~4~
''Vandaag'', zeg ik, ''loop ik naar school. Alleen''. De woorden herhalen zich als maar opnieuw. Heb ik spijt? Misschien. Als ik jongeren hoor praten en schreeuwen weet ik dat ik bij de bus stop ben aangekomen. Ik probeer mijn telefoon uit het voorste vak van mijn rugzak te halen. En tevergeefs. Ik hoor mensen lachen wanneer het me niet lukt mijn rits opening te vinden en krijg een lichte duw van achteren. Elke dag hetzelfde, denk ik. Dan gebeurt er iets, anders dan normaal. Een hand grijpt de mijne. Even ben ik bang dat ze me weer te pakken hebben. Dat Zed en zijn bende me weer in mijn gezicht zullen slaan. Dan merk ik wat de persoon voor me probeert te doen. Mijn hand word naar het touwtje van de rits begeleid, waar mijn vingers vanzelf het bekende gevoel van de rits opening vinden. Het zijn grotere handen met een grove textuur. Mannelijke handen. Geen meisje. Jammer, denk ik.
Als ik een simpele ''Bedankt'', fluister verwacht ik geen antwoord. Toch voel ik vervolgens een hand op mijn rug die me naar de bus begeleid. Een kleinere hand deze keer.
''Kom, laat ze maar'', zegt een vrouwelijke stem naast me. Waar is de jongen van net heen? Als ik de trap van de bus opgelopen ben en een zitplaats gevonden heb voel ik geen normale leegte naast me, maar een ander lichaam dat zich naast me vestigt op een van de zachte bus stoeltjes. De plek van Eef. Ik blijf stil, niet wetende wat te doen met deze verandering van regelmaat. Ik durf mijn boek niet uit mijn tas te halen. Ik laat mijn handen de hele rit op mijn schoot liggen.
De rest van de drukke busrit voelt al meteen anders. Mensen laten me met rust. Eenmaal op school blijft de dag jammer genoeg hetzelfde. Hetzelfde getreiter, dezelfde grappen en saaie lesuren. Toch, aan het einde van de dag, betrap ik mezelf erop te hopen dat ik de jongen en het meisje morgen weer zal ontmoeten. Misschien was het wel alleen vandaag, en zal ik morgen weer alleen in de bus zitten. Mijn gezicht 'rood' van mijn eigen handafdruk.
img.15�ۖ��
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top