Disney schrijfsel 1.5: Vida

Hier is het dan eindelijk. Het gehele Disney verhaal omtrent Vida voor de schrijfwedstrijd van ddevonnel en het is me gewoon gelukt om het verhaal af te krijgen voor de (nieuwe) deadline. xD

*geeft zichzelf een schouderklopje, die ze eigenlijk niet verdient heeft, maar toch stiekem ook wel*

Het verhaal is echt ontiegelijk lang, wat voor mij een ongewoon is, aangezien ik meestal na 1500 woorden wel zoiets heb van: Het is genoeg geweest. Het kent welgeteld 3178 woorden. 

Aan het einde van het verhaal komt nog een hele uitleg met dit en dat en zus en zo, dat mag je skippen want het is op zich niet heel erg van belang, maar misschien vind je het wel leuk om te lezen. Wie weet. xD

Voor het verhaal begint, nog even wat dingetjes vooraf, om tussentijdse gebeurtenissen wat te verduidelijken:
Het verhaal speelt zich een paar dagen na Vida's 20e verjaardag af, dus ook alweer wat dagen na haar ontmoeting met Pepijn. In de tussentijd heeft ze heel veel tijd met Pepijn doorgebracht en zijn haar gevoelens voor hem gegroeid, wat ook wederzijds leek te zijn. De twee families besloten dat het een goed plan was om hun zoon en dochter te laten trouwen, zodat de vrede tussen beide koninkrijken herstelt zou kunnen worden. De vrede tussen de twee koninkrijken was al die tijd namelijk al wat gespannen geweest. Vida had hier geen problemen mee, omdat ze als een blok voor de charmes van de knappe prins was gevallen. Het verhaal begint een paar dagen voor de bruiloft, wanneer Vida haar beste vriend, de enige jongen die ze kent, op de hoogte stelt. 

~

'Sankari!' riep Vida door de grote ruimte heen. Voor het eerst in een lange periode zag ze haar beste vriend weer eens en ze was verheugd hem het grote nieuws te vertellen. Sinds hij bij hen in het kasteel was komen werken, had Vida al oog voor hem gehad. Hij voelde aan als een oudere broer, die ze nooit had gehad en waar ze alles bij kwijt kon.

'Wat is er?' De jongen legde de bezem aan de kant en keek verbaasd en lichtelijk bezorgd de kant uit van de prinses.

Ze kwam voor hem staan en riep enthousiast: 'Pepijn en ik gaan trouwen!'

Sankari wist niet goed hoe hij moest reageren hierop, of hij blij voor haar moest zijn of dat hij haar nu tegen moest houden. Zijn gezicht vertrok heel even en met alle macht probeerde hij zijn gezichtsuitdrukking neutraal te houden.

Vida had echter de glimp van pijn in zijn ogen opgemerkt. 'Is er iets?' vroeg ze dan ook bezorgd.

'Nee hoor,' hij slikte even. 'Ik ben blij voor je. Wanneer is de grote dag?'

'Overmorgen! Er moet nog zo veel gebeuren en ik heb er zo veel zin in. Pepijn was ook al zo enthousiast. Hij zei dat hij niet kon wachten om met me te trouwen!'

Sankari bekeek zijn goede vriendin en schudde onopgemerkt zijn hoofd. Ze was tot over haar oren verliefd, dat kon je duidelijk zien. Hij maakte zich zorgen om haar. Wist ze wel waar ze mee bezig was?

'Ow, wat leuk voor je.'

Vida trok haar wenkbrauw op. 'Je reageert heel erg raar. Is er echt niet iets?'

'Er is echt niets. Is er nog meer wat je wil vertellen? Ik moet verder aan het werk.'

'Uhm...' Vida tikte bedenkelijk op haar kin. 'Zou jij getuige willen zijn?'

Die vraag brak letterlijk zijn hart in duizend stukken, maar het laten zien kon hij niet, durfde hij niet.

'Oké, is goed. Kan ik nu weer aan het werk? Ik heb zo'n gevoel dat ik het namelijk nog druk ga krijgen de aankomende dagen...'

'Ja, is goed! Ik moet eigenlijk ook nog van alles doen.'

