Hoofdstuk 6

Met wijde ogen staarde Faolan naar het plafond. door de gordijnen waren de eerste tekens van de ochtend zon te bekennen, de schaduwen en donkere stralen van de nacht maakten langzaam plaats voor de lichte stralen van de dag. Voor het laatste uur had hij gekeken naar hoe de schaduwen langzaam bewogen, en langzaam plaats maakte zijn voor de zon.

Als de zon vanaf het oosten, het naar het westen gemaakt zou hebben, zal zijn hele leven zijn veranderd. Wanneer de zon op zijn hoogste punt zou hebben gestaan, zal het namelijk gebeuren, de kroon zal doorgegeven worden en het zwaard zal de steen uit gehaald moeten worden.

Faolan wou zich nog een keer omdraaien, om nog even niet aan deze dag te denken. Maar de pijn die door zijn rug schoot zodra hij bewoog, stopte hem hier direct van. Het verdovende middel dat de genezer hem gisteravond had gegeven, was inmiddels al weer uitgewerkt. Faolan lag daar zo nog een tijd, kijkend hoe de zon langzaam opkwam, hoe de natuur haar ding deed.

'Goedemorgen prins, ik heb uw medicijnen,' klonk er bij de deur na een klop op de deur. 'Kan ik binnenkomen?' vroeg de genezer die achter de deur stond.

'Kom binnen,' antwoordde Faolan.

'Alstublieft, neemt u deze eerst maar. Dan ga ik daarna even naar uw wonden kijken hoe uw wonden eraan toe zijn, en doe ik er nieuwe doeken overheen,' vertelde de genezer. Faolan liet haar haar ding doen, en probeerde zijn lichaam zoveel mogelijk te ontspannen.

'Het verdovende middeltje zal zometeen wel ingewerkt zijn, dan zal ik terugkomen om u uit je bed te helpen. Daarna zal u aangekleed worden voor de kroning, en vlak voor de kroning krijgt u nog een middeltje. Is alles duidelijk?' vroeg de genezer. Faolan knikte ja als antwoord, hij wou liever niet dat hij ermee geholpen zou worden maar hij had zich gerealiseerd dat het hem alleen niet zou lukken.

~

Gespannen keek Faolan uit het raam, de zon stond bijna op zijn hoogste punt. Het orkest speelde beneden al en aan het geroezemoes kon hij ook horen dat de gasten allemaal gearriveerd waren. Zometeen zou de trompet klinken, het teken dat de deuren open zullen gaan en hij voor iedereen langs moest lopen. In zijn hoofd herhaalde hij de woorden van zijn moeder nog een keer, "loopt langzaam, kin omhoog en geef de mensen een glimlach, maar niet te veel, laat ook zien dat je sterk bent".

Toen de eerste noot van de trompet klonk, werden de deuren voor hem langzaam geopend door twee wachters. Faolans mantel werd door een bediende nog snel goed gelegd, en daar ging hij. Hij volgde de woorden van zijn moeder op, terwijl hij bewonderend door de zaal keek. Toen zijn ogen op het balkon waar zijn ouders en zusje zaten viel, en hij de blik van zijn vader zag. Keek hij snel weer vooruit, hij keek naar de wachters die voor hem liepen.

Toen ze bij de trap aan waren gekomen die bij het balkon eindigde, gingen de wachters aan elke zijde van de trapleuning staan terwijl hij omhoog liep. Boven ging hij in de lege troon zitten, met zijn vader in de troon naast hem. Naast zijn vader zat zijn moeder op een troon, al was het meer een mooie stoel. Naast hem zat Juule, ook op zo'n zelfde stoel. In de hoek stond nog een man, Faolan had aangenomen dat hij de kroning zou gaan doen.

Toen Faolan eenmaal zat, waren zijn zenuwen begonnen om iets te kalmeren. Maar die kwamen snel weer terug toen hij alle mensen beneden zag zitten. Al vrij snel spotte hij ook zijn vrienden in de menigte, ze hadden allemaal of een fles drank in hun handen of een lege fles drank onder hun stoel.

'Succes Faolan,' fluisterde Juule in Faolans oor terwijl de man uit de hoek op hen af kwam lopen.

'Welkom koning en prins, ik ben Willem van Zuylen en zal deze kroning voor u leiden,' vertelt de man terwijl hij Duux en Faolan een hand gaf.

Duux bekeek de man de man van top tot teen en snauwde hem zachtjes toe: 'Hadden ze niet iemand anders kunnen sturen,'. Faolan keek geschrokken naar zijn vader en daarna naar de man. Hij kon zien hoe de man zijn best deed zijn tranen te onderdrukken, maar er toch eentje ontsnapte.

Na een korte stilte draaide de man zich om en begon hij te spreken tot de gasten. 'Beste gasten, ik welkom u hier allen van harte bij de kroning van Faolan Griffith, die de troon over zal nemen van Duux Griffith. Na de toespraak van de man ging het woord over naar zijn vader en daarna was het zijn beurt. Het was zijn beurt om te vertellen wat zijn plannen waren, zijn plannen om het land mee te leiden.

