Proloog

/Ryder p.o.v/

Lachen schatteren door de gangen, maar er is ook gehuil te horen, ze hebben weer eens een slachtoffer te pakken. Houdt het dan ook nooit op?. Elke dag hebben ze weer een nieuw slachtoffer dat hulpeloos is tegenover hun vervloekte gaven. Met tot vuisten gebalde handen kijk ik om het hoekje van de gang en ik zie ze staan. Een groepje bestaande uit Draconis en Ravens. Klootzakken. Een bang meisje bevindt zich in hun midden en ze lijkt zich totaal niet prettig te voelen in hun bijzijn. Als ik zie dat de Ravens hun scherpe hoektanden hebben ontbloot naar haar snap ik wel waarom ze zich niet fijn voelt. "Stop!" Hoor ik haar zachtjes piepen terwijl ze nog verder in elkaar krimpt. Een zielig gezicht. Zolang we als mensen zo bang blijven voor de andere rassen zullen ze ons altijd blijven lastigvallen en kleineren. Iemand moet er wat van zeggen en diegene dat ben ik, vandaag. Even haal ik diep adem en ik doe mijn haar goed waarna ik mijn schouders recht en mijn handen even knak. Het zou best eens uit kunnen draaien tot een gevecht en ik ben jonger dan zij, maar dat meisje verdient het niet om zo te lijden. "Hé, laat haar met rust!" Roep ik met standvastige stem naar ze, het klinkt meer als een bevel. Geïrriteerd zie ik ze opkijken, hier zijn ze dus duidelijk niet blij mee. "Wat zei je, jochie?" Hoor ik Drake vragen, de leider van dit groepje Draconis. "Ten eerste ben ik géén jochie en ten tweede zei ik dat jullie haar met rust moeten laten drakenmans," zeg ik terwijl ik op ze afloop. Laat ze geen angst zien Ryder, angst is zwakte, zwakte betekent verlies. Drake's ogen lijken wel in vuur en vlam te staan, zó kwaad kijkt hij me aan op dit moment maar ik laat me niet meer wegjagen. "Je durft wel kleintje, weet je wel tegen wie je het hebt?" hoor ik hem vragen. Met een kleine grijns op mijn lippen kijk ik hem aan, "Tuurlijk weet ik dat, in tegenstelling tot jullie ben ik niet dom,". Wat gelach stijgt op uit het groepje. "Stilte!" Brult Drake meteen en ik zie zijn ogen van kleur veranderen, hij kan zijn gave elk moment gaan gebruiken. Dat betekent dat er veel, héél veel vuur op komst is. Snel loop ik naar het meisje toe en ik ga beschermend voor haar staan. "Ren," zeg ik tegen haar terwijl ik gebaar dat ze zo snel mogelijk weg moet rennen, gelukkig voor haar doet ze dat ook. "Dit ga je bezuren jochie, je vrienden en familie zijn niet veilig meer" gromt Drake tegen me. Nu is het mijn beurt om hem kwaad aan te kijken, "jij, Drake, blijft ver uit de buurt van mijn dierbaren of anders zal ik je persoonlijk iets aan komen doen," sis ik giftig tegen hem. Daarna zou je kunnen zeggen dat ik de hel ontketende. Grote vlammen stegen op uit Drake's handen, hete, brandende vlammen. "Grijp hem!" roept hij en voor ik weg kan vluchten ben ik omsingeld. Een paar van zijn vrienden weet ik nog een blauw oog te slaan maar ze weten me toch vast te pakken. "Laat dit een les voor je zijn Ryder, sta me nooit, maar dan ook nooit meer in de weg als ik ergens mee bezig ben," spuwt hij in mijn gezicht. Daarna zie ik zijn ogen weer oplichten en het enige dat ik me nog herinner is een enorme hoos van vuur die op me afkwam, daarna is alles zwart. Het enige bewijs van wat er gebeurd is die avond, is mijn litteken. Iets dat me er voor eeuwig aan zal herinneren dat ik maar een mens ben en niet op kan tegen diegenen met een gave. Dat ben ik. Dat is Ryder Adams. De sukkel die probeerde te vechten tegen een Draconis. De sukkel die de eer van zijn familie moet herstellen.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top