Zonder verder nog een woord uit te wisselen, liep Vida bij haar beste vriend vandaan. Ergens had ze een vreemde knoop in haar maag die ze niet begreep.

Een paar dagen later was het dan ook eindelijk zo ver. De trouwerij van het verliefde stel was aangebroken. Beide koninklijke families en wat andere uit genodigden bevonden zich op de meest harmonieuze plek van het gebied. De plek waar het wezen het leven aan Vida had geschonken. Een betere plek voor een trouwerij bestond er naar de mening van Vida en haar ouders niet.

Vida zag er werkelijk waar prachtig uit. Haar lange witte haar hing in losse golven over haar schouders en een paar van de voorste plukken waren naar achteren getrokken en gevlochten.

Ze had een lange witte jurk aan gemaakt van de duurste stof die daar te krijgen was. De jurk liet haar gebruinde huid en blauwe ogen nog wat extra naar voren komen.

Onze knappe prins Pepijn had zich echter minder mooi aangekleed. Zijn ogen stonden er dof bij en zijn haar zat flink door de war, alsof hij voor de trouwerij in een flink gevecht geraakt was.

Vida keek naar de jongen en vroeg zich dan ook af wat er aan de hand was. Hij had er altijd zo elegant en mooi uitgezien, maar nu zag hij eruit als een beest. Ze wende zijn blik van de jongen af en keek de ruimte in. Sankari was nog nergens te bekennen en de ceremonie kon ieder moment beginnen. Waar was haar goede vriend gebleven? Was hij het vergeten? Nee, dat kon haast niet. Misschien was er wel iets ergs met hem gebeurd.

Talloze gedachten raasden door haar hoofd en ze begon zich zorgen te maken om haar beste vriend.

Ze werd uit de roes van gedachten gerukt door de trouwambtenaar die allerlei dingen tegen haar en Pepijn zei.

Dit was voor haar het teken dat ze nu daadwerkelijk zou gaan trouwen en dat Sankari er nog steeds niet was, deed haar ontzettend veel pijn.

Zonder echt te luisteren naar wat de trouwambtenaar zei, staarde naar Pepijn. Zijn ogen glommen op een andere manier dan normaal. Niet lief en sprankelend zoals altijd, maar donker en duivels. Een onbehagelijk gevoel kroop over haar rug en even huiverde ze.

Op het moment dat Pepijn het ja-woord had gegeven en hun blikken elkaar kruisten, voelde ze toch iets van opluchting. Echter vertrouwde ze het nog steeds voor geen ene centimeter en begreep ze niet waarom Sankari nog steeds niet was opkomen dagen.

Ze maakte haar blik los van Pepijn en keek opnieuw naar de mensen in de zaal. De ouders van Pepijn zaten er een beetje apart bij, zenuwachtig leek het wel. Haar ouders waren echter opgewonden en gaven haar een gemoedelijk knikje toe.

En toen was het moment aangebroken. De trouwambtenaar had het hele riedeltje opgenoemd en nu was het aan haar.

Ze slikte even onhoorbaar, friemelde wat aan haar jurk en zei het woord dat alles in haar leven kon veranderen: 'Ja.'

Haar blik gleed van de trouwambtenaar die haar vriendelijk toe had geknikt, naar de charmante prins.

'Is er iemand in de zaal die bezwaar heeft?'

Voor een tijdje bleef het stil en de trouwambtenaar wilde al bijna weer beginnen met spreken, tot plots de deur opensloeg en koude lucht de harmonieuze plek in kwam. Iedereen huiverde en wende hun blikken naar de deur toe.

'Ik heb bezwaar en niet zo'n klein beetje ook!'

Vida herkende de stem uit duizenden. Het was Sankari. Hij kwam naar het altaar toegelopen. Zijn zwarte kleren waren gescheurd en zijn haar zat door de war. Om zijn polsen zat touw vastgebonden dat los geknaagd was. Zonder een pardon kwam hij tussen het nog net niet getrouwde stel instaan en blikte hij vurig naar Pepijn.

De ogen van de charmante prins waren wijd opengesperd en zochten steun bij de ogen van zijn ouders.

