Cassette 9: Kant A

Nooit Vergeten

Met het mes in haar handen, loopt ze naar de juwelier. Ze is hier nooit eerder geweest, maar dat is ook de bedoeling. Ze wil niet herkend worden door de omstanders.

Het belletje gaat af, als ze op de mat stapt, de warme, maar kleine ruimte binnen. Het is er behoorlijk druk, dat had ze niet verwacht. Misschien is het maar beter zo.

Aan de tafel, in het midden van de zaak, zit een vrouw en jongere man, die sprekend op de vrouw lijkt: moeder en zoon, dat is wel duidelijk. Wat verder achterin de zaak staat nog een man, kijkend naar de horloges en rechts, naast de deur, staat een oudere dame te kijken naar de gouden ringen.

'Goedemiddag,' zegt een jonge vrouw die achter de toonbank staat. Haar groenige ogen glinsteren in het heldere licht van de juwelierszaak.

Nadine slikt. Ze lijkt zo op Tamara, het is bijna een spiegel. Snel schudt Nadine haar hoofd. Deze vrouw heet Jessica, tenminste dat zegt haar naamplaatje.

Snel zet Nadine een glimlach op en verbergt het vlindermes achter haar rug. 'Goedemiddag,' zegt ze beleefd.

'Zoek je iets specifieks?' vraagt Jessica, 'of kijk je alleen maar rond.'

'Oh, ik ben gewoon wat aan het rondneuzen.' Met een glimlach op haar gezicht, loopt Nadine naar de dichtstbijzijnde vitrinekast en kijkt naar alle glinsterende kettinkjes. Ze is zelf niet zo'n sieradenmeid. Om haar nek hangt een ketting van een boom om Tamara te herinneren, maar verder heeft ze geen versieringen op haar lichaam.

Kijkend in de vitrine, ziet ze zichzelf. Haar gouden ogen kijken naar terug, bijna beschuldigend. Is dit wat ze echt wil?

'Ja,' spreekt haar spiegelbeeld. Dit is wat ze verdient, dit is wat ze wil. Voor Tamara.

Een jongen met een bierwalm die ze nog aan de andere kant van de campus kon ruiken, kwam haar kant op lopen. Hij keek haar niet aan, toen hij op het bankje ging zitten en met klamme handen aan de zoom van zijn vest plukte.

'Heb je de betaling?' vroeg Nadine, terwijl ze keek naar de studenten, die nietsvermoedend over de campus heenliepen naar hun volgende college.

De jongen knikte, haalde zijn zwarte rugzak van zijn rug af en ritste hem open. Uit de zak haalde hij een klein tasje, dat hij aan Nadine gaf.

Ze pakte het van hem over en keek in het tasje. Drie netjes stapels van op elkaar gestapelde biljetten van twintig en vijftig euro bij elkaar gehouden door een elastiek zaten in het tasje. Met een glimlach deed Nadine het zakje weer dicht en stopte het in haar schoudertas, waar ze direct een grote kartonnen envelop uithaalde. In de hoek stond met dikke, zwarte tekens een code geschreven. 'De antwoorden voor het sociologie-examen,' zei ze, terwijl ze het aan hem overhandigde. 'Succes is hiermee gegarandeerd.' Ze zette een glimlach op. Dat had ze maar weer mooi voor elkaar gekregen.

'Bedankt,' zei hij, terwijl hij de envelop snel in zijn tas propte en haastig weer opstond. Zonder nog wat te zeggen liep hij weg, het universiteitsgebouw weer in.

Tevreden en voldaan stond ook Nadine op en liep de campus over naar haar kamer, die zicht aan de rand van het terrein stond. Het waren allemaal zeecontainers op elkaar gestapeld en een ervan was de hare, die ze deelde met haar vriendin: Tamara. Ze kon het maar niet haar thuis noemen en toch was dat de plek waar ze het veiligst was.

