Spel 1 - Verhaal 'De prinses met maar 1 wens...'
Ik loop rustig door het bos heen. Ik kijk om me heen of ik iemand zie voordat ik op mijn kaart kijk om te checken waar ik heen moet en of ik goed loop. Gelukkig loop ik goed en kan snel naar mijn bestemming lopen. Ik denk terug aan de eerste ontmoeting met hem.
Ik ren door het bos heen, de wachters van het koninklijk paleis rennen achter me aan. 'Hou hem tegen!' roept er een. Ik grijns voordat ik met een halve slag achter een boom verdwijn, omhoog spring en met mijn handen een tak vastpak en daarna omhoog klim. De wachters rennen door maar eentje blijft staan. Zijn naam is Alaric. Dat is Duits voor 'heerser van alles'. Hij is pas een knecht, maar hij is de beste wachter. Ik spring achter hem voordat ik mijn armen om hem heen wikkel. Terwijl ik in de boom zat, heb ik mijn mes gepakt en in mijn linkerhand gestopt. Ik leg mijn rechterhand over zijn arm en mijn mes op zijn keel, in zo een positie dat hij het kan zien.
Hij relaxt meteen. Ik haal mijn hand van zijn mond en stop mijn mes weg. 'En?' vraag ik. Hij draait zich om en glimlacht. 'Gelukt.' Ik glimlach terug. 'Mooi.' Hij knikt. Ik hoor de wachters terugkomen en ik duik snel in een van de dichtstbijzijnde bosjes en trek hem met me mee. 'He-' wil hij zeggen maar hij stopt als hij de wachters ziet. Ze maken zoveel lawaai dat Alaric's reactie niet gehoord is. Al fluistert iets. 'Wat?' 'Ze zijn zo luid. Ik snap niet hoe ze wachters zijn geworden.' 'Vriendjespolitiek.' De wachters komen langs ons en we komen uit de bosjes. 'Wat nu?' vraagt Alaric. Ik wijs naar de weg. 'Ik ga nu dit pad volgen. Jij kan doen wat je wilt.' Ik klop wat blaadjes van me af voordat ik naar de weg loop en die af begin te lopen. Al trekt een sprintje om me bij te houden en loopt dan mijn tempo. 'Waar ben je naar op zoek?' 'Iets wat jou niet aangaat Al.' 'Pleaseeee.' 'Nee.' 'Alsjeblieeeeeft.' Ik stop. 'Alaric. Ik mag het je niet vertellen. Behalve als je belooft het tegen niemand te zeggen en met me mee doet.' Al denkt even na, zijn gezicht staat vastberaden als hij zegt: 'Ik doe mee.' Ik knik en glimlach. 'Mooi.' Ik begin weer met lopen met Al op mijn hielen. 'Je denkt waarschijnlijk dat ik gek ben als ik je dit vertel.' Ik laat hem niks zeggen en praat door. 'Er is een magische put in dit bos. Het vervult 3 wensen. Of tenminste dat zeggen ze.' Ik loop stevig door. 'Ik zoek die put. Nu al voor een paar dagen maar ik heb deze kaart gevonden in de bibliotheek en die laat dus zien waar de locatie van de put op staat. Dus nu ben ik op zoek daarnaar.'
We lopen een tijdje in stilte totdat Alaric iets vraagt. 'Wat ga jij voor wensen?' Ik lach even. 'Wens 1 weet je wel.' antwoord ik. 'Ja maar wens 2 en 3?' Ik haal mijn schouders op. 'Geen idee. Jij?' 'Hmm. Ik wil een meisje worden eigenlijk.' Dat antwoord had ik niet verwacht... 'Cool!' zeg ik uiteindelijk. 'Bedankt.' zegt hij, ik bedoel zij. 'Super cool Al. Hoe wil je genoemd worden?' 'Ik weet het nog niet...' Ik glimlach. 'Prima. Vertel het me als je het wel weet.' Al knikt.
