vragen zou gaan stellen, vooral aangezien de zon ook al onder aan het gaan was. Elena besloot naar huis te gaan en een bom aan vragen te riskeren.

De zon ging langzamerhand onder. De schaduwen van de bomen werden langer en daardoor begonnen de bomen waar ze zich tussen bevond een griezelige vorm aan te nemen. Gelukkig kwam Elena voordat het helemaal donker was alweer terug bij de brug. Ze snelde de brug over en liep naar de poort.

'Je hebt het wel lekker laat gemaakt.' riep de wacht die bij de poort stond. Hij grijnsde toen hij het rode gezicht en de gescheurde kleren van Elena zag. 'Wat is er gebeurd? Achterna gezeten door de wezens die zich volgens jouw moeder in het bos bevinden?'

'Maak die poort nou maar open!' riep Elena, de andere vraag negerend. Ze wist wel dat iedereen de verhalen van haar moeder maar onzin vond. Ze vond het zelf ook onzin. Maar iets in haar hoopte dat het wel zo was dat er wezens in het bos zouden zitten. Ze was namelijk banger voor de jongens die haar achtervolgde onder leiding van die rare man, dan dat ze was voor die wezens.

'Oké, oké. Rustig dametje!' zei de wachter. Hij grijnsde nogmaals en opende de poort.

Zonder een bedankje rende Elena de poort door, terug naar haar huis.

-

'Elena! Waarom ben je zo laat thuis?' Moeders stem klonk voor het eerst in tijden weer bezorgd en geïnteresseerd.

Elena sloot de deur achter zich en zuchtte. Ze staarde naar haar kleren en dacht diep na. Zou ze haar moeder de waarheid vertellen of zou ze een of andere smoes verzinnen?

'Waarom zijn je kleren zo gescheurd? Ben je achterna gezeten door die griezelige wezens uit het bos? Ik zei toch dat ze bestonden!'

Elena schudde haar hoofd. 'Nee, dat is het niet...' Weer zuchtte ze. 'Bij het strand zag ik een vreemde man, hij was hier samen met vier jongens heen gereisd. Hij had het erover dat hij opzoek was naar de onze beschaving. Ik probeerde weg te rennen maar stapte op een takje.' ze stopte even met praten en vloekte nogmaals. 'Daardoor zagen de vier jongens me, door weg te kunnen komen moest ik mijn watersturing gebruiken. De jongens vielen op de grond en ik rende zo snel als ik kon het bos in. Doordat ik door de bosjes ben gerend zijn mijn kleren gescheurd.'

Moeder keek Elena ongeloofwaardig aan. 'Volgens mij heb je het je allemaal ingebeeld. Meropis staat op geen enkele kaart en geen enkel mens weet van ons bestaan af. Dus hoe zouden ze hier dan terecht kunnen komen en van ons bestaan af kunnen weten?'

Elena was compleet overrompeld. Dat moeder zoiets zei, zij was per slot de vrouw die geloofde in griezelige wezens die zich in de bossen bevonden. Toch had Elena geen zin in een discussie, ze knikte, schopte haar schoenen uit en rende naar haar kamer toe. 'Ik ga naar boven!' riep ze nog snel.

'Vergeet niet dat je morgen naar school moet!' riep moeder haar achterna.

School? Elena was helemaal vergeten dat ze de volgende dag naar school moest. 'Dankjewel mam!' riep ze, daarna sloot ze de deur van haar kamer achter zich.

Het was al elf uur 's avonds. De zon was compleet uit de lucht verdwenen en had plaats gemaakt voor de man en honderden sterren. Elena had zich op haar bed genesteld en staarde uit het raam naar de sterren. Ze dacht na over de vreemde man die ze vandaag had gezien.

Had haar moeder dan toch gelijk? Had ze het allemaal ingebeeld? Ze wist het niet, al die vragen maakten haar gek. Ze besloot het erbij neer te leggen. Ze draaide zich op haar zij en viel in een diepe slaap.

'Jullie kunnen niets meer doen!' Elena draaide zich om en zag de man van het schip staan. 'Het is te laat!' Naast de man stond een vreemde machine, in de machine bevond zich een vreemde gloed met kleuren. Elena keek angstig om zich heen. Naast haar stonden haar vrienden, elk in hun vechtpositie. Om hen heen lagen allemaal andere mensen van school, levenloos. Elena slikte haar tranen in. Wat is er gebeurd? Waarom liggen al haar schoolgenoten levenloos op de grond? Waar kunnen Elena en haar vrienden niets meer aan doen? Belangrijkste: Waar is die machine voor en waarom bevat hij een gloed met kleur? Ze draaide zich om en rende weg, gevolgd door haar vrienden.

'Elena! Word wakker!'

'Huh...' Elena draaide zich om en opende langzaam haar ogen. Naast haar bed stond haar moeder die haar bezorgd aankeek.

'Je schreeuwde en toen ik aankwam in je kamer was je helemaal rood en bezweet, wat is er gebeurd?' De bezorgdheid die in moeders ogen te vinden was, werd groter.

'Oh... Er is niets...' Elena kwam verward overeind en keek haar moeder aan. 'Echt waar.' Haar stem klonk vastbesloten en zonder twijfel.

'Oh oké dan.' zei haar moeder. 'Kom je dan uit bed? School begint zo.'

Elena knikte, moeder liep haar kamer uit en deed de deur achter zich dicht. Elena stond op uit haar bed, maar bleef even stil staan om na te denken. Wat was dat voor vreemde droom? Zou het een betekenis hebben? Elena wuifde de gedachtes weg. Ze kleedde zich om en rende naar beneden.

~

Verder dan dit ben ik niet gekomen. Dit verhaal had ik eigenlijk vorige week al moeten plaatsen, maar ik was het een beetje vergeten. Ghehe 

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top