8. Mijn broer is creepy.

"Hello, can I help you?" Zegt de mevrouw achter de balie van het hotel. Ik onderdruk de neiging mijn armen om haar hals te slaan en haar te omhelsen. Ze kan Engels!!!

"We want a chamber for two." Zegt Ravel. Ik laat de woorden tot me doordringen en kijk hem dan geschockt aan.

"Wat?!" Zeg ik. Gast, ik ben veertien! Ik ga niet met iemand naar bed! Ookal gebeurt er niets... Ieuw!

De mevrouw lijkt het met me eens te zijn. Ze ontwijkt ongemakkelijk Ravels blik en kijkt mij aan als ze zegt: "Sorry, maar jullie zijn te jong om een tweepersoonsbed te krijgen."

"We zijn geen –" Begin ik te protesteren maar Ravel kaapt me af. "We zijn broer en zus." Ja, meneer Vivere, dat kan wel zijn, maar...! "Ik dacht dat u dat wel kon zien."

De mevrouw knikt en geeft ons – ho wacht, mij! Ze ontwijkt Ravels blik nog steeds – een sleutel. "Kamer 618."

Ravel neemt de sleutel aan en loopt voor me uit. Hoofdschuddend loop ik achter hem aan. Achter me hoor ik de mevrouw grinniken en iets mompelen over 'broederliefde.' pah!

Aan het begin van de trap haal ik Ravel in. Ik pak zijn arm vast en begin te tieren.

"Een tweepersoonsbed?! Ravel, we kennen ons net een paar dagen en zelfs met een broer die ik langer zou kennen zou ik niet in één bed slapen! Doe je dat wel vakers met onschuldige meisjes?" Ravel kijkt me uitdrukkingsloos aan.

"Ik weet niet of je het door had, maar De Dood is achter je aan. En... volgens mij is het veiliger als ik in de buurt ben om je te beschermen. Calm down."

"Oh..." Ik staar hem aan. Ik had er geen moment aan gedacht dat Ravel probeert mij te beschermen. De ontdekking raakt me. Niemand heeft ooit geprobeert me te beschermen. Mijn vader was er nooit, mijn zusje is te jong en mijn moeder stuurde me zelfs naar de dood – letterlijk. Ik sluit mijn mond (ik had niet door dat die open stond) en ik slik oncomfortabel. "Ehm... Dankje."

Snel loop ik langs hem voordat hij ziet hoe rood ik ben geworden. Ik concentreer me op mijn voeten en loop omhoog. Een paar secondes later hoor ik zijn stappen achter me op de trap. 

"Pas op, daar staat een deur." Zegt Ravels stem achter me. Ik kijk op en ontdek dat mijn neus twintig centimeter van de deur verwijderd is. Ik ben een hopeloos geval. Met een hoofd zo rood als een tomaat (tenminste, zo voelt het) open ik de deur en kijk naar de deur voor me. Kamer 100. Wacht. Moet ik dan nog zes trappen op? 

Ravel pakt me bij mijn arm en trekt me de lift in. Slimme jongen.

Ravel leunt nonchalant tegen de spiegel aan en ik leun – het tegengestelde van hem, hoe kunnen wij nou tweelingen zijn? – ongemakkelijk tegen de andere hoek aan. Zijn zwarte haar valt in zijn ogen en schaduwen leggen zich over zijn gezicht. Zijn ogen zijn lichtpuntjes in het donker...

Ik merk op dat ik hem aanstaar en kijk snel naar mijn voeten, iets wat wel familair is, Ravel doet het ook heel vaak.

De deur van de lift gaat open en Ravel stapt langs me de gang in. Ik volg hem en de deuren sluiten achter me. De gang is zwak verlicht door lampjes – wacht even, er zitten kaarsen in. In welke eeuw leef ik? – en op de grond ligt een lang rood tapijt. De deuren zijn van donker hout, ik heb geen idee welke soort. De deurknoppen zijn allemaal indentiek goudkleurig en op een paar kastjes naast de deuren staan bloemenvasen met rozen in alle kleuren.

Ravel steekt de sleutel in het slot van onze deur. Chambre 618, staat er met sierlijke gouden letters opgeschreven. Ik moet er niet aan denken dat getal in het Frans uit te moeten spreken. De deur gaat open en we komen de kamer binnen.

Het is een prachtige kamer. De muren zijn van hout, iets wat meteen een knusse sfeer geeft. Bijna meteen naast de deur staat een andere deur die waarschijnlijk naar de badkamer leidt. Er staat een groot tweepersoonsbed in het midden van de kamer met – yeeeeeeeh!!!! – heel veel kussens erop. Het idee dat ik daar met Ravel op moet slapen word ik claustrofobisch. Van mij mag dat bed tien keer zo breed zijn en mag Ravel op de grond slapen.

