Cassette 8: Kant A
Als oceanen spreken...
Maandagen waren het ergst. Niet omdat het de dag was na het weekend of omdat verantwoordelijkheid dan ineens weer tot me riep, maar omdat maandag de dag was dat iedereen wat te vertellen had.
Ik zat achterin in de klas, puur omdat de muren achter en naast me de veiligheid boden die ik nodig had. Luid pratend, lachend en schreeuwend kwamen mijn leeftijdsgenoten binnen. Ik liet een zucht ontsnappen, wetend dat dit weer zo'n dag zou worden.
Iedereen zocht een plekje in de klas, maar de stoel naast me bleef leeg. Ik had mijn mobiel in mijn hand, waar ik misschien iets te vaak op appte met iemand die ik eigenlijk niet kende. Nou ja, ik kende haar wel, maar we hadden elkaar nog nooit face to face gesproken. Soms vroeg ik me af of dat echt nodig was om een goede vriendschap te onderhouden. Oogcontact maken en elkaar aanraken hoefde niet. Het werkte perfect en tot nog toe hadden we het altijd heel gezellig. En daarbij... ze was net zo gestoord als ik.
We hadden projectweek, wat inhield dat we de hele dag in een muffig, stoffig lokaaltje gepropt zaten met vijfentwintig leerlingen, werkend aan een groepsproject.
Meneer Verheij kwam binnen en riep: 'Nou jongens, jullie weten wat je te doen staat. De opdracht van deze projectweek is: maak een filmplan voor het maken van trailer voor je favoriete boek. Jullie mogen overal gebruik van maken, maar het plan moet eerst goedgekeurd worden. Nou, als het goed is hebben jullie vorige week jullie groepsnummer ontvangen. Zoek je teamleden op en ga maar aan de slag. Over twee weken is het tijd voor de presentatie!'
Ik zuchtte. Ik zat met Loraine, Davey en Josef. Met Davey kon ik het nog wel redelijk vinden, maar de andere twee waren niet mijn meest favoriete personen in de klas. Ze zochten mij op en binnen no-time begon alles en iedereen door elkaar heen te praten.
Mijn hoofd begon te tollen, maar ik schudde het van me af. Geen tijd voor een overlading aan prikkeling. Even keek ik rond, maar ik zag dat de anderen gewoon oké waren. Waarom kon ik dat niet? Ik zette het van me af en luisterde naar de ideeën van de anderen. Ikzelf had al vijf ideeën klaarstaan, maar ik wachtte geduldig.
'Vind je het wat?' vroeg Davey toen aan mij.
Ik knikte. Als ze dan op zouden houden met praten... best! Het zou een of andere romantisch clichéverhaal worden, waar ik niet echt op zat te wachten. Het voordeel was dat zij mij als editor hadden aangesteld, wat inhield dat ik eigenlijk alleen maar achter de camera te werk hoefde.
We begonnen met het uitwerken van het plan, terwijl ik voelde hoe ik kouder werd. Dat was een teken dat ik energie aan het verliezen was, alsof er een gat in een emmer zat. Mijn hoofd begon te bonzen en het gezoem in mijn hoofd werd luider en luider en luider.
Waarom kon iedereen de hele dag dit aan en waarom hield mijn hoofd er halverwege mee op? Ik drukte het weg. Ik moest niet zo zeiken en gewoon doorgaan. Anderen konden het ook.
Tijd ging zo traag voorbij. Af en toe berichtte ik mijn vriendin aan de andere kant van Nederland. Ze dacht met me mee, gaf me tips, maar eigenlijk was er een ding waarvan ik wist dat zou helpen: naar huis gaan en een goede nachtrust.
Ik wilde niet, maar ik kon niet meer. Mijn hoofd was een grote chaos. Alsof ik middenin een woeste oceaan stond, een file aan gedachten, een overlading herrie. Ineens kan ik mijn eigen gedachten niet meer horen. Het was gewoon te veel.
Ik stond op en pakte mijn laptop in. 'Sorry jongens,' zei ik. 'Het is... ik voel me niet helemaal lekker.' Snel pakte ik mijn tas van de grond en verliet ik het lokaal. Meneer Verheij was, zoals altijd, weer ergens naartoe vertrokken. Onderweg naar buiten, liep ik hem tegen het lijf.
'Lauren,' zei hij toen, met een licht opgetrokken wenkbrauw. 'Gaat het wel?'
Ik schudde mijn hoofd. 'Nee, ik ga me ziekmelden. Ik voel me niet helemaal goed.'
De man keek me aan, nu met een bezorgde blik op zijn gezicht. 'Wat is er?'
Moest ik het zeggen? De meeste mensen snapten er niks van. Overprikkeling bestond niet in een wereld van extraverte mensen. Ik was niet geboren in de pasvorm waar de meesten in geboren waren. Er werd van mij verwacht dat ik er wel in paste, maar het feit dat ik niet pas, wil niet zeggen dat ik verkeerd ben.
'Ik raak gewoon snel overprikkeld door de drukte van de klas.' Ik viel stil, niet-wetend wat ik nog verder moest zeggen.
Hij keek me aan, al vroeg ik me af of hij het begreep. Toch knikte hij. 'Neem wat rust en dan zie ik je wel verschijnen,' zei hij toen.
Ik perste er een glimlach uit en liep het schoolgebouw uit. Het was de grote pauze, dus de meeste mensen waren buiten. Het was zomer, twintig graden en bijna windstil.
Ik hoorde wat geschreeuw en zag een groep mensen in een kring ergens staan. Mijn aandacht werd ernaar toe getrokken en ik voegde me in de groep. Midden op het schoolplein zag ik twee jongens elkaar in de haren vliegen. Schreeuwend en al half bebloed.
Om me heen zag ik mensen in elkaar krimpen. Meisjes zag ik huilen, jongens joelen en ik? Ik keek er naar, haalde mijn schouders op en ging naar huis. Ik was kapot.
SylvieThoughts Deze is voor Finish The Story.
Let me know, waar gaat het over? Welke "stoornis" of "afwijking" of iets dergelijks?
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top