Zijn vader stond op en ging tegen de reling van het balkon staan, waarbij hij de man een klein duwtje gaf. 'Geachte gasten, vandaag is een rare dag. Onze prins Nolan zou vandaag gekroond worden, maar helaas is hij niet meer bij ons. Daarom zullen we vandaag mijn andere zoon, Faolan kronen. Ik heb dit land veel mooie jaren kunnen leiden, maar nu is het tijd voor een nieuw iemand,' begon zijn vader te vertellen. Faolan lette niet heel erg op zijn vaders toespraak, maar was druk bezig om zijn eigen toespraak te herhalen in zijn hoofd.

Hij had het pas gerealiseerd dat het zijn beurt was nadat zijn vader hem diep in zijn ziel aan het aankijken was. Snel stond hij op, ging hij naast zijn vader staan en begon hij aan zijn toespraak.

'Bedankt voor jullie prachtige toespraken,' zei de man nadat Faolan klaar was met zijn toespraak. 'We zullen nu met zijn alle naar buiten gaan voor het zwaard en daarna zal de kroon over gegeven worden,' vertelde de man verder. Twee wachters liepen vooraan de trap af, gevolgd door Duux en Faolan, daarachter kwamen Juule en Catriona en de rij werd geëindigd door nog twee wachters. Terwijl hun naar de deur liepen, volgde de gasten achter hen aan. Allemaal waren ze op weg naar de steen, alleen Faolan liep hier met tegenzin naartoe.

Toen ze waren aangekomen bij de steen, begon de man te ratelen over de steen en hoe het de leider van het volk en land koos. Faolan keek hem aan, maar was niet aan het luisteren naar wat de man zei. Faolan probeerde om zijn lichaam in bedwang te houden en de spanning te onderdrukken.

Het was zover, hij kan er niet meer omheen. Faolan legde zijn handen op de steen en probeerde zo net mogelijk omhoog te komen naar het zwaard, maar met zijn lange cape was dit niet makkelijk. Zijn cape kwam terecht onder zijn voeten waardoor hij een stukje terug naar beneden gleed. Het lukte hem snel genoeg om zich weer te herpakken en klom verder naar boven.

Eenmaal boven keek hij rond naar de menigte, zeker honderd mensen waren aan het kijken hoe hij het zwaard uit de steen zou gaan halen. Zijn vrienden leunden tegen de steen terwijl ze elkaar dronken verhaaltjes aan het vertellen waren. Sommige keken wel omhoog naar Faolan, maar niet ieder van hen leek er geïnteresseerd in.

Faolan zette zijn voeten stevig op de steen, legde zijn handen op het handvat van het zwaard en wachtte af tot het teken van de man. 'Prins, laat nu zien dat u de verkorenen bent voor de troon,' zei de man, het was het teken. Faolan begint te trekken aan het zwaard maar er kwam geen beweging in. Bij Nolan zag het er altijd makkelijk uit, maar voor hem was dat niet de realiteit.

Met zijn handen nog steeds op het handvat keek hij bang rond de menigte, de mensen leken geschokt, verbaasd en sommigen waren zelfs boos. Hij probeerde nog een te trekken aan het zwaard, maar er kwam weer geen beweging in.

Zijn vrienden hadden inmiddels ook door wat er aan de hand was. 'Dat meisje daar kan het wel!' riep een van zijn dronken vrienden.

De menigte duwde Juule meer richting de steen, iedereen was benieuwd of wat de jongens riepen inderdaad waar was. Faolan was hier ook van geschrokken, hij had niet verwacht dat zijn vrienden het ook echt hadden gezien, zeker niet sinds ze ook dronken waren.

Juule probeert weg te komen maar het lukte haar niet, waardoor ze maar toe gaf aan de menigte en begon met de klim de steen op. Zij gleed ook bijna weg op de steen, maar Faolan kon haar een hand geven en haar omhoog te hijsen. Toen Juule boven kwam, maakte Faolan plaats voor haar om om het zwaard te gaan staan.

Juule pakte het zwaard vast en begon eraan te trekken, Faolan zag hoe er beweging in zat en zijn hele lichaam verstijfde. Hij was nooit bestemd ook de leider te worden, eerst was het Nolan en nu was het Juule.

Juule trok het zwaard er niet helemaal uit, maar hij kwam wel ver genoeg dat iedereen het zag. Faolan keek naar zijn vader en zach zijn boze blik, met de geschokte blik van zijn moeder ernaast. Toen hij weer naar Juule wilde kijken, zag hij dat ze al weg was. Ze was van de steen af gegleden en probeerde zo snel mogelijk weg te rennen naar het huis.

Faolan stond er nog zelf nog wel. Iedereen keek geschokt en de totale stilte maakte het niet beter. Alleen de wind die door de bomen roos klonk nog. Langzaam werd de stilte onderbroken door het geroezemoes van de gasten. Hier ontstonden de eerste verhalen over wat er net was gebeurd, het zou binnenkort door het hele land bekend zijn.

Duux probeerde de steen op te klimmen richting Faolan, maar Catriona hield hem tegen en duwde hem de andere kant op. Boos volgde hij Catriona's handelingen op en liep hij bijna stampend weg. Faolan begon nu weer te bewegen, hij sprong van de steen af en rende richting het bos. Zijn vrienden waren begonnen om achter hem aan te rennen, maar stopten al snel omdat ze niet meer wouden rennen.

De eerste tranen begonnen te vallen over Faolans wangen. Hij wist niet meer wat hij moest doen, het enige wat hij nog wist was rennen. Zo ver mogelijk weg van wat net was gebeurd. 

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top