Een leren bank staat in de hoek en een kleine ontbijttafel staat er naast. Ik kan me niet meer inhouden en ren op het bed af. Met schoenen aan laat ik me erop ploffen. Ik heb het gevoel dat ik in een wolk val. Wat een goddelijk bed, vergeleken met de grond van het bos. Grond. Bos. Geschrokken spring ik op. Gelukkig, het bed is niet vies geworden. Ik laat me weer in de lakens zakken.

Ravel loopt direct naar het kleine fornuis en rommelt aan de knoppen. Een klein vlammetje ontstaat. Hij zet het fornuis weer uit en opent de kasten. Hij sluit ze weer en doet de koelkast open.

"Shit." Mompelt hij. Ik verlaat het paradijs van de lakens en loop naar hem toe.

"Wat is er?" vraag ik. Hij draait zich om en zegt:

"Heb je iets tegen eten in een restaurant?"

De gedachte aan eten laat mijn maag rommelen. Ik geef geen antwoord maar pak Ravels mouw vast en trek hem de deur uit. Ik sleep hem naar de lift, maar Ravel blijft staan. Geïrriteerd draai ik me om.

Ravel staat met één voet tussen de deur. "De sleutel ligt nog binnen."

"Owh." Ik wacht tot Ravel de sleutel gepakt heeft en hij de deur op slot doet. Mijn maag protesteert en zegt me dat ik gewoon naar het restaurant moet rennen, maar aangezien Ravel de enige van ons die Frans kan heb ik niet veel keus.

"Heb je geld?" Zeg ik als de liftdeuren openen. Ravel grijpt als antwoord in zijn zak en haalt een dik pak van biljetten eruit. Na een tweede blik erop onderdruk ik een gil. "Briefjes van 500?!" Fluister ik, denkend aan mogelijke dieven.

"Yup." Zegt Ravel en loopt zonder me aan te kijken snel langs me. Ik haal hem in.

"Volgens mij moet ik een vragenlijst maken." Mompel ik, net hard genoeg zodat Ravel het kan horen. Uit mijn ooghoek zie ik hem grijnzen. "Ben ik zo mysterieus?"

Ik rol met mijn ogen. Ja. "Nee, maar je kunt vloeiend Frans –"

"Ik ben in Frankrijk opgegroeit." Zegt Ravel. Ik knik. Had ik zelf kunnen bedenken. "Waarom kun je dan ook goed Nederlands? En Engels?!"

"Vader leerde me die talen. Dat vond hij belangrijk."

Als ik naar hem kijk zie ik hoe zijn blik naar iets heel ver weg gaat. Zoals heel vaak vraag ik me af wat hij denkt.

Zou hij een vriendin hebben? Dat wou ik niet denken. Ik wil niets met zijn liefdesleven te maken. Mijn trots blijft tegen me schreeuwen dat het me niet interesseert, maar mijn nieuwsgierigheid wint.

"Heb je een vriendin?" Schiet het eruit. Ik krijg meteen de neiging mijn hoofd tegen de dichtsbijzijnde muur te slaan. Ravel kijkt me aan met een opgetrokken wenkbrauw. Mentale hoofdklap één. "Vergeet wat ik zei. Het gaat me niets aan."

"Je bent mijn zus. Mijn leven gaat jou heel wat aan."  Ravel glimlacht zwak.

"Klopt. Nou, heb je een vriendin?" Mijn nieuwsgierigheid groeit met elke hartslag. En mijn hartslag gaat snel. Te snel.

"Je bent toch niet jaloers?!" Ik doe mijn mond open om te protesteren, sluit hem weer en doe hem weer open.

"Als mijn broer opeens alleen maar met een ander meisje omgaat word ik jaloers ja." Ik sla mijn armen over elkaar.

"Ik zal je niet langer kwellen" Thanks. "Nee, ik heb geen vriendin. En... Daar is het restaurant!"

Restaurant is groot gezegd. Het is meer een paar bij elkaar gezette tafeltjes met stoelen erom. Maar het eten ruikt verrukkelijk en mijn maag is het er 300% mee eens.

Ik storm naar een tafel onder een boom en ga zitten. Ravel gaat tegenover me zitten en binnen secondes staat er een man naast onze tafel.
Geen wonder, we zijn de enige klanten.

De man zegt iets in het Frans, maar hij kijkt naar mij. Hij lijkt Ravels blik te ontwijken. Kom op gast, we hebben dezelfde ogen! Is hij zo veel minder eng dan ik? 

