Schrijfsel 10: Spookschool
Dit was de proloog voor de schrijfwedstrijd van @Skrywer1. Helaas is de wedstrijd gestopt en ben ik niet meer verder gegaan met het verhaal.
Ik vind de proloog zelf best goed en ben redelijk tevreden. Ik hoop dat jullie het ook een leuke proloog vinden.
Geschreven op: 18 april 2017
Aantal woorden: 889
~
~100 jaar eerder~
''Wanneer de duisternis je overneemt, zal niets je meer kunnen stoppen. Je zult wraak nemen, op degenen die jou dit hebben aangedaan.''
Wraak was het enige waar hij aan kon denken. Wraak voor degenen die hem dit hadden aangedaan. Wraak voor zij die hun, de mensen die hem dit hadden aangedaan, zouden volgen, in hun voetsporen zouden treden.
Hij wilde wraak, want wraak voelde goed. Het voelde als het hebben van macht, anderen geven van onmacht.
Maar hoe wilde hij wraak nemen?
Iemand vermoorden?
Dat was niet ernstig genoeg, het zou nu wel pijn doen, over een paar jaar echter niet meer.
Hij wilde iets blijvends veroorzaken, iets waar iedereen tot in de eeuwigheid last van zou hebben. Wat niet zomaar kon verdwijnen en het belangrijkste: iets wat men bang maakte.
Met zijn vlijmscherpe klauwen krabde hij langs zijn geschubde kin. Hij dacht na, broedde op een plan, een duivels, gemeen, beangstigend plan.
Plots wist hij het. Het was zomaar bij hem komen dagen. Het antwoord op al zijn vragen, bevond zich nu in zijn hersenen.
Als hij het plan, wat hij nu in zijn hoofd had, goed uitvoerde, dan zou hij wraak nemen op hen waardoor het begonnen was, waardoor hij veranderd was, in iets wat hij nooit wilde worden.
Een monster.
Hij had geprobeerd weer terug te veranderen, het was alleen niet gelukt. Hij had gefaald en zou nooit meer terug veranderen. Waarom dan niet accepteren en 'wraak' nemen met dat wat je bezat? Het monsterlijke, wat bijna niemand, op de plek waar hij wraak wilde nemen, bezat.
Dat was precies wat hij ging doen. Hij had zelfs al bedacht hoe. Hij wilde zijn monsterlijke eigenschappen gebruiken, de mensen op de stuipen jagen en zichzelf behagen.
Hij had daarvoor alleen een ding nodig, gezelschap, monsters die hem wilden helpen.
Gelukkig waren die niet moeilijk te vinden. In iedereen schuilde wel iets monsterlijks. Het enige wat hij hoefde te doen, was het uit hen krijgen. Ze laten veranderen. Net als wat zij bij hem hadden gedaan.
Zijn slachtoffer stond momenteel voor hem. Een meisje van zijn leeftijd. Zij die hem veranderd had, zij waardoor hij niet normaal meer over straat kon. Zij.
Hij wist dat zij, net als hem, iets monsterachtigs in haar had. Hij moest het alleen nog maar naar boven zien te krijgen, met behulp van een kus: een monsterlijke haat kus.
Hij schoof stilletjes op haar af, wat eigenlijk geen nut had, hij was onzichtbaar voor haar. Niemand kon de monsters zien, tenzij het monster zelf wilde dat de anderen hem zag.
Toen hij zich nog maar een paar centimeter van haar gezicht bevond, pruilde hij zijn lippen en kuste haar. Een haatzoen die alles zou veranderen.
Dat was ook precies wat er gebeurde. Alles veranderde, zij veranderde. Haar lichaam begon te gloeien, haar ogen werden rood en bloed droop uit haar mond. Door een onverklaarbare kracht steeg ze op en terwijl ze ronddraaide in de lucht, werd de transformatie voortgezet.
Haar eerst zo blonde haren veranderden in grijze pluizige haren, haar felblauwe ogen werden grijsachtig en dof, haar volle mond werd rimpelig, eigenlijk veranderde alles wat eerst jong en levendig was naar zijn oude, levenloze staat.
De transformatie was klaar en met een harde klap viel het eerst zo mooie, jonge meisje op de grond neer.
De jongen knikte tevreden. Ze was precies geworden wat hij wilde, namelijk een heks. Hij kon haar goed gebruiken bij zijn plan.
'Lieverd.' fluisterde hij. Het eerst zo mooie meisje hier haar hoofd omhoog en keek hem angstig aan. Dankzij de transformatie kon ze hem nu zien en anderen haar niet meer. 'Je hoort nu aan mijn kant. De duistere, griezelige kant.'
'Wat heb je met me gedaan?' schreeuwde het meisje.
'Je bent een monster nu, beter gezegd: een heks.' zei de jongen lacherig. Hij genoot van deze situatie. 'Maar niet zonder reden hoor. Ik wist dat je zou veranderen in een heks en ik heb een opdracht voor je.'
Het meisje zuchtte. 'Oké, leuk.' Kwam sarcastisch uit haar mond gerold. 'Wat is je opdracht?' Iets in haar wist dat ze er toch niets meer aan kon doen, omarmen was het beste.
'Je moet een vloek uitspreken over deze verschrikkelijke school.' De jongen zwaaide met zijn armen om zich heen, als teken dat hij het gebouw bedoelde waar ze zich in bevonden.
'Als dat het is?' lachte het meisje. 'Dat doe ik met plezier! Welke spreuk is het en waar zorgt het voor?'
De jongen kreeg een duivelse grijns op zijn gezicht. 'Een spreuk dat zal zorgen voor allerlei monsters rond deze school. De spreuk luidt als volgt: ''Duistere vleermuis, duistere vleermuis! Verander deze suffe school in een griezelig spookhuis.''
Het meisje luisterde braaf naar wat er van haar gevraagd werd en sprak de spreuk uit terwijl ze met haar handen heen en weer zwaaide.
Eerst leek het erop dat er niets gebeurde, maar al snel kwam er een stoet vleermuizen tevoorschijn, gevolgd door vele andere monsters.
Het plan van de jongen had gewerkt. De monsters en vleermuizen renden, strompelden en vlogen door de school heen en joegen iedereen de stuipen op het lijf.
De eerst zo mooie school was veranderd in een verschrikkelijke spookschool.
De jongen voelde zich trots, was blij dat zijn plan geslaagd was. Hij had alleen iets over het hoofd gezien, namelijk de kleine lettertjes waardoor de spreuk kon worden opgeheven.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top