Ze stak de sleutel in het sleutelgat en gooide de voordeur open. Ze had gehoopt dat ze even alleen was, voordat Tamara thuis zou komen, maar toen ze de naar binnen stapte, zag ze haar vriendin met de lieve, altijd twinkelende groene ogen op de bank zitten, met haar armen over elkaar, omringt door stapels aan papieren. Nadines hart zakte in haar schoenen, toen ze de bende zag. Tamara had het ontdekt.

'Wat is dit?' vroeg ze scherp.

Nadine zuchtte. Ooit had ze het wel willen vertellen, maar ze was er nog niet klaar voor en Tamara was dat ook niet. Ze waren samen voor amper een jaar, voor Nadine niet lang genoeg om haar grootste geheim te delen. 'Ik denk dat je dat wel weet, Tam,' zei Nadine. Ze deed haar schoudertas af en zette hem in de hoek, het geld liet ze daar maar even in.

'Spaar me je charmante woorden, Nadine,' zei ze boos. 'Wat heeft dit te betekenen?' Ze griste een stapel papieren van de bank op en smeet het woest naar Nadine toe.

'Oké Tam, kalmeer. Ik zal het je uitleggen.' Nadine stapte over de bende heen naar haar vriendin en ging naast haar zitten. Voorzichtig pakte Nadine Tamara's zachte handen vast en keek haar aan. 'Dit zijn de antwoorden van verschillende examens.'

'Hoe kom jij daaraan?' riep Tamara gepikeerd uit.

'Overgekocht,' zei Nadine. Haar stem was kalm en warm. 'Hoe denk je dat ik deze kamer kan betalen? Niet met mijn baantje bij de bar.'

Tamara viel stil. Waarschijnlijk had ze Nadines eerlijkheid niet verwacht, maar dat was wel een reden waarom ze voor haar gevallen was.

'Ik verkoop de antwoorden door aan studenten en wat zij ermee doen, is niet mijn probleem.' Nadine glimlacht en knijpt even in de handen van Tamara.

Ze keek weg. 'Ik wil dat je het stopt. Je hele handeltje. Geen kopen en verkopen meer, maar eerlijk verdienen. Dit kan niet, Nadine. Wat als je opgepakt wordt? Wat moet ik dan?' Nu keek ze recht in de gouden ogen van Nadine. 'Ik wil je niet kwijt.'

Nadine glimlachte. 'Ik word niet gepakt, dat weet je toch?' Ze haalde haar hand door goudblonde haar van Tamara.

Tamara zuchtte. 'Je charisma gaat je deze keer niet redden. Ik wil dat je het stopt. Ik kan niet met iemand samenzijn die haar eigen leven zo op het spel zet.'

Hoe moeilijk ze het ook vond, Nadine knikte. 'Goed, voor jou zal ik het stopzetten.' Ze stond op en raapte alle papieren bij elkaar. Morgen zou ze die verbranden op een verlaten industrieterrein en al haar contacten verwijderen. Ze wilde Tamara niet kwijt.

'Dank je,' fluisterde Tamara.

Die ochtend toen ze in college zat, ging haar mobiel af. Een berichtje van een anonieme koper. "Waar kan ik het pakketje ophalen?" stond er.

"De handel is gestopt," stuurde ze terug. Ze blokkeerde het nummer en focuste zich weer op het college. Tijdens de les kreeg ze meerdere keren nog een berichtje, maar ze wees ze allemaal af. Voor Tamara.

Toen de twee uur voorbij waren, stopte ze haar laptop in haar tas en liep naar haar volgende werkcollege. Voor de zoveelste keer ging haar mobiel af, maar het berichtje was anders. "Geef me de antwoorden of je ziet haar nooit meer terug," stond er.

Zonder na te denken, rende ze de campus over, naar haar kamer. Hun voordeur stond op een kiertje. Tamara zou nooit zomaar de deur openhouden, daar was ze veel te angstig voor. Binnen was het stil, tenminste, zo ver Nadine het kon horen.