'Jij en je familie zijn echt ziek!' riep Sankari uit.

Verbaasd bewonderde Vida het tafereel voor haar. Wat was er aan de hand? Waar had Sankari gezeten en waar beschuldigde hij Pepijn en zijn familie voor? Ze begreep er werkelijk niets van.

'Wat is er aan de hand?' vroeg ze dan ook nieuwsgierig.

Sankari draaide zich naar haar om. Zijn ogen glommen van verdriet.

'Kijk zelf maar naar buiten, dan zal je zien wat ik bedoel.'

Een man die dichtbij de ingang stond wierp een blik naar buiten en draaide zich vliegensvlug weer om.

'Koning, koningin, prinses...' stamelde hij. 'Er is een heel leger in aantocht, deze kant op.'

'Wat?' schreeuwde de vader van Vida. Hij stond op uit zijn stoel en snelde naar de deur toe. 'Wat heeft dit te betekenen?'

De vader van Pepijn stond heel kalm op en liep rustig naar de vader van Vida toe. Verschillende blikken werden hem toegeworpen, van verbazing tot aan verachting.

'Dacht je nu echt dat we vrede willen sluiten met uw land? We willen natuurlijk dat uw land van ons is, niet nog toebehoord aan uw familie, door het over te nemen. Daarna willen we u en de rest van uw gezien in de kerkers laten rotten, zodat u ons niet meer langer tot last bent.'

Vida begreep niet wat de man allemaal had gezegd en staarde Pepijn vragend aan. Hij beantwoorde haar blik met een geniepige glimlach.

'Je bent er in geluisd prinsesje. Dacht je nou echt dat ik met jou wilde trouwen en samen het rijk met je wilde delen? Wat ben je toch naïef.'

Het voelde alsof haar hart brak in duizenden stukjes en ze wist niet hoe ze moest reageren, kon geen enkel zinnig woord meer uit haar mond krijgen. Het enige wat ze momenteel wilde was zichzelf opsluiten in haar kamer en huilen tot al haar tranen op waren. Zo gebroken was ze door die ene zin.

De jongen wandelde zonder een schrijntje medelijden bij haar weg en sloot zich aan bij zijn vader. Ze hadden alle belangrijke mensen in de val gelokt en het leger kon elk moment binnenstormen. De hele situatie zag er voor hen goed uit.

Vida wist niet meer wat ze moest doen, was de controle over haar gedachten en gevoelens compleet kwijtgeraakt. Chaos heerste in haar hoofd. Gevoelens gingen op en neer van verdriet naar oncontroleerbare woede. Ze voelde hoe de harmonische sfeer van de omgeving wat afnam en plaats maakte voor chaos.

Het leger stormde zonder pardon naar binnen. Een vrouw slaakte een kreet van angst en een klein jongetje begon te huilen. Zonder pardon liepen ze iedereen omver, probeerden ze iedereen in mootjes te hakken. Een bloeddorstig gevecht was aangebroken, die er voor de kant van Vida niet goed uitzag.

De vader van Vida was bij de ingang weggerend en zat momenteel op zijn knieën bij het meertje, gevolgd door zijn vrouw. Vida kwam naar hen toegerend en bij hen staan, wist precies wat ze wilden proberen.

'Alstublieft wezen van harmonie, help ons uit deze benarde situatie. Ik smeek het u,' zeiden ze alle drie in koor. Vida voelde hoe ondertussen de chaos steeds meer toe nam en merkte ook op dat het water onrustiger werd. Verscheidene kreten van angst klonken achter hun ruggen.

Het leek erop dat het wezen niet tevoorschijn zou komen en de familie, Sankari en de rest van hun gasten er alleen voor stonden. De gasten wisten gelukkig te ontsnappen en renden er angstig vandoor, wat betekende dat de familie en Sankari er nu echt alleen voor stonden. Ze hadden zichzelf in de nesten gewerkt door bij het meer te gaan zitten, want ze konden geen enkele kant meer op, werden omsingeld door het leger van prins Pepijn en zijn familie.

De vader van Pepijn wurmde zichzelf tussen het leger door en ging voor de familie en Sankari staan.

