Masquerade

"AAAAHHHHHH!" Iedereen stopt met wat ze bezig zijn en gaat naar het meisje die geschreeuwd heeft. Haar witte jurk was vol met bloed en naast haar ligt haar vriend met zijn keel opengesneden. Hij houd zijn handen over zijn keel om het bloeden tegen te houden. Hij ademt nog, hij leeft nog. De leerkrachten kwamen rond hem staan en zorgde ervoor dat niemand hem kon zien. Één van de leerkrachten belde naar 911. "Hallo? Ja, u moet direct komen naar Lothundre High School. Het gebeurt weer." Een andere leerkracht hield een handdoek tegen de leerling zijn keel om het bloed te laten te stoppen of toch ervoor te zorgen dat hij niet dood bloed. Het duurt niet lang totdat de ambulance en de dokters ter plaatsen zijn. Ze doen hem in de ambulance en rijden weg naar het hospitaal. Een paar minuten later is ook de politie ter plaatsen. Wat betekent dat oom ook ter plaatste was. Onze ouders of in mijn geval mijn voogd, werden verwittigd van het voorval. We werden naar buiten begeleid door een paar agenten. Er werd een politielint rond de refter gedaan. Het was nu officieel een poging-tot-moord scene. "Ian...! Catharina..!" Oom geeft ons een teken om bij hem te komen en dat doen we dan ook. "Is dit iets bovennatuurlijk waar ik over moet weten?" We halen onze schouders omhoog. "Goed dan. Agent Carron!" Hij wuift naar de agent en hij stapt naar ons toe. "Sheriff?" "Kun je Ian en Catharina thuis brengen?" Hij knikt. "Tuurlijk." Hij begeleid ons naar zijn politieauto en wij stappen in. Agent Carron start de auto en rijd naar ons thuis. "Nou, dit is de eerste keer dat ik in een politieauto zit die niet naar het bureau rijd." Ian kijkt me niet begrijpend aan. "Dat is een verhaal voor een andere keer." Agent Carron parkeert de auto en komt mee met ons naar binnen. "Oom heeft gezegd dat je ons moet afzetten. Niet dat je de hele tijd op ons moet letten." "Dat weet ik. Ik heb vorige week een paar mappen hier vergeten." Hij pakt de mappen van de bureau. "Geen domme dingen doen." Hij kijkt even naar Ian en gaat daarna naar buiten de auto in. We kijken door het raam en wachten tot hij niet meer te zien is. Ik doe de gordijnen weer toe. Ik zie Ian stilletjes zijn spullen weer bij één pakken. Wat is hij nu weer van plan? "Wat ben jij van plan?" Ik kijk hem wantrouwig aan. "Niks." "Iets dom, zeker?" "Wat? Nee!" Ik geloof er niks van. "Als je ergens naartoe ga moet je me maar meenemen." Hij zit na te denken. "Dat zijn de voorwaarden of..." "Of?" Hij kijkt naar mij. Ik heb zijn aandacht. "Of ik vertel het oom." Zijn ogen worden groot. "Nee?" Ik knik. "Oh yeah." Ik pak mijn gsm uit mijn broekzak en type oom zijn nummer in. Ik type het zo traag mogelijk om Ian een beetje te plagen. Ik hou van mensen te plagen. Dat is één van de weinige dingen waarin ik goed in ben. "Oké oké, jij wint." Ik glimlach en steek mijn gsm terug in mijn broekzak. Ian houdt de deur open. "Dankje." Het komt niet vaak voor maar, soms kan Ian een gentleman zijn. Wij stappen zijn jeep in. "Waar gaan we naartoe?" Hij start de jeep. "Naar Rayen's." Wij rijden naar de Lycalls. Hij parkeert de jeep en wij stappen uit. Ik zie anderen voertuigen geparkeerd staan. Sommige herken ik, zoals Marcel zijn motor. "De anderen zijn er ook?" Ian knikt. We gaan naar binnen en Ian opent de grote deur. "Gaat het hier over een bovennatuurlijk wezen?" "Dat weten we niet." Iedereen kijkt onzeker. "Marcel?" Hij haalt zijn schouders omhoog. "Hij is dood." "Dat kan je niet weten, Lizzy." "Hij heeft geen pols." "Dat kan niet waar zijn. Is hij echt dood?" "Ja." "Hoe moet ik het nieuws breken tot mijn studenten?" "U verzint wel iets." "Horen jullie dat?" "Hangt af. Wat hoor jij?" Ik zak tot mijn knieën en laat hier en daar een traan ontsnappen. "Catharina?" Hij geeft mij een knuffel. "Hij is dood..." Ik fluister zo stil mogelijk maar, ik weet dat ze het allemaal kunnen horen. Juist op dat moment gaat Ian zijn gsm. "Ja, Lizzy?" "De jongen van school, hij is dood." "Ben je zeker?" "Ja, Ian. Ik sta er zelf bij. Ik weet wanneer de stemmetjes in mijn hoofd mij bij een dode brengen." "We komen zo." Hij hangt op. Hij staat recht op en helpt mij overeind staan. Rayes komt voor ons staan. "Hoe wist je dat?" "Wat?" "Dat hij dood is." "Ik hoorde de dokter en onze directeur er over praten." Iedereen kijkt verbaasd naar mij. "Ik heb dat niet gehoord." "Ik ook niet." "Hetzelfde geldt voor mij." "Wat hij zegt." Dus simpel gezegd, ik ben de enige die de stemmen gehoord heeft? "Ze is een weerwolf, toch?" "Ja, waarom?" "Kan het niet zijn dat ze een banshee is?" Een banshee? Wat is dat nu weer? "Wat is een banshee?" Geen antwoord. Ze negeren mijn vraag. "Nee." Iedereen kijkt naar Rayes die zelfzeker antwoord. "Jullie kennen allemaal Lizzy. Buiten de stemmetjes in haar hoofd en haar haar ongelooflijk luid geschreeuw is ze doodnormaal. Catharina hier..." Hij kijkt naar mij en dan weer terug naar de rest. "Integendeel van Lizzy kan ze alles doen wat wij kunnen. Betere zintuigen, klauwen, hoektanden, ogen die naar goudgeel veranderen. Ik zie op geen enkele manier haar een banshee zijn." "Kan iemand me eindelijk eens inlichten over wat jullie aan het praten zijn?" "Niet nu. Straks." "En wanneer is dat?" "Wanneer we bij Lizzy zijn. We hebben haar genoeg laten wachten." Ian pakt me vast aan mijn arm en trekt mij mee naar buiten. De rest volgt mee achter ons. Eenmaal buiten laat hij mij los. "Waarvoor moest dat nu? Je had me ook gewoon kunnen vragen: Catharina, we gaan naar Lizzy. Kom je mee?" "Maar, zou je het dan gedaan hebben?" "Nee." Ian lacht een beetje. "Daarom dus." Hij opent de deur van de jeep. "Kom je?" Ik knik.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top