Mijn covers en verhaaltjes
[Spel 1]
De wensput
Esma, Frenkie en Jona zijn onderweg van hun huis naar het bos. Het is s' avonds laat en de maan staat al hoog aan de hemel.
'Bijna middernacht,' mompelt Frenkie tegen zich zelf. 'De tijd om een wens te mogen doen, bij de wenspunt in het bos.'
Alle drie lopen ze stevig door, richting het bos. Frenkie schrikt meteen van een geluid en duikt achter een muurtje. Voorzichtig gluurt hij over het muurtje. Hij ziet een oude vrouw aankomen lopen, die zich ook richting het bos een weg baant. Niet vermoedend dat het de oude vrouw Esma is, die een straat achter zijn huis woont.
Voorzichtig komt hij achter het muurtje vandaan. Weer klinkt er een geluid, maar verstijfd blijft hij staan. Als aan de grond genageld blijft hij staan en ziet Jona, zijn beste vriend aankomen lopen.
Hij wilt zijn mond open trekken om wat te zeggen, maar hij voelt de wil om wat tegen Jona te zeggen niet. Frenkie ziet Jona ook het bos in lopen, achter de oude vrouw aan.
'Zullen zij ook naar de wenspunt in het bos gaan?', vraagt hij zichzelf hardop af. Hij besluit achter hen aan te gaan en loopt het bos in.
Enkele paar uren later komen Esma, Frenkie en Jona aan bij een rotsachtig terrein, ergens in het bos. Frenkie verstopt zich meteen achter Een hoge rots en gluurt langs de rots, naar de oude vrouw en zijn beste vriend.
Jona, die nog niet door heeft dat hij achter Esma aan loopt, struikelt over een los liggende steen. Hij valt voor over op zijn buik en maakt een flinke smak.
Esma kijkt verstoord op en draait zich om. 'Wie is daar?', vraagt ze met een trillende stem. Ondanks haar leeftijd van tachtig, klinkt haar stem niet verrastend wekkend goed. Ze lijkt wel een stem te hebben van een engel. Haar lange grijze haren wapperen door de lucht, door een zachte bries.
Jona geeft geen antwoordt, maar weet nu inmiddels dat hij niet als enige is die onderweg is naar de wensput. Hij houdt zich muisstil en verroert zich geen enkele millimeter.
Esma haalt haar schouders op en draait zich weer om, omhaar weg naar de wensput te vervolgen.
Voorzichtig komt Jona weer overeind en tuurt voorzich uit. Hij ziet nu pas de oude vrouw lopen. Ze is inmiddels al bijna bij de wensput.
Frenkie komt voorzichtig achter de steen vandaan en lijkt ervan overtuigd te zijn dat hij Jona moet laten weten dat ook hij er is.
'Niet schrikken, ik ben het maar,' zegt hij geruststellend tegen zijn vriend en legt eenhand op zijn linker schouder.
Jona slaakt geschrokken een kreet, maar smoort het meteen door zijn hand op zijn mond te leggen.
'Jemig, Frenkie. Wat doe jij nou nog zo laat hier?', vraagt hij geschrokken en kijkt naar de oude vrouw, die wat bij de wensput staat te mompelen.
'Ik kom voor de wensput,' antwoordt Frenkie meteen. 'En jij ook, heb ik gemerkt.'
Jona zucht een beetje lichtjes geïrriteerd. 'Ik wou dat ik alleen was,' mompelt hij zachtjes.
'Sorry, makker. Kom laten we ook naar die wensput gaan,' zegt Frenkie verontschuldigend, maar klopt op Jona's schouder om hem moed te tonen. Hij loopt al richting de wensput, terwijl Jona er wat maar beduusd bij staat te kijken.
'Het is volle maan, de wens mag in vervulling gaan,' mompelt Esma en kijkt omhoog. Haar haar ogen twinkelen in het maanlicht. Ze wend haar blik van de nachterlijke hemel en kijkt naar beneden. Uit haar zak tovert ze drie prachtige zilverenmunt.
'Alle zilverenmunten die vannacht door mij in de put worden gegooid, zullen uitkomen. Laat mij weer jong zijn en een nieuwe kijk op het leven krijgen,' mompelt ze en goout dan één van de drie zilverenmunten in de put.
