Hoofdstuk 5
Ze stappen door het bos en de mannen die praten amper met elkaar.
'Shit, dan koninklijke wachters' en ze voelt hoe de mannen in een lichte paniek raken.
'Ga naast mij rijden, dan valt het minder op' maar helaas de wachters die hebben Sandra al over het paard zien liggen en komen polshoogte nemen.
'Heren, wat is hier de bedoeling van?'
'Eh...'
'Geef de dame maar aan mij' en niet veel later pakt iemand haar heupen vastpakken en trekken haar achteruit.
'Sla ze in de boeien!' Hoort ze een andere man en niet veel later staat ze op de grond en zijn haar handen los en wrijft ze over haar zere polsen waar het touw in gesneden heeft. Zoals verwacht vluchten de mannen en blijft ze over met twee wachters. Althans dat denkt ze, want ze bekijkt de mannen niet. Ze maakt een buiging en bedankt ze.
'Dank jullie wel, ik moet weer gaan, mijn vader komt zo terug' en ze kijkt naar de grond.
'Ik zal u terug brengen' zegt de man die hogerop zit.
'Oh nee, dat is niet nodig, ik woon...' en op dat moment komt er een zwart paard aan gegaloppeerd en komt naast Sandra tot stilstand.
'Shirley' glimlacht Sandra en aait haar merrie over haar hals.
'Ben je over het hek gesprongen?' Vraagt ze en de merrie schud met haar hoofd alsof ze ja zegt.
'Mijn lift' glimlacht ze verlegen.
'Mooi dier' en Sandra knikt verlegen met haar hoofd en springt op Shirley haar rug.
'En braaf ook nog'
'Ik heb haar van jongs af aan alles aangeleerd' vertelt ze kort zonder de mannen aan te kijken.
'Maar ik moet gaan, nogmaals bedankt' en ze kijkt kort in de ogen van de beide mannen die haar geholpen hebben.
Ze draait de merrie om en galoppeert weg zonder nog maar één keer om te kijken.
Thuis springt ze van de rug van Shirley en rent het huis in in de hoop haar vader aan te treffen, maar helaas.
'Dan moet ik je straks maar zelf gaan zoeken als je niet thuis bent voor etenstijd' en ze gaat weer naar de stallen en mest die verder uit.
Zoals verwacht is het etenstijd, de dieren hebben weer een schone stal, het eten is klaar, de planten die in de kas staan hebben water gehad en ook wat mest voor de grondstoffen.
Ze zet het eten op tafel neer en gaat vervolgens naar haar merrie toe.
'Kom Shirley, we moeten pap gaan zoeken' praat ze en klimt op de merrie, dit keer door gebruik te maken van het muurtje dat bij het huis staat.
'Kom maar' en ze vertrekken richting het dorp. Onderweg is het pikkedonker intussen en zien ze geen hand voor ogen, maar Shirley loopt dapper door, of nouja, ze voelt dat ze dapper doorloopt, want in het bos kan ze nauwelijks de contouren van Shirley zien.
'Je bent een super dappere meid' klopt Sandra de merrie op de hals.
'Ja je doet het super' en de lichten van het dorp komen inzicht, dus ze spoort Shirley in draf aan en is er binnen minder dan een minuut.
'Goedenavond Sandra' groet de oude dorpswachter en ik glimlach.
'Heb je toevallig mijn vader gezien?'
'Nee, helaas niet, is er iets gebeurd dan?'
'Ik ben bang van wel, mijn stiefmoeder en zussen waren niet thuis en hij is ze gaan zoeken hier in het dorp. Maar ik was thuis en ik werd gewoon letterlijk ontvoerd'
'Wie heeft je geholpen?'
'De koninklijke wachters, maar ik moet echt mijn vader gaan zoeken, ik maar me zorgen' en ze kijkt om zich heen.
'Succes, en voorzichting, ik zal ook mijn ogen open houden, als je hem morgen nog niet gevonden hebt, dan moet je het melden bij de wachters. Die zullen je wel willen helpen' zegt hij en ze knikt.