Kort samengevat: we hebben de put gevonden. Hij zei dat we de volgende nacht terug moesten komen als 'De Ster op zijn laagst staat' wat dat dan ook mag betekenen.
'Hey Al?' vraag ik terwijl we door het bos heen lopen voor de tweede keer die dag. 'Hmm?' vraagt ze. 'Weet je al een naam?' 'Ik dacht aan Alexandra eerlijk gezegd...' 'Die naam is zo mooi!' Al; glimlacht. 'Bedankt.' Ze zucht. 'Ook dat je me zo steunt. Dat betekent echt voor me...' Al zwijgt even. 'Vooral omdat je ...' Ik druk mijn hand op haar mond. 'Waag het niet het te zeggen,' zeg ik met een serieus gezicht. Al knikt langzaam. Ik haal mijn hand van zijn mond en trek mijn capuchon strakker aan. 'Sorry...' Ik schud mijn hoofd. 'Niet erg.' De rest van het pad lopen we in stilte af.
Even later komen we aan bij de put. Ik ga op mijn knieen zitten voor de put terwijl Al aan de rand van de open plek staat. Ik zucht voordat ik mijn capuchon af doe, mijn amberbronze haar valt op de grond, zich ontkrullend als een waterval van haar. Al's mond valt bijna open, hij is altijd van de wereld als hij mijn haar ziet. Mijn robijn rode ogen weerkaatsen het maanlicht net als het wateroppervlak van de put. Ik doe mijn emerald broche af en gooi hem in het water. Hij verschijnt meteen weer naast me maar een verdwaalde stem weerklinkt uit de put. 'Wat wilt u princessssss...' de stem heeft een s klank zoals een slang. Ik haal diep adem. 'Voor mijn eerste wens wens ik dat mijn vriend Alaric Deepsun vannacht het geslacht wordt dat hij van binnen voelt.' 'Uw eersssste wensss ssal vannacht worden vervuld. Ssoalsssss U wenssste.' 'AAAH!' Een schreeuw out Alaric's richting doet me snel opstaan, een wapen trekken en naar hem toe draaien. 'Auww!' roept ze uit, een raar groenig licht omright haar, als een cobra. Ik draai me terug naar de put. 'Jij... jij doet dit of niet soms?' 'U bent ssssslim prinsssesss. Sssslimer dan U goed issss.' 'Ik weet hoe slim ik ben. En ik weet wat goed voor me is.' Ik draai me weer om en ren naar Al toe. 'Al!' Ik kneel bij haar neer. De cobra is nu weg. 'Hoe voel je je?' vraag ik. 'Geweldig...' fluistert ze. Ik glimlach. 'Mooi.' Ik help haar overeind en dwing haar te blijven zitten. 'Blijf zitten. Ik ga nog een wens doen.' Ik loop rustig terug naar de put toe en kniel weer neer bij de put. Ik denk goed na voordat ik mijn tweede wens doe. 'Ik wil dat mijn ouders het goed vinden dat ik op missie ga met Alexandra Deepsun, voorheen Alaric Deepsun genoemd, om de draken te redden en terug te brengen naar ons land.' Mijn geboortemark van ons family teken licht even op. 'Uw tweede wensssss issss vervuld,' zegt de verloren stem uit de put. 'Mag ik mijn derde wens bewaren?' De stem weerklinkt uit de oude put en dezelfde groene cobra die Al omringende komt nu naar buiten. 'Desse cobra ssal om je polssss zitten totdat je je derde wenssss wenssst,' vertelt de put. Ik maak even een korte buiging. 'Dankuwel.' Ik pak Al op en loop terug naar het kasteel, met haar in mijn armen.
Even later zitten we in mijn kamer. Mijn moeder is net langsgekomen met het nieuws dat ik op de draken missie mag die ik wilde. Alexandra mag mee, en krijgt net als ik proviand, een paard en een zwaard. We zitten beiden op onze paarden en rijden de zonsondergang in.