Ze stormde toen naar binnen en vond daar toen Tamara op de bank. Haar mond was afgeplakt met tape en haar handen en voeten omwikkeld. Ze kon nergens naartoe. Zodra ze Nadine zag, werden haar ogen groot en begon ze te piepen.

'Sssh,' suste Nadine. 'Ik maak je los, het komt goed. Maak je geen zorgen.' Ze stond op het punt om Tamara los te maken, toen de voordeur achter haar dichtklapte en twee gestalten uit de badkamer kwamen lopen. Van schrik bleef Nadine stokstijf staan.

Twee gemaskerde mannen liepen naar Tamara toe en trokken haar overeind. De langste van de twee hield een zakmes stevig in zijn handen vast. De man die achter Nadine stond, bewaakte de deur. 'Geef ons de antwoorden,' gromde de man met het mes. Hij trok Tamara tegen hem aan en drukte het mes tegen haar keel.

Luid begon Tamara te piepen en keek met angstige grote ogen naar haar vriendin. Tranen stroomden over haar wangen, terwijl ze zich los probeerde te rukken uit de ijzeren greep van de indringer.

Nadine Tamara aan. Ze had de antwoorden nog, ze zou ze pas vanmiddag verbranden.

'Geef ons de antwoorden, of je lieve vriendinnetje gaat eraan!' siste de indringer met het mes naar Nadine, toen ze niet snel genoeg reageerde.

'Ze liggen in de onderste lade van die kast,' zei ze wijzend naar de kast die naast de bank stond.

De man met het mes gebood met een hoofdgebaar naar zijn maat dat hij moest gaan kijken in de lade. De tweede man liep naar de kast, terwijl de derde man de deur bleef bewaken.

De lade werd opengetrokken en papieren vlogen in het rond, terwijl de man op zoek ging naar de antwoorden. Met elke minuut die verstreek, werd het mes strakker op Tamara's keel gezet, tot ineens een stapel papieren uit de kast getrokken werd. 'Dit zijn ze!' riep de man. Hij stond op en liep terug naar de leider van het trio.

'Zie?' vroeg hij. 'Zo moeilijk was dat toch niet?' Hij wuifde wild met zijn hand. De man bij de deur trok de deur open en liet zijn maat uit. De man die Tamara vasthield, gaf haar een duw. Ze viel voorover, omdat ze zich niet kon opvangen en landde met haar hoofd tegen de punt van de tafel.

Zonder acht te slaan op Tamara, stapte hij over haar heen en liep de kamer uit. 'Oh,' zei hij nog. 'Ik zou maar rennen, voordat de politie je oppakt.'

Nadine rende naar haar vriendin toe. Ze trok de tape van haar handen af en draaide haar om, zodat ze ook de tape van haar mond af kon halen. Tamara lag met gesloten ogen in Nadines schoot. 'Tam?' fluisterde Nadine zacht. 'Het spijt me.' Ze veegde Tamara's blonde haar uit haar gezicht en zag toen de grote wond in haar slaap.

'Politie!' klonk het achter haar. Ze werd bij haar armen gegrepen, om haar omhoog te trekken, maar Nadine gaf niet mee. Ze bleef over het gezicht van haar vriendin aaien, terwijl ze keek naar haar borst, die steeds trager omhoogging. Haar bloed loopt op Nadines broek. Nog een keer gaat haar borst omhoog en toen lag ze doodstil.

Nadine werd omhooggetrokken, weg van Tamara. 'Het spijt me,' fluisterde ze nog, voordat ze uit haar kamer werd gesleept. 'Ik houd van je.'

Ze heeft eerder in de gevangenis gezeten. Voor velen is het een gevaarlijke, enge plek, maar voor haar was het anders. Het was een veilige plek, eentje waar zij de baas was, waar ze controle had over haar wereld.

