Deel 4
Ik word in een heerlijk zacht bed wakker van het vrolijke gefluit van de vogels. Ik rek me uit en merk bij die beweging 2 armen op die om mij heen geslagen zijn. Ik schrik me kapot en draai mij om. Ik kijk recht in Jack's gezicht. Zijn ogen zijn nog gesloten als teken dat hij nog slaapt.
Ik probeer zijn armen los te maken van mijn middel. Ik hoorde een kleine grom die moest lijken op "hier blijven". Hij drukte mij nog steviger tegen zich aan. Ik wist dat dit normaal was voor mates maar ik voelde mij alsnog enorm ongemakkelijk. Ik bedoel, wat zou jij doen als je opeens naast iemand in bed zou liggen die je nog nauwelijks een dag kent?
Ik zie geen andere optie dan zijn controle nemen. Ik laat mijn ogen blauw flitsen terwijl ze op hem gericht staan. Ik druk met mijn handen zijn armen van mij af, wat opeens een stuk makkelijker gaat. Hij was alleen wel wakker geworden.
Ik laat de controle los en laat mijn ogen weer normaal flitsen. Ik spring vlug het bed uit voordat hij me weer vast kan grijpen. Hij keek mij bijna kwaad aan.
'Jij gaat nergens heen. Je blijft hier bij mij.' Gromde hij.
'Ik bepaal zelf wel waar ik heen wil en waar niet.' Piepte ik.
Ik deed de deur open en liep naar beneden. Ik had eerlijk gezegd geen idee waar ik naartoe wilde gaan, totdat het idee van buiten mij tebinnen schoot.
Ik werd de hele tijd vreemd aangekeken door mensen die ook in het packhuis wonen. Ik voelde mij zo niet op mijn gemak dat ik makkelijk in tranen uit had kunnen barsten. Ik deed het echter niet. Ik liep gewoon naar buiten. Het bos in om precies te zijn. Ik zocht een beetje naar een geschikte boom. Binnen no-time had ik een mooie, oranjekleurige boom met een dikke stam gevonden. Ik zuchtte tevreden en ging ertegenaan zitten.
Het bos vond ik toch wel het fijnste plekje om te zijn. Je bent er dan zo rustig alleen en hebt even tijd om na te denken over alles. In dit geval over het hele mate gedoe.
Ik vind het niks. Ik weet überhaupt niet waarom de maangodin mij een mate heeft gegeven. Een Alpha ook nog wel. Ik verdiende het alles gewoon niet. Ik wilde het enorm graag maar ik verdiende het niet. Waarom ben ik niet gewoon normaal geboren, zoals elke andere wolf. Dan hadden mijn ouders mij niet verlaten, dan had ik vrij kunnen gaan en staan waar ik wilde, dan had ik me nergens zorgen over hoeven maken. Waarom, waarom, waarom.
Waar zit je? Gromde Jack in de mindlink.
Gaat je niks aan. Mindlinkte ik terug.
O jawel! Als jij nu niet gauw terugkomt zwaait er wat. Gromde hij terug.
Hou gewoon op oké? Ik wil even alleen zijn en nadenken over dit alles. Ga niet doen alsof ik een object ben wat je zomaar kan gebruiken! Schreeuwde ik bijna.
Toen was het stil. Dat was wat ik nodig had. Gewoon stilte.
Ik pakte uit mijn zak een klein boekje en een pen. Die had ik altijd op zak voor het geval er iets was wat ik niet moest vergeten. Soms ook om in te tekenen, zoals nu.
Ik tekende een boom met daaronder een eenzaam meisje die met haar hoofd in haar knieën onder de boom zat. Eerst de stam, daarna de takken en de bladeren en daarna het meisje.
Het liep inmiddels al tegen de middag aan en dus besloot ik om weer terug te lopen naar het packhuis. Ik was niet bang voor Jack's reactie of die van wie dan ook. Ik was sterker dan hen. Ik stond wat rang betreft ver onderaan maar wat betreft kracht stond ik 2 keer zover bovenaan.
Ik opende de deur van het packhuis en botste daarmee tegen een meisje op. We vielen allebei hard op de grond.
'Sorry' Piepte ik.
'Het geeft niet. Ongelukjes kunnen gebeuren.' Zei het meisje vriendelijk. 'Haley, mate van Béta Danny.'
Ze stak haar hand naar mij uit. We zaten nog steeds op de grond maar toch schudde ik hem.
'Ava' Zei ik terug.