'Bedankt, zal ik zeker doen. Kom Shirley' en ze stapt richting het eerste gokhuis dat ze kent. Zodra ze er naar binnen loopt zijn alle ogen op haar gericht, maar daar trekt ze zich niks van aan, ze loopt naar binnen en wordt al gelijk van alle kanten geroepen.
'Hey lekkertje, kom je mij geluk brengen?' Of
'Liefje, wat leuk dat je langs komt' en Sandra ontwijkt alle grijpende handen.
Na een rondje te hebben gemaakt heeft ze niemand gevonden die ze zocht. Dus ze loopt naar buiten en ziet mensen rond Shirley staan ze schudden elkaar de hand en wisselen munten uit.
'Shirley' roept ze en en de merrie komt aandraven.
'Hey, dat is mijn paard!'
'Nooit geweest en zal ze ook nooit zijn' antwoord Sandra en loopt verder zonder om te kijken.
'Geef mijn geld terug dief!' En ik hoor ze wegrennen achter elkaar aan.
'Stelletje klunzen' fluistert ze en loopt naar het volgende gokhuis.
Maar ook daar heeft ze helaas geen geluk. Zodra ze bij wat bekenden heeft rondgevraagd komt ze nog niet verder dan dat ze al was.
'Nee sorry, ik heb hem niet gezien. Maar als ik hem ergens zie dan zal ik zeggen dat hij snel naar huis moet, omdat jij je zorgen maakt'
'Dank u wel' zegt Sandra en klimt weer op Shirley.
'Hier neem deze mee' en Sandra krijgt een lamp met kaars mee om de weg te verlichten die ze nog voor de boeg heeft. Ze glimlacht, knikt bedankend en rijdt dan weer richting de poort.
'Hopen dat je thuis bent' zucht ze en Sandra die gaapt lichtjes en bedenkt zich dat hij misschien een hotelkamer heeft genomen, en misschien zelfs nog wel bij zijn collega in huis zit. Onderweg draaft ze het eerste stuk, omdat ze weet dat daar geen obstakels kunnen liggen, aangezien het open vlakte is. Totdat ze bij het stuk bos komen blijft ze draven om een beetje tijd te winnen. Op de kerkklok heeft ze gezien dat het al bijna 1 uur in de ochtend was. Wanneer ze ongeveer halverwege zijn hoort ze op een klein afstandje een takje breken.
'Wie is daar?!' Vraagt ze en krijgt nog geen reactie.
'Wat je ook wilt, ik heb niks van waarde bij mij, dus laat me met rust' en vervolgens hoort ze nog een paar bladeren ritselen. Sandra klakt met haar tong, maar een stem houdt haar tegen.
'Wacht, ik wou je niet laten schrikken, maar je bent lastig te vinden en is het niet gevaarlijk om hier alleen rond te rijden?' Vraagt de stem die haar bekend voorkomt.
'Ik... sorry hoe bedoelt u, ik ben lastig te vinden?' Vraagt ze aangezien het de man was van vanochtend die op het paard zat, nu hij in het licht staat kan ze zijn gezicht beter herkennen.
'Ik moet sorry zeggen, het klinkt een beetje alsof ik je stalk, maar ik wou weten of alles goed gaat met je' en hij glimlacht naar Sandra, waardoor zijn witte rechte tanden zichtbaar worden. En ook direct dat zijn rechter hoektand iets langer is dan de linker.
'Ehm... ja met mij gaat het goed, het is alleen dat mijn vader spoorloos is. Of nouja hij kwam niet thuis vandaag toen hij mijn stiefmoeder en -zussen ging zoeken die niet thuis waren'
'Het is nu wel erg laat, maar morgenochtend wil ik je wel helpen met zoeken' stelt hij voor.
'Bedankt, maar dat kan ik niet van u vragen'
'Je vraagt het ook niet, ik bied het aan' zegt de man en Sandra glimlacht naar hem en knikt.
'Oke, is goed rond 6 uur hier?' Vraagt ze en de man die knikt en ze rijden ieder hun eigen kant op. Althans dat denkt Sandra, want de onbekende man van de koninklijke wachters die volgt haar op een afstandje om er zeker van te zijn dat ze veilig thuis komt. En ook om te weten te komen waar ze woont.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top