'Geven jullie je al over?'

De ouders van Vida keken te neergeslagen naar beneden, leken zich te hebben overgeven. Vida echter voelde adrenaline door haar aderen gieren en wist dat het nog goed zou komen, dat het wezen hen zou komen helpen, zolang ze maar sterk zouden blijven. Ze stond op en stapte zonder aarzelen naar de oude man af.

'Nee!' riep ze in zijn gezicht. 'Wij zullen niet opgeven tot de dood ons dwingt om op te geven. Dit land behoort ons toe en niet aan één of andere vuile koning met een achterbakse zoon!'

De adrenaline zette zich om in woede en lieten haar lichaam sidderen. Ze moest ergens deze frustratie kwijt en het eerste waar ze aan dacht was die man een klap verkopen in zijn gezicht.

Voordat ze dat deed, hoorde ze echter een geruststellende stem in haar hoofd.

'Laat de frustraties je niet overnemen. Het komt allemaal wel goed. Ik kom eraan.'

Vlak nadat ze dat had gehoord, voelde ze een soort geruststelling over zich heen dalen en niet veel later kwam het wezen van harmonie tevoorschijn uit het water. Hij spreidde zijn vleugels uit en liet daarmee een hernieuwde harmonische sfeer door de ruimte glijden. Het leger, dat al die tijd roestig in een aanvalspositie had gestaan, verzwakte hun houding en ontspanden zich. De vader van Pepijn kon zijn ogen niet geloven.

'Wat doen jullie, stel minkukels. Val hen aan voordat alles verloren is!'

Het kleinschalige leger herpakte zichzelf weer en zette de aanval in, renden op hun vier tegenstanders af. Helaas konden ze hun aanval niet voltooien. Ze werden door het wezen tegengehouden en leken in het niets te verdwijnen.

'Pot jan drie dubbeltjes!' schold de vader van Pepijn. Hij stampte woest met zijn voeten op de grond. 'Nou, dan klaar ik dit klusje zelf wel.' Hij haalde zijn zwaard uit zijn schede en rende ermee vervaarlijk op het wezen af. 'Kom me helpen zoon!'

Pepijn deed braaf wat zijn vader zich opdroeg en rende ook met een zwaard in zijn hand op het wezen af. Het wezen wist Pepijn met zijn vleugel tegen de grond te meppen, maar werd wel in zijn zij geraakt door het zwaard van zijn vader. Hij krijste het uit van de pijn en zakte in één, waarbij hij zijn imposante vleugel op het hoofd van de vader mepte en dat lichaam met zich meesleurde het water in.

Vida kreeg kracht door de gebeurtenis en liep naar Pepijn toe, die op de grond lag. 'Je vader is meegenomen door het wezen, oftewel is er niet meer. Geef je je over?'

Pepijn keek het meisje voor hem verward aan, begreep niet dat ze zo tegen hem durfde te spreken.

'Vergeef het me, alsjeblieft,' probeerde hij dan ook. In de hoop haar zachtaardige kant met zijn grijns naar boven te halen en haar opnieuw verliefd op hem te laten worden.

Vida reageerde er niet op, sloot alleen geïrriteerd haar ogen. Ze had geen zin meer in die jongen, niet nadat hij haar zo verraden en in de steek gelaten had. Ze liep dan ook naar haar ouders toe.

'Zouden jullie hem willen vastbinden en hem ergens willen opsluiten zodat ik zijn achterbakse gezicht nooit meer hoef te zien.'

Haar ouders knikten en liepen naar Pepijn toe, die nog weg probeerde te komen maar net op tijd vastgegrepen werd en dus geen kant meer op kon.

Vida haar aandacht was alweer ergens anders heen geschoten. Plots besefte ze zich namelijk dat het wezen van harmonie gewond was geraakt en er niet goed uit zag. Het wezen had zijn ogen nog maar een klein beetje geopend en merkte op dat Vida naar hem keek. Met het laatste beetje kracht dat hij in zich had, sprak hij tegen haar.

'Volg je hart. Laat het lot bepalen.'