'Ik kan me niet indenken dat ik je hier eerder heb gezien. Of heb ik het fout?' Vroeg ze fronsend.
'Nee, dat kan kloppen. Ik ben de mate van de Alpha.' Zei ik. De tweede zin kwam er zacht, zelfs een beetje piepend uit. Haar gezicht klaarde op.
'Echt? Jack heeft hier nog niet eens over verteld! Hoe durft hij het mij niet te vertellen.' Gromde ze bijna speels. 'Maar waarom ben je dan niet bij hem? Ik bedoel, mates kunnen moeilijk zonder elkaar. Wat een leuke haarkleur heb je trouwens.'
'Dankje. Maar dat eerste is een lang verhaal.' Zuchtte ik.
'Ik houd wel van lange verhalen. Kom, dan gaan we even op de bank zitten. Dan kunnen we even praten.'
We liepen naar de woonkamer en gingen op de grote, zachtbeklede bank zitten.
'Dus, wat is dat lange verhaal?' Vroeg ze.
Ik vertelde haar alles van begin tot eind. Van het moment dat ik hem voor het eerst zag tot het moment dat ik wegliep uit zijn kamer. Ze was erg begripvol en luisterde aandachtig.
'Ja, dat begrijp ik wel. Dat had ik ook, maar geloof mij. Jack is echt niet zo erg als je misschien denkt dat hij is.' Begon Haley. Ik voelde mij al een stukje opgeluchter. 'Hij is veel erger dan dat.'
Ik keek haar aan alsof ik met mijn gezichtsuitdrukking vroeg of dat een grapje was.
'Begrijp me niet verkeerd. Heb jij ooit wel wat over hem gehoord?' Vroeg Haley. Ik schudde mijn hoofd.
'Om eerlijk te zijn heb ik vanaf mijn 15e afgezonderd van de rest van het pack geleefd. Ik wil je wel vertellen hoe het zit. Dan heb je nog een lang verhaal om naar te luisteren.'
Ik vertelde haar alweer alles wat me te binnen schoot over mijn leven. Dat ik als kind vaak gepest werd om mijn haarkleur en mijn vreemde gedrag, dat ik achtergelaten ben door mijn ouders en nog veel meer andere dingen die me te binnen schoten. Hanna keek mij bijna geschokt aan. Ze leek met een vraag te zitten die haar het hele verhaal dwars had gezeten.
'Maar, waarom hebben je ouders je zomaar verlaten als ik vragen mag?'vroeg ze voorzichtig.
Ik keek vluchtig om mij heen. Door alle deurkozijnen, alle ramen en de hele kamer. Ik keek haar een moment lang twijfelend aan maar maakte toch een keuze.
'Ik wil het wel vertellen- of nee, beter laten zien, maar je moet beloven dat het het geheim houd voor iedereen hier.' Zei ik vluchtig.
'Ik beloof het.'
Ik ging staan en liet mijn ogen door de ruimte heen flitsen, op zoek naar een goed object waar ik de controle over kon nemen. Ik koos toch maar voor de bank waar Halwy op zat. Ik ging op 2 meter afstand staan en kneep mijn ogen stijf dicht. Ik switchte mijn oogkleur en deed ze weer open. Haley hapte naar adem.
Ik liet mijn ogen op de bank rusten en tilde het zonder enige moeite omhoog met mijn energie. Haley had de neiging om te gillen maar ze hield zichzelf in. Ik liet de bank een rondje draaien en zette het weer neer op de plek waar het hoorde te staan. Ik switchte terug naar mijn eigen groene oogkleur en kwam weer naast een geschokte Haley op de bank zitten.
'Iemand heeft je vast wel eens verteld over de bloedwolf toch?' Vroeg ik zacht. Ze knikte vluchtig.
'Ik ben de enige bloedwolf die nog leeft. Vandaar mijn haarkleur. Mijn vacht heeft dezelfde kleur als mijn haar. Daarom leefde ik afgezonderd. Daarom vonden kinderen het grappig om mij te pesten. Daarom hebben mijn ouders mij verlaten.' Snikte ik alweer.
Ze keek me alsnog geschokt en ademloos aan. Er was gelukkig geen angst in haar gezichtsuitdrukking te zien. Ik wilde ook geen angst veroorzaken. Ik wilde niet eindigen zoals mijn voorganger.
'Maar het is toch juist supercool?' Vroeg Haley opeens enorm enthausiast. Ze omhelsde mij stevig en murmelde een aantal enthausiaste woorden.
Vanaf dat moment wist ik dat ik een vriendin voor het leven had.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top