Ik wijs naar Ravel. "He's the only one of us who can speak French."

De man spreekt volgens mij geen Engels, maar hij lijkt de boodschap te begrijpen. Hij slikt en wendt zich naar Ravel. En ontwijkt zijn blik. Ik zucht en begin met een pluk van mijn haar te spelen. Een vreselijke gewoonte, maar ik kan er niets aan doen. 

Ravel draait zich naar mij. "Wat wil jij?"

Goeie vraag. Ik krijg honderden van ideeën, maar uiteindelijk ga ik voor simpel: "Doe maar spaghetti."

Ravel glimlacht verrast en draait zich naar de ober. Hij zegt iets in het Frans en ik let heel goed op zijn gezicht. Wat vinden mensen zo eng aan hem? Nu ik oplet, merk ik dat hij tegenover anderen een bijna bedreigende houding heeft. Hij kijkt de ober zonder enig teken van een glimlach aan, en op zijn spookachtig witte gezicht ziet dat er best eng uit. Voor het eerst snap ik andere mensen.

De ober loopt weg en ik voel zijn opluchting. Ravel draait zich naar mij en het angstaanjagende is verdwenen.

"Jij bent echt creepy." Zeg ik.

Een schaduw valt over Ravels gezicht. Zijn hele gezicht word grauw, zijn wallen lijken dieper te worden en zijn haren vallen over zijn ogen. Een rilling glijd over mijn rug.

Ravel glimlacht en hij is weer totaal de oude. "Trucje van vader. Als mensen bang voor je zijn doen ze iets veel sneller dan anders."

"Ik was niet bang voor je." Zeg ik.

Ravel kijkt ongemakkelijk naar zijn lange vingers. De vingertopjes raken elkaar en gaan weer los. Dat doe ik ook altijd als ik me ongemakkelijk voel. Het is een tijdje stil. Als Ravel weer opkijkt lijkt hij bijna verlegen. "Dat zou ook niet werken. Je bent je hele leven op je hoede geweest. Je zou meteen weg gaan als er iets niet zou kloppen."

Ik knik. Het is waar. Maar er zit meer achter. Ik ken Ravels reacties zo goed als de mijne, omdat we familie zijn enzo. Ik doe precies hetzelfde als ik lieg. Ik besluit er niet verder op in te gaan.

Ravel pakt een bloem uit de vaas en begint de bloemblaadjes eruit te trekken. Ik zie hem bijna denken: wel doen, niet doen, wel doen, niet doen. Het laatste blaadje blijkt wel doen te zijn, aangezien hij diep adem haalt en me direct in de ogen kijkt. "Genoeg over mij." Zegt hij. "Vertel me over jou."

"Wat wil je weten?" Vraag ik nerveus. Ik wil niet liegen tegen Ravel, maar als hij persoonlijke vragen gaat stellen... Sommige dingen moeten privé blijven. Zoals bijvoorbeeld een crush op je broer.

"Heb jij een vriend?" Hij grijnst ontdeugend en er verschijnt een glinstering in mijn ogen. Ik forceer me erop er niet naar te staren en kijk naar mijn handen.

"Nee."

"Nooit een gehad?"

"Nope."

"Dat verbaast me." Ik kijk verbaast op. Was dat nou een compliment? Ravels uitdrukking verklapt niets.

"Ik ben op mijn hoede." Zeg ik simpelweg. "Volgende vraag?"

"Waarom... waarom accepteer je geen liefde?"

De vraag blaast me bijna letterlijk van mijn stoel. Ik accepteer liefde! Ik accepteerde mijn gezin, mijn moeder, die me verraden heeft, mijn vader, die stierf, mijn zusje, mijn broer... Nee. Ik accepteer geen liefde van Ravel. Ik kijk hem aan en lees in zijn ogen dat hij precies dat bedoeld.

"Ik ken je net een paar dagen, en het eerste wat je ongeveer deed was mijn hoofd tegen een piano slaan. Ik accepteer liefde, als ik die krijg."

Verder hoef ik niet te praten, want de spaghetti komt eraan.

-----------------------------------------------

Eerst heette dit hoofdstuk 'Ik wist niet dat een tweepersoonsbed zo krap kon zijn.' maar toen bedacht ik dat ze een dag lang niets hadden gegeten, dus moesten ze gaan eten. Anders zou dit hoofdstuk meer dan 3000 woorden krijgen en dat is gewoon te veel. Het volgende hoofdstuk heet zo. ER GAAT NIETS FOUTS GEBEUREN!!!

xx ~ Fauna



Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top