Cassette 1: Kant A
Een traan gleed over haar wang en viel haar dood tegemoet op het zachte gras. Hoe vaak had ze hier al gelegen? Huilend, woedend, onbegrepen en alleen. Niemand begreep haar, niemand zag haar, niemand hoorde haar, alleen Natuur. Zij zou nooit oordelen of boos worden. Zij zou haar nooit zomaar beschuldigen. Natuur kende haar.
Harmonie lag op haar rug, starend naar blauwe lucht, omarmd door het gras. De wind bulderde woest om haar heen. Hij leek te schreeuwen. Kwaad op de wereld, net als zij. 'Ik doe het niet meer!' riep ze tegen de hemel. 'Ik doe het niet langer. Ze bekijken het maar.'
De wind leek wat tot bedaren te komen en fluisterde zachtjes in haar oor, alsof hij haar gerust wilde stellen. 'Ik doe alles wat er van me gevraagd wordt, ik geef, maar krijg niets meer terug. Ik ben op, leeg. Dit is zinloos! Waarom zou ik dan door blijven gaan? Vertel me dat dan? Waarom?' Weer gleed er een traan over haar wang, maar antwoorden kreeg ze niet. De wind leek met haar mee te huilen. Hij begreep haar wel.
Al een paar weken voelde ze zich als Atlas; alsof zij de wereld in haar eentje moest dragen. Een wereld vol pijn, haat, verdriet en schuld. Het was te zwaar voor haar alleen.
Een jongen kwam aanlopen en ging naast haar zitten. 'Je moet een besluit nemen, Harmonie,' zei de jongen zacht.
'Ga toch weg, Ego,' zei ze tegen hem. 'Laat me met rust.'
'Ik ga, maar je luistert eerst. Je hebt je lang genoeg bekommerd om anderen. Denk ook eens aan jezelf. Laat het gaan, Harmonie.'
Ze haalde diep adem. Dit was niet wie zij was. Ze kon toch niet zomaar loslaten?
'Toe,' smeekte Ego. 'Doe jezelf dit toch niet aan! Het is het niet waard.' Hij keek haar aan. Hij was oprecht bezorgd om haar. Met haar mouw droogde ze haar tranen; de tijd van huilen was voorbij. De tranen maakten plaats voor een glimlach. Ego had gelijk: tijd voor verandering. Ze nam een besluit en deed iets wat ze al veel eerder had moeten doen; ze liet de aarde vallen.
Die nacht sliep ze slecht. Schuld bleef de hele nacht bij haar en vertelde haar verhalen van vroeger, plantte in haar hoofd wat ze anders had kunnen doen en hoe anderen waarschijnlijk over haar dachten. Hoe hard ze haar ook smeekte haar met rust te laten, ze deed het niet. Schuld week niet van haar zijde.
Toen de ochtend kwam, voelde ze zich nog altijd even beroerd, als de avond ervoor. Ze had gedacht dat het leven veel lichter zou zijn, nu de aarde weg was. Ze had gedacht dat ze zich eindelijk vrij zou voelen, dat ze eindelijk kon zweven en kon vliegen, maar ze voelde zich allen maar zwaarder. Ze was nog onrustiger dan de dag ervoor. De woeste zee in haar was nog altijd stormachtig. Het donderde en regende onophoudelijk. Het was altijd vloed en de zeemeeuwen schreeuwden continu.
Harmonie probeerde alles om de zee te kalmeren, de meeuwen te stoppen, de regen te drogen, maar niets leek te helpen. Hoe hard ze het ook probeerde; het was zinloos en onbegonnen werk.
Ego kwam haar kamer binnen. 'Wat moet ik doen?' vroeg Harmonie in paniek, toen ze Ego zag. 'Je moet me helpen!'
'Dat kan ik niet,' zei hij. 'Maar ik ken iemand, die dat wel kan.' Een glimlach verscheen op zijn gezicht. 'Hein,' zei hij resoluut. 'Ken je hem nog? Vier jaar geleden waren jullie erg goed bevriend. Schrijf hem, hij weet wel wat je moet doen. Het komt goed, beloofd.' Ego klopte haar op haar schouder en glimlachte nog even.