Na dagen te hebben gereden en gerust te hebben, komen we de eerste draken tegen. We stijgen af van onze paarden, die meteen wegrijden. Al staat versteend het prachtige beest aan te staren. Aan de donkerblauwe schubben te zien is het een water schaduw hybrid. Ik kom langzaam dichterbij en dan zie ik wat deze prachtige draak zo ver weg is van haar leefgebied. Haar rechtervleugel is gescheurd en haar linkerachterpoot ziet er verzwikt uit. Dit kan alleen een vuurdraak gedaan hebben. Ik kom een beetje dichterbij, mijn handen in het zicht van de draak zodat ze ziet dat ik haar geen kwaad wil doen. Ik kijk naar de cobra om mijn pols en besluit mijn laatste wens te gebruiken. 'Voor mijn laatste wens wens ik dat deze prachtige waterschaduw hybrid genezen wordt.' De cobra glijdt soepel van mijn pols af en begint zijn werk te doen. De draak kijkt wantrouwig toe.
Aan het eind staat ze voorzichtig op en gebruikt ze haar vleugels een paar keer voordat ze naar mij kijkt. Ze bekijkt me van top tot teen en besluit dat ik te vertrouwen ben. Ze laat me op haar nek zitten en Al op haar rug. 'Gaat het daar?' vraag ik Al. 'J-ja-ja-a,' antwoordt ze. 'We zullen ook een draak-' ik ben bezig met iets zeggen wanneer Al een enthousiaste kreetje slaakt. 'Kijk daar!' ze heeft een liefdes draak gespot. 'Nee,' zeg ik meteen. 'Wat? Waarom nietttt?' Ik zucht. 'Ze zien er misschien niet zo uit, maar liefdes draken zijn het meest gemeen.' 'Alsjeeblieeefttt...' smeekt ze me. Ik zucht. 'Hey Lilly?' vraag ik de draak. 'Kun je daar landen?' Ik wijs naar een klein meertje dichtbij de liefdesdraak. Lilly knikt en zet de daling in.
Even later wandelen Al en ik rustig op de liefdesdraak af. 'Je moet hem rustig benaderen Al.' Alexandra kalmeert een beetje voordat ze de liefdesdraak langzaam benadert. 'Hallo...' groet ze. De liefdesdraak draait zijn hoofd en valt aan met vuur?! Blijkbaar was het een camovuurdraak. Die zijn heel gevaarlijk. Ik zucht en verander half in mijn drakenvorm. Mijn vleugels komen tevoorschijn net als mijn staart en mijn hoorns, mijn hoektanden worden wat scherper. Ik vlieg snel voor Al en grom naar de camovuurdraak. De camovuurdraak is even verbaasd maar valt heel snel aan. Ik grom even naar hem voordat ik in menselijke taal zeg: 'Ga weg Al. Nu! Ren naar Lilly toe en vlieg weg! Ga naar de top van de berg! Ik vind jullie wel.' Al twijfelt even voordat ik nog een keer zeg, meer grom, 'Ga. Weg. NU!' Ik draai me focus weer op de camovuurdraak voor me en grom naar hem. "Laat haar met lust Onyx." Onyx, de camovuurdraak, grijnst. "De drakenprinses is gevallen voor een mens." Hij spuugt het laatste woord uit. "Ze is prachtig. En mooier dan jij ooit zult zijn." Onyx haalt uit maar ik verander net op tijd in mijn volledige drakenvorm. "Laat her met rust Onyx. Dat is een bevel." Onyx gromt. "Je bent verbannen..." zegt hij met moeite. "Ik. Zei. Laat. Haar. Met. Rust. Onyx." Ik druk hem op de grond met de macht die in mijn stem doorklinkt. "Begrepen?" Onyx knikt, een beetje trillend. "Ik vroeg begrepen?" Zeg ik met meer macht. Hij knikt snel. "Ja majesteit. Begrepen." Ik knik. "Mooi." Daarna vlieg ik weg.
Aantal woorden: 1726
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top