Hoofdstuk 9
Voorzichtig klopte Juule op Faolans deur. Ze keek snel om zich heen. Ze had zich sinds gisterenochtend niet meer in de gangen vertoond, bang om wat haar vader zou doen als hij haar vond. Maar nu had Faolan haar op zijn kamers uitgenodigd, dus moest ze wel door de gangen lopen. Gelukkig hoefde ze niet langs haar vaders vertrekken.
'Binnen' klonk er vanuit de kamer achter de deur. Snel trok Juule de deurknop naar beneden en glipte ze naar binnen, om daarna de deur weer achter zich te sluiten. Ze liep naar Faolans slaapkamer en ging daar naast zijn bed op een stoel zitten.
'Je wilde mij spreken?' vroeg Juule toen Faolan het gesprek niet opende. Faolan knikte en probeerde overeind te komen, maar dat lukte niet. Zijn rug deed veel pijn, maar de genezer dacht dat hij vandaag wel zonder pijnstillers kon. Hij gaf zijn poging om overeind te komen op en zakte weer terug in de berg kussens op zijn bed.
'Ik wilde je mijn plan vertellen' antwoordde Faolan zijn zusje.
'Het plan om mij te beschermen tegen vader?' vroeg Juule. Faolan knikte, een van de weinige bewegingen die geen pijn in zijn rug veroorzaakten.
'Ken je Ashling nog?' vroeg Faolan. Dat was een overbodige vraag, de verloofde van Nolan kwam nog vaak langs op het kasteel en Juule had een goede band gehad met de jonge vrouw.
'Natuurlijk' antwoordde Juule. 'Ashling is heel lief, ze speelt vaak met me met mijn poppen' voegde ze toe. Faolan glimlachte naar zijn zusje en Juule dacht aan de momenten dat ze met Ashling gespeeld had.
'Ik heb Ashling gisteren een postduif gestuurd en kreeg gisterenavond haar antwoord' vertelde Faolan. 'Ik heb haar gevraagd om jou mee te nemen zodat je veilig bent van vader. Ze is hier rond het middaguur en dan moet jij zorgen dat je met wat belangrijke spullen naar de stallen gaat, waarvandaan jullie zullen vertrekken' legde hij uit. Juule knikte terwijl ze het plan in haar hoofd herhaalde.
'Dat moet wel lukken' zei ze. Faolan glimlachte weer naar haar en sloot zijn ogen als teken dat hij uitgepraat was en dat Juule weg kon gaan. Het meisje snapte de hint en stond op van haar stoel, waarna ze weer door de deur verdween en naar haar kamers liep.
Veilig aangekomen in de ruimtes die volledig tot haar beschikking stonden, begon Juule spullen bij elkaar te rapen. Ze vond het heel lastig om spullen uit te kiezen die echt belangrijk waren. Ze vond al snel alles belangrijk, maar wist ook dat ze waarschijnlijk maar een enkele rugzak mee kon nemen. Als ze geluk had misschien ook nog een zadeltas. Daar zouden al haar poppen nooit in passen.
Dus begon ze met haar kleren. Nachtkleding, warme kleding en een extra setje zomerkleding. Een dikke deken kwam bovenop de kleding te liggen. Daarna een extra paar schoenen en Juule merkte dat ze al ongeveer aan het limiet van haar rugzak kwam. Als laatste koos ze nog een pop uit die haar op de reis zou vergezellen en legde ze de rijhandschoenen van haar moeder bovenop.
Het meisje keek haar kamer rond en zag nog te veel spullen die ze ook mee wilde nemen, maar ze wist dat het niet kon. Om afscheid te nemen knuffelde ze al haar poppen nog eens goed en keek ze of ze echt niets belangrijks vergeten was. Toen ze uit haar raam keek, zag ze tot haar verrassing dat het al rond het middaguur was.
Ze trok snel haar schoenen aan en hing de rugzak om haar schouders. Ze deed de deur open en daarna weer achter haar rug dicht. Juule rende zo hard als ze kon richting de stallen. Ze hoopte maar dat Ashling eten en drinken had meegenomen, want ze ging het niet riskeren om dat ook nog op te halen.
Bij de stallen stond het meisje inderdaad te wachten, met twee gezadelde paarden aan haar hand. Ashling was achttien jaar en sinds ze vier was met Nolan verloofd. Haar haren waren ravenzwart en hingen in een vlecht op haar rug. Haar lichte huid contrasteerde met haar haren en donkere ogen. Ashling had Juule eens verteld dat Ashlings moeder zei dat haar ogen bruin waren, maar dat de meeste mensen zeiden dat ze zwart waren. Er was amper onderscheid te maken tussen iris en pupil. Een heel contrast met Juules kristalheldere lichtblauwe ogen.
'Je bent precies op tijd, Juule' zei Ashling. Haar stem klonk niet zoals je van een dame zou verwachten, kristalhelder en zacht. Nee, Ashlings stem was lager dan andere vrouwen en had een scherp randje.
'Heb jij eten en drinken mee?' vroeg Juule aan de jonge vrouw. Die knikte en gebaarde naar de zadeltassen die al aan de zadels van de paarden hingen. Juule glimlachte en trok de banden van haar rugzak nog eens extra aan. Ze was enthousiast om op avontuur te gaan, ondanks de reden van het avontuur.
'Stap maar op het witte paard, die is voor jou. Ze heet Eira, dat betekent sneeuw' zei Ashling. Juule stapte op het witte paard af en aaide het dier even over zijn nek. Daarna stapte ze op het krukje dat naast het paard stond en klom ze soepel op Eira's rug. Juule had al vaker paard gereden, wat de reden was dat ze een eigen paard had en niet bij Ashling voorop moest.
'Laten we vertrekken' zei Juule met een glimlach richting Ashling, die ondertussen ook op haar paard geklommen was. De jonge vrouw keek iets voorzichtiger om zich heen, maar spoorde daarna haar bruine paard aan op de stallen uit te rijden, met Juule dicht achter zich aan.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top