Het wezen sloot zijn ogen en liet zichzelf over aan de krachten van de natuur. Ze slokten hem op en namen hem mee naar het niets. Terwijl zijn lichaam roerloos in het water lag, leek zijn ziel te zijn bevrijd van alle pijn die het had moeten doorstaan.

Vida keek geschokt naar het tafereel. Talloze schuldgevoelens raasden door haar hoofd. Was ze maar nooit voor de charmes van Pepijn gevallen, had ze hem maar nooit in haar leven gelaten. Hij was een kwal die dit alles had veroorzaakt en dat had ze niet gezien doordat ze verblind was.

En nu, nu was het te laat. Het wezen was dood, doodgegaan in een nutteloos gevecht. Vida voelde hoe iets in haar lichaam knapte. Alsof ook een deel van haar dood was gegaan.

De omgeving leek plots te veranderen. Voor een normaal mens niet persé opvallende verandering, maar Vida kreeg het direct door. De plek was een stuk minder harmonieus dan voorheen. Het leek wel langzaam te verdwijnen. Niet alleen dat leek te verdwenen. De levendigheid van de plek ging ook snel achteruit. Sommige planten waren al afgestorven.

Het was dus echt zo geweest dat het wezen uiteindelijk al het leven en alle harmonie op aarde op zijn schouders droeg. Zonder hem zou alles tot zijn einde komen. Dat kon ze niet laten gebeuren!

Vida stond op en liep naar het wezen toe. Ze wist precies wat haar te doen stond.

'Vida!' riep Sankari. 'Wat ga je doen?'

'Ik volg mijn hart en laat het lot de rest bepalen.' Ze stapte zonder aarzelen het water in en liep voorzichtig naar het roerloze wezen voor haar.

'Doe het niet!'

Maar het was al te laat. Vida had haar hand op het lichaam van het wezen gelegd. Een vreemde gloed kwam van haar hand af. Ze voelde hoe een vreemd soort energie door beide lichamen leek te stromen, van de ene naar de andere kant leek te gaan. Adrenaline gierde door haar aderen en toen uiteindelijk dat weg was getrokken, zakte ze door haar knieën. Ze had het leven wat het wezen aan haar had gegeven, teruggegeven in de hoop dat het hem zou redden.

'Nee!'

Sankari rende naar Vida en het wezen toe. Net op tijd kwam hij bij Vida aan en ving haar op. Een felle lichtflits volgde en duizenden dingen leken te gebeuren. Echter was dat niet waar hij oog voor had op dat moment. Zijn aandacht ging naar haar, alleen naar haar.

Hij bekeek haar gezicht en voelde de tranen branden in zijn ogen. Haar heldere blauwe ogen waren er niet meer. Ze werden bedekt door een laag van huid. De arme jongen slikte. Hij kon het niet aanzien dat ze dood was, wilde het niet accepteren.

Kreten van pijn en verdriet verlieten zijn mond. Al die tijd had hij van haar gehouden en nu was het te laat. Ze was weg en nooit had hij haar kunnen vertellen wat ze voor hem betekende.

Moedeloos zakte hij op de grond, haar lichaam nog steeds in zijn armen. Knuffelen wilde hij haar en dat was dus ook wat hij deed. Pijnkreten ontsnapten uit zijn mond en vulden de teruggekeerde harmonieuze sfeer.

Hij voelde hoe een windvlaag langs zijn huid ging en keek op. Voor hem lag het wezen. Zijn ogen waren open en hij keek hem aan, leek zijn ziel te doorboren.

'Volg je hart. Laat het lot bepalen.' Dezelfde woorden als eerder, die op dat moment niet tot hem door waren gedrongen, maar bij Vida dus wel.

Ditmaal waren ze echter wel doorgedrongen en zonder dat Sankari precies wist wat hij deed, drukte hij zijn lippen op de hare.

Een onnatuurlijke lichtflits zorgde ervoor dat de lippen weer gescheiden raakten en liet Sankari zijn hoofd naar achteren trekken. Hij sloot zijn ogen, bang dat ze anders weg zouden branden door de enorme hoeveelheid licht.