De wereld is een gevaarlijke plek. Onverwachtse wendingen liggen altijd op de loer. Veiligheid bestaat niet, tenzij je het zelf creëert en dat is precies wat ze aan het doen is.

Het mes ligt in haar hand. Het voelt zwaar aan, machtig. Ze zet eens stapje achteruit, weg van de vitrine en zwaait het mes in de rondte. Een week geleden kon ze er echt niet mee omgaan, maar oefening baart kunst. Geïntrigeerd kijkt ze naar de niet-bestaande schaduwen die de messen achterlaten, als ze het behendig heen en zweer zwaait.

Een luide gil klinkt door de ruimte. De moeder staat gehaast op, waardoor haar stoel met een knal achterover klapt. 'De Verdoemelingen. Ze zijn eindelijk aangekomen! Verberg U, red Uzelf! Het einde is nabij!' Bijna valt de vrouw achterover. Haar zoon staat op en begeleid zijn moeder naar zijn stoel en fluistert geruststellende woorden in haar oor.

Nadine kijkt naar het stel. De vrouw blijft trillend op haar stoel zitten, terwijl de man zo af en toe vanuit zijn ooghoeken naar Nadine kijkt. De oudere vrouw bij de gouden ringen, kijkt geschrokken in het rond. Allemaal lijken ze te wachten tot Nadine iets gaat zeggen of doen, maar zij houdt zich stil en blijft spelen met haar mes.

De man helemaal achterin loopt naar Jessica toe, die de telefoon erbij pakt. Angstig kijken ze naar Nadine, bang dat ze hen iets aan gaat doen.

Nadine houdt het mes stil. Dan begint de vrouw weer te gillen. 'Ze zijn er! De Verdoemelingen! Ze zijn aangekomen. Schuil en red Uzelf van de monsters onder ons. Ze zullen ons vinden. O, er is niks dat we kunnen doen dan schuilen. Het einde is nabij!'

Terwijl de vrouw hysterisch begint te jammeren en haar zoon met moeite zijn moeder tot kalmte kan manen, belt Jessica razendsnel de politie. Als Nadine naar haar kijkt, ligt de hoorn alweer op de haak. 'W-wil je iets hebben?' vraagt ze. 'Geld? Juwelen?'

Nadine schudt haar hoofd. 'Ik heb zojuist alles gekregen wat ik wilde,' zegt ze met een glimlach, terwijl ze het mes weer in haar zak stopt.

Nog geen vijf minuten later staan er meerdere politieauto's voor het kleine juwelierszaakje op de hoek van de straat. Gewapende politiemannen stappen uit en omsingelen zo goed als het kan, het pand. Een oude man met een brilletje op zijn neus staat bij twee agenten, maar de man hoort duidelijk niet bij de politie zelf.

'Gooi het wapen naar ons toe en loop met je handen omhoog naar buiten!' klinkt het door een megafoon.

Nadine pakt het wapen weer uit haar zak, gooit het de zaak uit en steekt haar handen in de lucht. Voorzichtig verlaat ze de juwelier en loopt een paar stappen naar voren.

Meteen snellen twee agenten naar haar toe, grijpen haar handen vast en boeien haar. Mensen staan met grote ogen te kijken hoe Nadine meegenomen wordt naar de auto's. Sommigen beginnen zelfs te joelen, maar zij trekt zich er niks van aan.

In haar ooghoek ziet ze hoe moeder en zoon de winkel verlaten, gevolgd door de oude dame, de man en uiteindelijk Jessica.

Gewillig loopt ze mee naar de auto, waar de oude man staat. Hij glimlacht naar haar als ze bij de auto staan. 'Hallo Nadine, ik ben Gabriel Thompson,' zegt de oude man, 'en ik zal je begeleiden tijdens jouw zoektocht naar heling in het Sanctum.' 

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top