'Dank je,' zei Harmonie, vlak voordat Ego haar kamer verliet. Ze herinnerde zich Hein wel. Een vriendelijke man was hij, vooral toen ze hem echt nodig had vier jaar geleden. Hoe kon ze hem zijn vergeten? Ach, hij was zo iemand die zich graag in de schaduw hield, al kwam hij vaak ongelegen. Met een kleine lach en een sprankje hoop begon ze aan de brief.
Ze schreef snel; ze moest het nu ook kwijt. Het was onleesbaar, maar Hein zou het wel begrijpen. Hij leek haar altijd te snappen. Ze stopte de brief in een envelop en gaf hem mee aan Ego, die op de stoep op haar had gewacht.
Precies een dag later kwam Ego haar kamer binnen, met grote glimlach en een envelop in zijn handen. 'Zei ik het niet?' vroeg hij. 'Het komt helemaal goed. Hij wil met je afspreken, vanmiddag!' zei hij blij.
Harmonie pakte de brief van Ego over en las opgelucht de brief door. Het was een korte brief, maar het bevatte precies genoeg informatie. Hij wilde met haar afspreken op het strand, over een uur.
Met een glimlach op haar gezicht, maakte ze zich klaar voor de ontmoeting met Hein. Ze trok haar jas aan, strikte haar veters en pakte nog de brief mee. Toen ze zich omdraaide, klaar om weg te gaan, stond Verstand voor haar, met zijn handen over elkaar. 'Wat denk je dat je aan het doen bent?' vroeg hij boos.
'Ga aan de kant,' zei Harmonie bars. 'Ik moet weg, ik heb een afspraak.' Ze hoorde een trilling in haar stem. Nee, dit was haar besluit. Dit wilde ze en er was niemand die haar tegen zou houden. Al helemaal Verstand niet.
'Je gaat naar Hein, zeker?' vroeg hij ietwat verbaasd.
'Hoe...?' Hij had haar brief gelezen, dat kon niet anders. 'Dat zijn jouw zaken niet!'
'Je hebt mijn vraag niet beantwoord,' zei hij rustig. 'Ga je naar Hein?'
'Ja!' schreeuwde ze. 'En wat dan nog?' Ze keek hem uitdagend aan. 'Ik laat me niet tegenhouden door jou. Had je maar eerder moeten komen.' Ze keek Verstand met een brutale glimlach aan. Dit was haar besluit.
Verstand zette een stap opzij, zodat Harmonie erlangs kon. 'Ga je gang,' zei hij laconiek. 'Je weet toch dat het geen zin heeft? Uiteindelijk moet je het toch weer opnieuw doen. Als Hein verstandig is, vertelt hij je dat ook.'
'Kan me niets schelen,' riep ze boos. Waarom zat hij haar toch altijd zo in de weg? Snapte hij dan niet dat ze weg wilde?
Terwijl ze langs hem stapte, keek ze hem boos aan. Hij zou haar niet tegenhouden. Niemand zou haar nog kunnen tegenhouden. Stampvoetend liep ze weg, op weg naar het strand.
De zee werd langzaam groter en groter, toen ze dichterbij kwam. Daar, in de verte stond Hein, starend over het woeste water. Ze stopte met lopen. Daar was dat gevoel weer, die aarzeling. Was ze er zeker van? Wilde ze dit?
Ze schudde het idee van zich af en liep door. Ja, dit wilde ze.
'Hallo Harmonie,' zei hij met zijn rustige, diepe stem, toen ze naast hem stond. 'Gaat het een beetje?'
'Nee,' zuchtte ze. 'Nee, het gaat helemaal niet.' Ze slikte de brok in haar keel weg. Ze had een vraag, maar ze was bang voor het antwoord. Ze raapte haar moed bij elkaar en vroeg: 'Ik... Kun je me meenemen?' Eindelijk had ze het gezegd. Zodra de woorden haar lippen verlieten, werd zee kalmer. Eindelijk zou ze haar welverdiende rust krijgen.
'Dat kan ik...' begon hij.
Harmonie wilde al juichen, maar Hein was nog niet uitgesproken. 'Maar dat doe ik niet, lieve Harmonie.' Meteen reageerde de zee woest. Dat kon niet!
