3.Saffier

Onze wiskunde docent vertelde ons dat een lijn in theorie voor eeuwig doorgaat.

Daar stond ik dan. Alleen met een hond die zijn staart er bijna af kwispelde omdat hij iets gevonden had, kijkend naar een lichaam dat misschien wel de hele nacht begraven had gelegen onder de sneeuw. Zijn lippen waren blauw en zijn huid was bleek, en opgedroogd. bloed plakte aan zijn gezicht. Ik had geen flauw idee wat ik moest doen en stond daar maar, verbijsterd over hoe dit ook kon gebeuren. Moest ik hem laten liggen? Iemand anders er voor laten zorgen? Ik denk niet dat ik mezelf dat aan zou kunnen doen. De rest van mijn leven zou ik denken over wat er met hem gebeurd zou kunnen zijn. Misschien gewoon de ambulance bellen, die wisten wel wat ze ermee moesten. Toch? Ik was helemaal alleen, er kwamen hier niet zo vaak mensen, en al helemaal niet zo vroeg in de ochtend. Wat als hij helemaal niet meer leefde? Wat als hij... ? Stop Niruna! Zei ik tegen mezelf. Dit helpt niet. Ik zuchtte. En ik stond. En ik keek. Er was maar een manier om er achter te komen. Ik ging op mijn knieën zitten, naast hem. Ik legde mijn hand op zijn borst, leefnogleefnogleefnog, probeerde uit alle macht iets te voelen. Oreo was ook gaan zitten.

Ik ontspande me, ook al had ik niet door dat ik gespannen was, en lachte.
Hij leefde nog! Maar wat nu. Vroeg ik mezelf. Alweer. Ik pakte mijn telefoon uit mijn zak en keek de jongen aan. Ik begon te praten, ook al wist ik niet zeker of hij me wel kon horen. 'Het komt goed, ik bel nu de ambulance. Die kunnen je verzorgen en dan-' Zijn ogen schoten open. 'Nee' fluisterde hij.

Ik schrok. Ik was zelfs een stukje achteruit gehupst ( heel anders kun je het niet noemen als je op je knieën in de sneeuw zit). Ik keek toe terwijl hij probeerde op te staan. Het lukte hem niet, iedere keer dat hij op zijn armen leunde, zakte hij er doorheen. Uiteindelijk lukte het hem om te gaan zitten. Hij hijgde, en keek me aan. Hij droeg sneakers, een spijkerbroek en een rode hoodie. Hij had bruin warrig haar en leek ongeveer net zo oud te zijn als ik. Hij zuchtte en zei/fluisterde iets: 'bel ze niet.' Hij hoestte. En kreunde van de pijn. Ik stopte mijn telefoon snel weer in mijn zak en probeerde niet te letten op hoe hij er uit zag. Dit waren de types die je moest ontlopen. Mensen die vochten en het niet kon schelen als de ander begraven bleef onder de sneeuw en dood vroor of omkwam van de honger. En nu zat ik er niet eens twee meter van af. 'waarom niet?' Vroeg ik. Hij antwoordde niet. 'wat is er gebeurd dat de politie het niet eens mag weten?' Nog steeds geen antwoord. 'hoe kom je hier?!' Ik schreeuwde het bijna, maar hield me in. Hoodie( hoe moest ik hem anders noemen?) Keek weg. 'ik wil er niet over praten, ik ben gewoon bestolen.' Hij zweeg even.' En ik wil het terug.'

'Nou, Hoodie,ik kan je hier niet zomaar laten liggen. Of wel?' Ik had hem aangesproken met hoe ik hem in mijn hoofd noemde en realiseerde me dat. Hopelijk had ik hem niet beledigd, zou hij me kunnen raken vanaf hier? Ik schoof een beetje achteruit en keek hem een beetje angstig aan. Op zijn gezicht kon je de pijn die hij had aflezen, maar hij lachte. Geen brede lach, maar een glimlach. Hij amuseerde zich. Aan mij.

'Hoodie? Kon je niks beters bedenken?' Ik zweeg. Hij zuchtte. En lachte. Nog steeds. 'Hoe heet je dan?' Vroeg ik. Ik zag dat hij twijfelde of hij dat zou zeggen of niet. 'Saffier, maar iedereen noemt me Saff.' Ik voelde me verplicht mijn naam ook te zeggen, dat was gewoon iets dat je deed als je een nieuw iemand leerde kennen. 'Ik ben Niruna.' Hij maakte een sneeuwbal en drukte die voorzichtig op zijn oog. Hij was creatief, maar ik wist niet of het zou werken. Hij leek geen verder bij zich te hebben. Ze waren best duur en wij hadden er maar een. Mensen zonder verder, moesten met de lift naar boven. En als die het niet deed zelfs met de trap. 'Hoe wil je hier weg komen zonder ambulance?' Vroeg ik. Hij keek me aan. Zag dat ik mijn hand in mijn zak had gestoken om iets te beschermen. Als hij het doorhad... Ik trok snel mijn hand uit mijn zak, maar ik zag aan zijn half blauwe gezicht dat hij het had gezien. Hij vroeg het. 'Heb je een verder?!'

Hoi mensen die dit lezen! Ik hoop dat jullie mijn verhaal een beetje leuk vinden! Ik lees ook graag andere verhalen, dus als je zelf aan een verhaal schrijft of een leuk verhaal weet zou ik het graag willen horen!
Doei.
*Mari*

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top