5. De mysterieuze explosie in mijn huis

^ Niruna's kamer, maar dan zonder raam en wat rommeliger. :)

Hoe weet je zo zeker dat wat je weet waar is?

De lift kwam naar boven en met een"ping" schoven de blauwe deuren langzaam uit elkaar. Toen de deuren helemaal open waren stapte ik haastig naar binnen een drukte een beetje te hard op de knop voor de zesde verdieping. Langzaam schoven de deuren weer dicht. Ik had geen idee waarom ik Saffier zomaar had geholpen. Ik had geen idee waarom ik hem zomaar mijn huis in liet. Mijn kamer nota bene! Er was denk ik gewoon iets aan hem, de manier waarop hij keek, bewoog, sprak, waar ik nieuwsgierig van werd. Ik wilde weten wat er zou gebeuren als ik hem hielp. Mijn leven was elke dag het zelfde; ik werd wakker, at, ging naar school, kwam thuis, at, sliep. Natuurlijk liet ik Oreo ook uit, dat was het hoogtepunt van de dag. Veel vrienden had ik niet en er kon van alles te zien zijn in het park. Een optreden, hardloop wedstrijd, een prachtig uitzicht waar ik dan een foto van nam met mijn telefoon, of een mysterieuze jongen die begraven lag in de sneeuw. Dat laatste had ik alleen nooit verwacht.

De lift stopte en de deuren gingen na de"ping" weer open. Ik rende er uit en haastte me naar ons huis. De gangen waren verlicht door lampen die aan het witte plafond bevestigd waren. Ze waren gemaakt om zonlicht na te bootsen, maar als je vaak buiten kwam was het verschil heel duidelijk te zien. De lampen in de gang waren net iets te geel om echt realistisch te lijken,we woonden dan ook in een niet zo duur ondergronds stelsel. Dan had bijna alles een wat minder goede kwaliteit. Ik kwam eindelijk aan bij mijn deur. Mijn sleutels had ik aan Saffier gegeven, dus pakte ik de reserve sleutels uit een gat onderin de muur. Ik draaide de sleutels om en vergat bijna de deur zachtjes dicht te doen voor mijn moeder. Ik liep mijn kamer binnen, hij zat er. Saffier zat op mijn bureaustoel langzaam heen en weer te draaien. Mijn kamer zag er verder nog normaal uit. Ik zag dat hij zijn mond open deed om iets te zeggen, maar ik deed snel de deur dicht. "Mam! Waar ben je?!" Geen antwoord.
"Mam?!" Ze zei niks terug. Ik liep naar haar kamer, maar er was niemand. Misschien was ze in de woonkamer in slaap gevallen op de bank?
Ik liep naar de woonkamer en geloofde mijn ogen niet. Ik wilde dat ik hier niet was gekomen. O, was ik hier maar niet gekomen.

Alles was kapot. Alles.
Niet eens de muur was nog heel. Waar eerst een schilderij had gehangen, was nu een gat zo groot als een busje. De aarde en steen achter het huis liet zich zien. De bank was zwart, alsof hij in brand had gestaan. De stank begon mijn neus binnen te dringen. Mijn maag en hart verwisselden van plaats en ik voelde dat ik moest overgeven.  De foto's die normaal gesproken op de kast stonden waren gevallen en ook half verbrand. Net zoals de kast zelf. Het koffietafeltje lag tegen de muur aan en miste een poot.

Wat was er gebeurd?!

De tv stond zelfs nog in brand en een vlammetje vrat aan het beeldscherm. Ik    rende naar de keuken en pakte het grootste glas dat ik kon vinden en smeet het water over het vuur heen. Het siste, maar brandde niet meer. Het vloerkleed had een gigantisch gat in het midden en zat vol met as op de plekken die nog stof bezaten. Mijn moeder was nergens en een traan rolde over mijn wang bij de gedachte aan wat er gebeurd zou kunnen zijn. daarna zakte ik op de grond. Oreo had me gevonden en kwam naast me zitten. Ik aaide hem, hij wist net zo goed dat mijn moeder weg was als ik. Ik keek hem recht in zijn prachtige zachte gezicht en begroef daarna het mijne zo ver in zijn vacht als maar kon. Wie of wat had dit veroorzaakt? En waarom?

Na wat een uur kon zijn geweest bedacht ik me dat ik nog steeds een wild vreemde in mijn huis had zitten en stond op. Ik liep langzaam naar mijn kamer. Hij zat niet meer draaiend op mijn stoel, maar met mijn oortjes in op een potlood te kauwen. Toen hij me zag deed hij mijn oortjes uit en begon verbaasd te praten. "Wat is er met jou gebeurd?"vroeg hij duidelijk geschokt. Ik schudde mijn hoofd en probeerde iets te zeggen. "Ze is weg."Mijn stem was zo schor dat ik me afvroeg of hij het wel had gehoord en ik zei het nog een keer."ze is weg." Hij bekeek me even en was echt verbaasd. Blijkbaar zag ik er zo erg uit als ik me voelde. "Wie is weg?" Ik weet niet of hij geïnteresseerd of gewoon nieuwsgierig was."Mijn moeder. Ze is er niet meer."
Stilte
"De hele woonkamer is platgebrand. Dingen zijn tegen de muur aan gesmeten en een deel van de muur is er zelfs niet meer." Ik snikte. "Mijn moeder was hier. Haar jas hangt nog aan de kapstok. Ze was thuis toen het gebeurde."

"Misschien heeft ze een andere jas aan gedaan?"
"Ze heeft maar één jas"snikte ik.
"Lag er een lichaam?"
"N-nee. Niet dat ik weet."
"Dan was ze er niet." Hij klonk erg zelfverzekerd. "Ze was er wel."zei ik."Ze stuurde me een bericht dat ze niet lekker was. Ze zou nooit het huis uit gaan als ze zich niet goed voelde."

Stilte.

Een hele lange stilte.

Hij begon weer op mijn potlood te kauwen. "Ik wil dit eigenlijk niet zeggen, maar ik heb best honger." De manier waarop hij het zei maakte me aan het lachen. Blijkbaar was ik zo wanhopig. "Ik ook."antwoordde ik. En ik moest nog harder lachen. Hij lachte mee. Het was raar, hoe we daar zaten. Te lachen omdat we iets wilden eten. Toch was het fijn. Ik had lang niet meer samen met iemand gelachen, en ook al was dit meer een trieste giechelbui dan een echte vrolijke bezigheid,ik voelde me minder alleen.

Hij stopte met lachen, en ik stopte ook. "Dit is raar."zei hij. Ik vroeg"Wat?" "Mijn gezicht doet geen pijn meer." Toen ik naar zijn gezicht keek, zag ik dat de wond op zijn wang geheeld was. "J-je wond!" Zijn gezicht werd opeens serieus."wat is er?" Vroeg hij. "H-het is genezen!"

Dit hoofdstuk is een beetje laat geplaatst, sorry daarvoor! Ik heb nog niet echt een idee wat er hier na gaat gebeuren, maar er begint zich vast wel iets te vormen in mijn gedachten ;) hopelijk vinden jullie dit hoofdstuk ook een beetje leuk en zijn jullie niet boos omdat ik zo laat post.

Daag!

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top