Hoofdstuk 11

Oliver

Ik sta in mijn hut en kijk om me heen. Wat ga ik mee nemen en wat laat ik achter hier als ik weer terugkom? Nouja als. Ik denk eerder wanneer.

Ik heb het niet zo op groepen mensen in werk liever alleen dan hoef ik ook niemand te vertrouwen en kunnen ze me ook niet verraden. Ik heb daar al genoeg mee te maken gehad en ben toen meer als de helft van mijn spullen verloren.

Daardoor vertrouw ik nu niemand meer en durf ik mijn emoties haast niet te tonen. Meestal zijn emoties een teken van zwakte. Ik kan het mezelf niet permitteren om nog een keer verraden te worden.

Ik moet nu wel samenwerken met die andere en ik zal ze volgen maar ooit ga ik mijn eigen weg. Als het van me verwacht wordt zou ik ze nog gaan leiden maar echt niet dat ik langer dan nodig blijf. 

Ik pak een vel leer en leg alles wat ik mee wil nemen erop.

Een paar slijpstenen wat kleding en nog wat andere dingen. Het meeste laat ik wel hier. Aangezien ik toch terug kom.

Ik doe mijn katanas in hun schede op mijn rug en mijn werpmessen aan een riem die ook ervoor zorgt dat de schede van de katanas op hun plek blijft en ik doe het luik weer open. Ik sein naar Caiden en ik gooi mijn, inmiddels dicht geknoopte, leren buidel naar beneden. Caiden vangt hem op en via de ladder klim ik naar beneden. Ik verstop de ladder weer een beetje en knik dan naar Caiden en die weer naar Maite knikt en we lopen achter Maite aan.

<~) * (~>

Inmiddels lopen we al een paar uur en begint donker te worden. Kiara en Sterre lopen wat achter ons. Ik loop samen met Caiden een paar meter achter Kayron en Maite. Jace en Paige zijn nergens te bekennen.

“Waar zijn Jace en Paige?” Vraag ik na een paar minuten aan Caiden.

“Kijk is goed omhoog naar de bomen voor iets langer dan 2 seconden” Antwoord hij met een grijns op zijn gezicht.

Ik doe wat hij zegt en even later zie ik Jace van de ene naar de andere boom springen en een paar seconden later komt Paige daar ook achteraan.

Ik kan het niet laten om te glimlachen. “Oké dan. Die had ik niet aan zien komen.”  Zeg ik tegen caiden waarop hij ook moet lachen.

“Hoelang nog ongeveer Maite?” waarop ze zonder om te kijken antwoord “Heb geduld oliver het zou hier ergens moeten zijn.”

Ik zucht. Meestal heb ik wel geduld maar ik heb gewoon graag een schuilplek als het donker is. Nu ik dingen draag kan ik minder snel reageren en ik kan dat zinnetje nog niet goed uitspreken dus dat kan me ook niet helpen. Caiden merkt dat ik me niet op mijn gemak voelt en ik zie hem zijn speer wat beter vast pakken. Dus eigenlijk zegt hij dat als er iets gebeurd hij er klaar voor is. Dat is fijn.

Ongeveer nog een uur verder zie ik een gigantische berg door het bladerdak. Het is ondertussen bijna helemaal donker en we lopen nu met z'n zessen bij elkaar. Jace en Paige zitten nog steeds als soort van verkenners in de bomen. Ik hoor ze wel maar ik zie ze haast niet meer.

Dan ineens voel ik 2 mensen voor en achter me neerkomen. Ik schrik me kapot maar heb al snel door dat het Jace en Paige zijn. Ze schieten in de lach en doen mijn reactie na. Ik neem ze nog wel een keer te grazen hiervoor! Ik haal een paar keer rustig adem en loop verder.

15 minuten later begint er een pad de berg op te lopen. Na nog geen 5 minuten gaat Maite van het pad af en even later zie ik een soort richel met daarboven een spleet. Ik betwijfel of kayron er door heen kan met zijn omvang maar dat zien we dan wel.

Maite stopt vlak voor de richel en draait om “We zijn er. volg mij zo er zijn hier nogal wat gladde stukjes en ik heb dit al helemaal uitgekamd” We knikken allemaal en Maite klimt als eerste de richel op. Daarna ga ik en ik zie dat de spleet in werkelijkheid groter is. Ik glip er doorheen en aan de andere kant gekomen valt mijn mond open van de ruimte. Het is gewoon een gigantische grot!

Het plafond boven ons hoofd is hier minimaal 10 meter maar loopt steeds verder omhoog. de wanden hier zijn opzich niet heel breed maar verderop is er meer dan genoeg ruimte.

Ik loop snel door zodat Kiara er door kan. Ook Kiara is verbaasd over hoe groot het wel niet is en even later staan we allemaal in het midden van de grond. Allemaal zijn we verbaasd en even later stelt Paige de vraag die we allemaal willen vragen “Hoe in vredesnaam heb je deze grot gevonden!!?” Maite die glimlacht en kijkt even weg

“Dit was een basis van mijn eerdere samenwerking. We groeide uit elkaar en ik heb op een gegeven moment gewoon mijn spullen gepakt en ben weggegaan”

“Dus als ik het goed begrijp is dit een basis van iemand. Waarom was?”  Vraagt Jace

“Nou ongeveer een half jaar geleden besloot ik om terug te gaan en toen werd hij aangevallen door een groep mensen. Later kwam ik erachter dat dat de vossen waren. Hij is nu dood en ik heb heel de basis leeggehaald en mezelf beloofd hier alleen terug te komen als het echt moest. Nu moet dat dus”

“Hier kunnen we wel wat mee. Met de spullen van oliver en ons vieren kunnen we hier wel een goeie basis van maken” Zegt Caiden. Ik knik en de andere wind users ook

“Waar zat jij eigenlijk kayron?” Vraagt Kiara ineens.

“Ik nam meestal de base over van degene die Kiro en Karo vermoord hadden. Dat waren die 2 jongens toen ik tegen jullie vocht bij de drop” Dat tweede zegt kayron snel er achteraan als we hem onbegrijpelijk aan kijken.

Ik knik en ben tevreden. Hier kunnen we wat van gaan maken. Het begint er steeds beter uit te zien en ik denk dat ik mijn eerste echte bondgenoten heb gevonden. Al dacht ik dat vorige keer ook...

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top