Hein leek niet geïntimideerd en sprak rustig door. 'Het is je tijd niet. Mijn land is geen eindstation, maar een tussenstop. Dat weet jij ook wel. Ik weet dat het niet makkelijk voor je is, maar in elke woestijn ligt een oase. Vind die en herpak jezelf. Dit is niet hoe je altijd bent.' Zijn warme stem temde de woeste zee. Toch was Harmonie niet rustig. Ze had schade aangericht die onherstelbaar leek te zijn. 'Hoe dan?' riep ze in paniek. 'Ik heb de aarde laten vallen. Alles is al kapot, ik ben alles kwijt. Het komt niet meer goed!'
Hein keek haar aan en zei: 'Rustig, mijn kind. Ga naar huis. Daar vind je de steun die je zoekt.'
Teleurgesteld, verdrietig, bang en woedend ging ze naar huis. De storm was terug. De wind huilde weer en de zee golfde hoog op. Ze was verloren. Niemand wilde haar helpen, niemand kon haar helpen. Ze was een mislukkeling, zwak, zielig en waardeloos. Wat moest een ander nou met haar? Ze kon niet eens haar eigen wereld omhooghouden.
Schoorvoetend liep naar huis. Vanbinnen was ze koud als steen, bevroren en levenloos. Dit was het dan. Dit was hoe het voor de rest van haar leven ging zijn. Vanbinnen was het winter.
Ze opende de voordeur en sleepte zichzelf naar haar slaapkamer. Ze stond er alleen voor.
Ze duwde de deur van haar kamer open, maar haar kamer was niet alleen. Hein had gezegd dat ze de steun zou vinden die ze nodig had, maar ze had niet verwacht Emotie en Realiteit aan te treffen op haar bed. Het haar van Emotie was zee-blauw; de kleur van verdriet. Versteend staarde ze naar de twee meiden op haar bed. Dit had ze niet verwacht. Na maanden van afwezigheid, waren ze terug?
Voorzichtig, voetje voor voetje, liep ze naar hen toe. Emotie en Realiteit schoven op en lieten Harmonie tussen hen inzitten. Emotie trok Harmonie naar zich toe. 'Och meid!' zei Emotie. 'Ik weet het,' zei ze zacht. Emotie hield haar vast en wiegde haar zachtjes heen en weer. 'Het komt wel weer goed.'
Harmonie kon het niet helpen. Het gebeurde gewoon. De zee kwam als watervallen neer op het land en overspoelde alles wat het tegenkwam. 'Wat moet ik doen?' snikte ze. 'Ik heb de aarde laten vallen.'
Emotie liet haar los en keek haar aan. 'We pakken de aarde gewoon weer op,' zei Realiteit zachtjes.
'Hoe? Ze ligt aan diggelen. Ze is veel te zwaar voor me. Ik kan haar niet dragen. Niet meer.'
Realiteit en Emotie hielden haar handen vast. 'Maar dat hoeft ook niet meer. Je bent niet alleen, wij zijn er voor we en we doen het samen. Stukje voor stukje.'
Harmonie knikte en raapte haar wereld weer op, met een glimlach. Stukje voor stukje.
Allereerst, dank je voor het lezen van dit verhaal!
Dit verhaal heeft een titel, maar ik ben er niet tevreden over. Nu heb ik een paar vragen voor je. Zou je me willen helpen?
Zo ja, top! Zo nee, dat is oké.
Ik heb je hulp nodig, want ik ben niet altijd even zeker over mijn schrijven. Zou je voor mij een kleine recensie/feedback willen schrijven. dat mag in de reacties, maar je mag het me ook privé sturen. Stel zo veel vragen als je wil. Ik wil een zo'n goed mogelijk kort verhaal (onder de 1500 woorden) schrijven.
Wat vond je goed aan het verhaal? Wat begreep je niet? Wat kan beter? Heb je nog tips? Of tops? Alles is welkom. (Behalve haatreacties, maar dat is wel logisch denk ik.) En als laatste: Hoe zou je dit verhaal noemen?
Alvast super bedankt!
~ Maylene
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top