The 911 Call
"Waar kan ik u mee helpen?" "Er is ingebroken. Ik heb me verstopt maar, ik denk dat ze me door hebben." "Wat is je naam?" "Jace. Ughhh-" "Jace?" "Ze zijn aan het smoken." "Maak je maar geen zorgen, Jace. Hulp is onderweg." "Ok- AAAHHH!" "Hallo? Jace? Jace!" De telefoon was opgehangen. "Catharina?" Oom schud mij wakker uit het dagdromen. "Wat is er?" "Je moet mee naar het bureau." "Waarom?" "Je moet je verklaring gaan afleggen." "Oké." We stappen de auto in en rijden naar het politiebureau. Terwijl we wegrijden zie ik de rest van de agenten op de scène blijven. "Heeft hij veel geleden?" Mijn oom schud zijn hoofd. "Het was snel over." Oom parkeert de auto en wij stappen de bureau binnen. Iedereen keek even op om te zien wie binnen kwam en deden dan weer snel verder met hun werk. We zetten ons neer in oom zijn bureau. "Hier moet je je verklaring opschrijven." Hij schuift een leeg geel blad en een bik naar mij. Ik pak de bik en begin te schrijven. Het moet iets geloofwaardig zijn. Ik kan onmogelijk schrijven dat ik stemmetjes in mijn hoofd hoorden en dat die precies wisten waar het lijk lag. Wie gaat dat nu geloven? Dan denken ze dat ik gek ben. Eenmaal ik klaar ben met mijn verklaring te schrijven geef ik het blad aan oom en hij leest het door. "Jullie hadden ruzie?" "Een beetje." Ik hoop dat oom erin trapt. "Ik heb Ian gebeld om je te komen ophalen. Praat het straks uit met hem." Hij gelooft het! "Zal ik zeker doen." Ik sta op en schuif de stoel onder tafel. "Tot straks." Ik geef oom een kus op zijn wang en verlaat zijn bureau. Ik ga naar buiten en stap in Ian zijn jeep en wij rijden naar thuis. "Waarom was je weggelopen van het ziekenhuis en hoe wist je hem te vinden?" Ian blijft gefocust op de weg. "Ik moest overgeven bij het zien van mijn klasgenoot zijn lijk en rende dus naar buiten." "Zo ver?" "Ja." Ian parkeert de jeep voor de deur en wij stappen uit en gaan naar binnen. "De anderen?" "Ze zijn naar huis vertrokken, enkele minuten later nadat je wegrende. We wisten genoeg." Ik knik. "Hebben we ruzie?" Ik schud mijn hoofd. "Nee. Hoezo? Van wie heb je dat?" "Pap. Wanneer hij mij gebeld had om jou op te komen halen had hij gezegd dat ik het goed moest maken met jou." Dat is juist. Ik heb mijn leugen nog niet aan hem uitgelegd. "Oh, dat." Ik was het bijna vergeten. "Ik kon onmogelijk in mijn verklaring schrijven dat de-" Wacht even. Ging ik serieus juist zeggen dat de stemmetjes in mijn hoofd me naar het lijk brachten? Bovennatuurlijk of niet, hij zal me gek verklaren wanneer ik hem dat zou vertellen. "Catharina?" Hij zwaait met zijn handen voor mijn ogen. Ik duw ze weg. "Wat is er?" "Je was aan het dagdromen. Wat wou je zeggen? Wat kon je onmogelijk in je verklaring schrijven?" "Triiiing Triiiing." Ik pak mijn gsm uit mijn broekzak. "Ja?" "Catharina, Grey hier." Dankje, Grey! Je hebt mij gered. "Dat is lang geleden." "Ja, ik dacht juist hetzelfde." Er heerst een stilte voor een paar seconden. "Catharina... Wil je, morgen, mee met mij op date? Gewoon de twee van ons?" Hij wilt op date gaan? Met mij? "Ja!" Wat doe ik nu? Straks denkt hij dat ik nog gek ben. "Ik bedoel ja, graag." Grey lacht even met mijn reactie. "Ik zal je komen ophalen. Tot morgen." "Tot morgen." Hij hangt op. "Wie was het?" "Het was Grey!" "Grey Lys?" "Ja. Morgen gaan we op date." "Jij blijft thuis!" Wat zegt hij nu? Waarom moet ik thuis blijven? "Wat? Waarom?" "Ben je de vorige keer vergeten? En trouwens daar ben je nog te jong voor." Hoe zou ik dat kunnen vergeten? Te jong? Wat heeft hij toch tegen Grey en mij? "Nee maar, dat was die jongen zijn fout niet!" "Jij blijft hier, punt uit en geen discussie!" Wie denkt Ian wel dat hij is? "Je bent mijn vader niet!" Ik loop naar buiten en laat hem stomverbaasd achter. "Stop het! Laat mij los!" "Ha, dat dacht ik niet." "AAAHHH!" Ik hou mijn handen over mijn oren. "Ren!" "Te laat, schat." "Bang!" "NEE!" Laat het stoppen! Laat ze stoppen! Ik pak mijn gsm en bel naar Grey. "Catharina? Wat is er?" "Ian en ik hebben een soort van ruzie en ik vroeg me af of ik de nacht bij jou kon blijven?" "Huh?" "Alleen als het geen probleem is voor jou, natuurlijk." "Oh, nee nee. Wacht effe. Ik ga het aan mijn vader vragen." "Oké." "Pap zegt dat het oké is." Gelukkig. "Ik ga nu ophangen en je mijn adress sturen." "Oké, tot straks." "Tot zo." Grey hangt op en enkele seconden later krijg ik het adress toegestuurd via sms. Ik toets het adress in Google Maps en volg, zo goed mogelijk, als ik kan de directies. Ik kom toe aan een huis en check, voor de zekerheid, het huisnummer. Wanneer ik zeker ben dat het Grey zijn huis is, bel ik aan. "Ik kom, ik kom!" Een minuut later wordt de deur geopent. Niet door Grey maar, door Iryn, zijn zus. "Wat doe jij hier!" Plots krijgt ze een harde schouderklop. "Iryn!" Het is Grey. "Wees wat beleefder tegen onze gast." Hij duwt haar een beetje opzij. "Kom maar binnen, Catharina." Ik knik. Grey gaat voor en ik volg hem. Iryn sluit de deur en volgt achter ons. We stappen naar de eettafel, die gedekt is en al. Aan tafel zit er een man de krant te lezen. Grey kucht even en de man kijkt op. Hij staat op en komt voor ons staan. "Catharina, dit is mijn vader." Hij wijst naar zijn vader. "Pap, dit is Catharina." Hij wijst naar mij. "Leuk u te ontmoeten." "Hetzelfde. Het is leuk om eens een vriendin van Grey te ontmoeten." Hij kijkt even naar de gedekte tafel. "We waren juist van plan om te eten. Zin om met ons mee te eten?" "HELP! IEMAND! HELP!"
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top