Ergens beneden in de put klinkt er een zachte plons. Enkele minuten is het stil. Zal de wensput haar wens laten uitkomen?
Maar dan... diep in de put klinkt er gesis. Alsof er een slang in de put zit die boos is geworden, omdat die is gewekt door een zilverenmunt.
'Komt gij uit?', vraagt de Esma hoopvol.
Een hoge sis beantwoordt haar vraag en er schiet een hoge rook omhoog. Esma schrikt van de rook en begint meteen te hoesten, door te veel rook die ze in ademt. Ze voelt haar lichaam verlammen, waarna alles voor haar ogen zwart wordt.
Frenkie slaakt een geschrokken kreet en deinst terug naar achteren, door de rook die onverwachts omhoog schiet. Hij hoort de oude vrouw hoesten, maar abrupt houdt het op.
'Wat was dat inhemelsnaam?', vraagt hij aan zich zelf.
'Ik heb geen idee, maar ik geloof graag dat die wensput leeft en het nog goed doet,' antwoordt Jona, die naast geschrooken naast hem verschijnd.
'O shit! Verstop je,' mompelt Jona al snel, zodra hij een zwarte schim in de rook ziet op gaan.
Ze springen allebei achter een steen en gluren heel voorzichtig over de steen. Maar ze kunnen hun ogen niet geloven. De o zo oude Esma, is veranderd in een jonge Esma met prachtig goudblond haar dat in deze nachtelijke hemel licht geeft. Ze ziet er nu uit als een engel, die zonet op aarde verschijnd.
Met een open mond staren ze Esma aan, die daar bewusteloos op de grond ligt. Vol verbazing staren ze aan. Boven hun hoofd schittert er een heldere ster, die meer licht geeft dan ooit.
Esma komt langzaam bij en kijkt verrast om zich heen.
'Is het gelukt?', vraagt ze aan zichzelf. Ze kijkt omlaag, naar haar lichaam. Vol ongeloof kijkt ze naar haar handen en slanke benen. Haar ogen vergroten, waarna ze haastig een spiegeltje te voorschijn tovert. Twee fel blauwe ogen kijken haar verrast aan en haar grijze haren zijn veranderd in goude lokken. Ze bewondert zichzelf in de spiegel en ziet de jonge Esma van negentien, die ze negenenzestig jaren geleden was.
Meteen springt ze op en richt zich weer tot de wensput.
'Ik wens met deze zilverenmunt een leven met alleen maar goud, om van te leven,' zegt ze vervolgens en gooit een tweede zilverenmunt naar beneden.
Dit duurt minder vrijwel minder lang en voor ze het weet spuwt de wensput een berg vol goustukken omhoog. Esma's ogen twinkelen van enthousiastme. Ze kan haar eigen ogen zowat bijna niet geloven.
'Dan wil ik nog één laatste wens doen met mijn laatste zilverenmunt. Verander het goud in prachtige goudenmunten,' zegt ze al snel en gooit haar laatste zilverenmunt in de put.
Dit keer begint de wensput een brommend geluid te maken en voor Esma weet wat er gebeurd, wordt ze met een harde kracht naar achteren geduwd. Ze beland vier meter van de put vandaan, op haar rug. Er kraakt iets in haar rug door de landing, waardoor ze het meteen van pijn uitgild.
Haar derde wens komt uit, waardoor al het goud -in een knip met de vingers- veranderd in een berg vol gouden munten. Maar tot ergenis van ramp, zakt ze langzamerhand in de berg vol gouden munten.
'O nee! We moeten iets doen, Jona!' roept Frenkie geschrokken uit. Ze hebben alles vol bewondering zitten bekijken van achter de steen.
'Ik ga haar helpen!' roept Jona meteen en springt op, waarna hij achter de steen vandaan komt. Maar zodra hij een stap in de berg van goudenmunten zet, zakt zijn voet abrupt weg. Geschrokken slaakt hij een kreet en trekt zijn voet gauw terug. Maar zijn voet zit als een boomwortel in de berg van goudenmunten vast.
'Help! Mijn voet, Frenkie!' roept hij angstig uit en ziet hoe zijn voet verder naar beneden zakt.
