Hoofdstuk 5

Met alle tegenzin die een persoon kon hebben liep Faolan weer richting de oefenzaal. Gisteren had Juule hem in het bos gezien. Ergens vond hij dat ook zijn kleine zusje moest weten hoe hij zich voelde. Maar als oudere broer had hij ook de verantwoordelijkheid om haar juist in bescherming te nemen. Hij had Juule niet meer gesproken, dus wist hij niet hoe ze erin stond.

Morgen was zijn kroning en vader zou extra hard voor hem zijn. De gebeurtenissen zelf legden al een grote onzekerheid op hem, maar zijn vader was nog steeds zijn grootste bron van zorgen. Faolans vader raakte hem op plekken waar hij zichzelf niet eens kon raken. De koning vernietigde hem met woorden, en Faolan was niet eens zeker of hij dat zelf wel doorhad.

Dit keer was de zaal helemaal leeg. De ridders die hier normaal trainden waren allemaal bezig met de voorbereidingen voor de kroning van de volgende dag. Alleen de koning en zijn persoonlijke lijfwachten zouden vandaag de training bijwonen. Dat was zeker geen voordeel voor Faolan. Bij trainingen in de groep werd hij alleen maar uitgescholden, bij privé trainingen werd hij in elkaar geslagen. De koning wist waar hij moest slaan om het niet zichtbaar te laten zijn en om geen blijvende schade te veroorzaken.

Faolan ging op een bankje aan de zijkant zitten en wachtte op zijn vader, al starend in de verte. Naar het bos die je door de ramen kon zien, de plek waar hij eigenlijk liever wilde zijn. Maar wegblijven van de training was nog erger dan er wel zijn, wist Faolan uit ervaring.

De koning maakte zijn entree in de zaal met meer lijfwachten dan gewoonlijk. Vanwege de kroning waren er meer mensen in het kasteel dan gewoonlijk en die chaos was voor sommigen de beste kans om de koning iets aan te doen. Ook nu de eerste gasten uit verdere streken arriveerden, wist je nooit met welke bedoelingen zij kwamen en wie er zich onder hun gevolg bevond.

'Pak een zwaard' zei de koning bot. Faolan snapte meteen dat hij in een ongebruikelijk slecht humeur was en sprong van zijn plek overeind en pakte een zwaard uit het rek met oefenzwaarden. 'Nee, niet zo'n zwaard' snauwde de koning. Hij wees naar een ander rek, waar de echte zwaarden lagen. Die waren weliswaar bot, maar er konden wel oppervlakkige wonden mee worden aangebracht.

Onzeker pakte Faolan een zwaard uit het andere rek. Ze verschilden amper van de houten oefenzwaarden, die waren verzwaard zodat ze hetzelfde gewicht en evenwicht hadden. Deze voelde alleen ook echter. Faolan probeerde zijn handen stil te houden en te zorgen dat zijn zwetende handen zijn grip op het zwaard niet verzwakten.

De koning had ook een stalen oefenzwaard in zijn handen en voelde even het gewicht ervan zodat hij het optimaal kon gebruiken. Faolan veegde een voor een zijn handen af aan zijn broek omdat het zweet ervoor zorgde dat het zwaard uit zijn handen gleed. Ze gingen op de juiste afstand van elkaar in gevechtshouding staan. Faolan keek zijn vader recht in de ogen aan en wist dat het menens was.

Faolan sloeg de eerste slag. Echt verrassen kon hij de koning niet, dat wist hij, maar soms haalde hij er een groot genoeg voordeel uit. Dan kon hij het gevecht vijf minuten laten duren in plaats van twee. Hij deed uiterst zijn best om zijn vader zo lang mogelijk tegenstand te bieden. Om hem eindelijk tevreden te maken met zijn kunsten.

De koning leek echter nog feller te vechten dan normaal, alsof hij zich bij de andere trainingen altijd had ingehouden. Dat was misschien ook wel zo. Faolan bood hem daardoor echter geen enkele weerstand en na nog geen minuut lag hij op de grond. Wonderbaarlijk genoeg had hij zijn zwaard vast weten te houden, en daarmee probeerde hij zich op de grond nu te verdedigen, zodat hij hopelijk weer kon opstaan.

Dat was een hopeloze zaak en Faolan wist het. Al snel stond de punt van zijn vaders zwaard tegen zijn keel. Faolan sloot zijn ogen, wachtend op de klappen die de koning nu met zijn zwaard zou gaan uitdelen. Hij zou waarschijnlijk tot het randje gaan, zodat hij morgen nog wel kon lopen en alle andere dingen kon doen, maar hij er wel van leerde.

Maar de klappen kwamen niet. Ook niet toen het zwaard van Faolans keel verdween. Voorzichtig opende hij zijn ogen weer en zag hij de koning een paar meter van hem af staan. Even dacht hij dat de koning toch tevreden over hem was, maar dat was van korte duur. Al snel wenkte de koning hem op te staan en hij nam weer positie in voor het gevecht.

Alweer nam Faolan de eerste slag. Een andere dan hij in het vorige gevecht had gebruikt, anders zou hij de koning echt niet verrassen. Faolan zag het in de ogen van zijn vader, dat het daarnet een uitzondering was. Na dit gevecht zou hij niet meer op mogen staan om het nog een keer te proberen. Ook Faolan wist dat hij het al vaak genoeg had mogen proberen.