Voor een hele tijd hield hij zijn ogen gesloten, tot hij plots wat voelde bewegen in zijn armen. Hij opende zijn ogen en keek recht in de grote blauwe ogen van Vida. Duizenden emoties raasden door zijn hoofd.

'Wat is er gebeurd?' Haar stem klonk zwak, maar ondanks dat kreeg hij een glimlach op zijn gezicht.

'Je was dood, maar bent echter op magische wijze daaraan ontsnapt.' Hij knuffelde haar, liet haar niet meer los.

Hij hoorde hoe ze geschokt naar adem hapte. 'Ik was dood? Hoe kan ik dan weer leven?'

'Ik heb geen idee, toeval?'

'Toeval bestaat niet, alles gebeurt met een reden.'

Sankari liet Vida los uit de knuffel en keek naar het wezen dat voor hen in het water lag. Hij had een glimlach op zijn gezicht gesierd.

'Dat klopt Vida,' zei het wezen. 'Niets is toeval, alles gebeurt met een reden.'

Nadat hij die woorden had gezegd, kwam hij omhoog uit het water en steeg hij op, spreidde zijn vleugels uit.

De twee adolescenten keken verwonderd toe en probeerde voorzichtig om ook omhoog te komen.

De ouders van Vida kwamen aangerend, hadden het hele tafereel aangezien en waren ontzettend blij dat hun dochter ongedeerd was.

Het wezen daalde terug omlaag. 'Bedankt Vida, dat je mijn leven hebt gered door berijd te zijn je eigen leven voor mij op te offeren.' Hij dook het water in en verdween.

De vier mensen keken elkaar aan met een glimlach op hun gezicht en omhelsden elkaar.

Alles was uiteindelijk dan toch nog goed gekomen.

~

Poeh, dat was dan het hele verhaal. En omdat er zoveel gedachten spinsels hier bij mij aan vooraf zijn gegaan, zal ik speciaal voor jullie al mijn inspiratiebronnen en et cetera hier even voor jullie op een rijtje zetten.

+ Het laatste stuk van het verhaal is gebaseerd op de legende van Aang, de dood en alles van Yue. 

+ Het wezen dat in dit verhaal voorkomt, is zoals ik eerder al had gezegd een fusion van Ho-Oh en Lugia. Lugia is de Pokémon van de harmonie en Ho-Oh is de Pokémon die leven kan geven. De twee Pokémon samen leken me de beste combinatie voor het  wezen dat ik in het verhaal voor wilde laten komen.

+ Origineel wilde ik Vida dood laten gaan, alleen omdat dat niet zo'n happy ending is, heb ik dat maar niet gedaan.

+ De naam Sankari is de Finse vertaling van het woord held. Ik vond dat wel toepasselijk aangezien Sankari toch wel een beetje de held van het verhaal is >-<

+ Sankari en Pepijn zijn gebaseerd op jongens die ik ken. Sankari is gebaseerd op mijn beste vriend en Pepijn is gebaseerd op mijn ex-vriendje. (Sorry maat.)

+ De krachten van het wezen heb ik expres zo vaag gelaten, omdat het wezen zo enorm krachtig is en veel meer kan dan je van hem verwacht. #misschieneenbeetjeteoverpowered

+ Ik had het laatste stuk van het verhaal veel eerder geschreven dan het stuk daarvoor en zat echt te worstelen met het middenstuk, die naar mijn mening toch best episch geworden is.

+ Hetgeen wat het wezen in het hoofdstuk een paar keer herhaald, namelijk de zin 'Volg je hart. Laat het lot bepalen.' komt uit het liedje Two Worlds van Phil Collins, die gezongen wordt in Tarzan. Luister het liedje als het nog niet kent. Het is echt een goed nummer!

+ Ik geloof echt niet in toeval en denk oprecht dat achter elke gebeurtenis een reden zit.

Zo, dat was het dan. Het laatste verhaal voor de Disney schrijfwedstrijd. Ik heb er ontzettend veel van genoten en ben benieuwd wie er gaat winnen. 

(Vraag aan de organisatrice van de wedstrijd: Ga je nog eens een Disney schrijfwedstrijd organiseren?)

X~ Een Disney Fanaat.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top