Frenkie zucht wanhopig, maar grijpt snel in. Zijn handen schieten naar Jona's been, waaraan hij begint te trekken.
'Het lukt!' roept Jona opgelucht uit.
'We hebben een houtenstok nodig,' zegt Frenkie meteen, waarna hij in paniek naar een stok zoekt.
'Dat gaat niet werken, denk ik. Laten we deze stok proberen,' zegt Jona, die een metalen voorwerp van de grond opraapt.
'Een uitschuifbare stok. Kom op, laten we kijken of dit werkt,' zegt Frenkie meteen en zoekt naar de vrouw. Ze ligt inmiddels niet meer en staat even verderop, boven op een steen.
De twee mannen rennen naar haar toe, via een omweg langs de berg van goudenmunten.
'Hey, hier!' roepen ze naar haar en proberen haar aandacht te trekken.
'Hey, achter je!' hoor ik mensen achter me roepen. Ik staar in paniek naar al de goudenmunten.
'Dit is niet wat ik wilde,' zegt Esma wanhopig en begint te snikken. Ze weet niet wat ze moet doen.
'We willen je helpen!' klinkt er weer een stem achter haar.
Ze draait zich voorzichtig om, boven op de steen. Er staan twee jonge jongens aan de veilige kant. Eén van hun staat met een stok te zwaaien.
'Hier, pak hem vast. We zullen je daar weghelpen!' roept de jongen die de stok vast houdt.
Ze grijpt naar de stok, maar mist hem.
'Blijf volhouden, blijf proberen!' roepen ze.
Ze houdt vol en luistert naar Frenkie en Jona. En dan, heeft ze de stok te pakken.
'Trekken, Frenkie!' roept de andere jongen, die de stok niet vast heeft.
De jongen met de stok begint te trekken, maar Esma valt van de steen en slaakt wen angstige kreet.
'Pak hem opnieuw! Alsjeblieft,' roept de jongen met de stok, half smekend.
Esma doet haar best, maar weet dan eindelijk de stok weer te pakken. Ondanks ze in de goudenmunten wegzakt, weet de jongen haar erdoor heen te trekken.
Dan voelt ze plots een hand om haar enkel sluiten. Ze slaakt een kreet en gaat even kopje onder.
'Help!' roept ze angstig, zodra ze weer boven de goudenmunten uitsteekt.
'Trekken, trekken!' hoort ze de jongen tegen de andere roepen, die de stok nog altijd vast houdt.
De hand laat haar enkel even los, maar al gauw grijpt die haar enkel weer. Ze begint met haar vrije voet tegen de hand te schoppen, in de hoop dat die los zal laten.
'Ik word vast gehouden. Het spijt me, ik zal los moeten laten. Alleen daarmee kan ik de wens verbreken. Vaarwel!' roept ze en voor de jongens nog iets kunnen roepen, laat ze los en verdwijnt ze in de berg van goudenmunten.
Een lichtflits verblind de twee jongens, die geschrokken hun wegkijken en hun handen voorzich houden. Ze staan te trillen van de spanning.
Zodra Frenkie als eerste zijn handen weg haalt, ziet hij geen berg van goudmunten meer. De jonge vrouw die ze zagen en wouden redden is er niet meer. Bij de wensput staat er een oude dame.
Het is de oude dame van eerder die nacht.
Frenkie en Jona lopen op de vrouw af.
'Mevrouw, alles in orde?', vraagt Jona, aan haar.
De oude Esma draait zich verradt om. 'O, god zij dank! Jullie zijn het,' reageert ze.
'Heeft u zojuist soms gezien wat er net gebeurd is?', vraagt Jona door.
Frenkie werpt hem een "stop-met-vragen-stellen" blik.
'Dat heb ik zeker gezien, knul. Jullie zijn helden!' zegt ze vervolgens, maar na die woorden draait ze zich weg van de wensput en loopt weg.
De twee vrienden blijven beduusd staan toe kijken en snap nog altijd niet wat er jou zojuist was gebeurd. Was het wel allemaal echt of hebben ze het zich maar verbeeld?
1.875 woorden
[Spel 2]
[Spel 3]
{Niet gedaan, omdat ik het niet voor elkaar kreeg}
[Spel 4]
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top