Het lukte hem aardig wat te vechten. Hoewel er van aanvallen niets terecht kwam. Hij pareerde de ene na de andere slag van de koning. Ook werd Faolan langzaam achteruit gedreven, maar langzaam genoeg. Aanvallen kon hij sowieso niet. Zijn vader had altijd met hem gespard, of een van de andere ridders en nooit had Faolan echt een kans gehad om aan te vallen. Altijd moest hij vertrouwen op zijn verdediging.

Na een tijdje had de koning hem toch op de grond gekregen. Faolan was nu ook zijn zwaard verloren, die lag een paar meter verderop, uit zijn bereik. De koning deed nu niet eens de moeite om zijn zwaard tegen Faolans keel te leggen om aan te geven dat hij in een echt gevecht dood zou zijn geweest.

Hij sloeg meteen toe met zijn zwaard. op Faolans romp vooral. In zijn buik, op zijn rug. Hij verdroeg alle klappen van het zwaard. Op zijn rug sprongen zelfs wonden open. Faolan kon niet vaststellen of het nieuwe wonden waren of oude die open schoten door de klappen met het zwaard.

Hij voelde bloed over zijn rug stromen toen het slaan met het zwaard even ophield. Hij hoopte dat het klaar was, maar hij wist dat het niet zo was. De koning had echter zijn zwaard aan de kant gelegd en een stok en zweep gepakt, zag Faolan toen hij zijn ogen opende. Hij voelde hoe de lijfwachten van zijn vader messen door zijn kleding in de grond staken, zodat hij niet ging bewegen. Doordat hij op zijn buik lag, kon hij ook niet meer zien wat de koning uitvoerde.

Hij hoorde echter nog wel. Hij hoorde hoe de koning de zweep en stok testte door ermee door de lucht te slaan. Het zwiepende geluid dat ze in de lucht maakten en de klappen als ze tegen de vloer of muur aankwamen, zorgde er al voor dat Faolan ineen kromp terwijl hij aan andere keren herinnerd werd.

Een voor een sloeg de koning toe met de zweep en de stok. Onverwachts voor Faolan, waardoor hij heftig ineen kromp van de pijn en zijn polsen en enkels schuurden aan de scherpe kant van de messen. faolan had zijn shirt nog aan, maar de dunne stof leek niets te zijn voor de werktuigen van zijn vader.

Nadat zijn rug helemaal vol zat met striemen en bloed, begon de koning ook op Faolans benen en armen te slaan. Hard genoeg, maar niet zo hard dat hij morgen niet meer zou kunnen lopen. Hierbij besloot de koning dat hij ook zijn benen wel kon gebruiken.

Faolan schreeuwde het uit toen de koning tegen zijn been schopte, waardoor zijn enkel in het mes werd geduwd. Hij schreeuwde nog harder toen hij ook zijn voet plaatste op zijn rug. Ook zonder zijn hele gewicht met modderige schoenen op de open wonden staande was te veel voor Faolan. Hij was dan ook dankbaar toen iemand hem zo'n harde klap tegen zijn hoofd aangaf dat hij buiten westen raakte.

Hij werd wakker in een andere zaal. Het duurde even voordat Faolan de vertrekken van zijn moeder herkende. Hij tilde zijn hoofd op om te kijken of er mensen waren en zag toen een genezer naast zijn bed zitten.

'Hij is weer wakker, majesteit' zei de genezer en niet veel later verscheen de koningin. Koningin Catriona was een goede moeder in sommige opzichten, maar niet alle. Ze gaf om haar kinderen en deed haar best ze te beschermen, maar ondanks dat ze wist wat haar echtgenoot allemaal deed, koos ze daar niets over te zeggen.

'Gaat het goed met je, Faolan? Hoe voel je je?' vroeg ze terwijl ze naast Faolan op bed plaats nam. Faolan moest even nadenken over het antwoord op die vraag. Hij herinnerde zich de training met zijn vader en alles wat hij daarna gedaan had, en dat hij door een klap op zijn hoofd buiten westen was geraakt.

'Ik, ik weet het niet. Ik denk dat het slecht gaat' zei hij. Hij probeerde iets verder overeind te komen, maar dat deed pijn in zijn rug. Nadat hij weer was gaan liggen ging zijn hand naar zijn hoofd, waar hij buiten westen was geslagen.

'Daar is niets van te zien, zit allemaal onder je haar' zei de koningin toen ze zag waar Faolans hand naartoe ging. Daarna bestudeerde Faolan zijn arm, waar verschillende middeltjes en linnen doeken omheen zaten.

'Hoe lang ben ik weggeweest?' vroeg Faolan. Hij wilde het liever over de daden van zijn vader hebben, maar zijn moeder zou toch alles ontkennen. Of in ieder geval niet aanvaarden, of ze dat nu uit liefde of angst voor haar man deed.

'Een paar uurtjes maar, het is bijna tijd voor het avondmaal' vertelde de koningin. Faolan knikte en zakte weer even weg in zijn kussens. Zijn rug deed pijn, veel pijn. Als zijn moeder alle wonden gezien had, zou ze wel moeten inzien wat de koning deed. Maar liefde en angst maken beide blind.

'Hoe zit het met de kroning morgen?' vroeg Faolan. Hij kon nu niet eens overeind zitten, laat staan dat hij morgen de hele dag het middelpunt van de belangstelling moest zijn en doen alsof er niets aan de hand was.

'Dat moet goed komen. Ik heb je verdovende middelen gegeven, die zullen binnenkort wel ingewerkt zijn. Morgen zullen we je daar vaak genoeg van voorzien dat je de pijn niet veel zal voelen' beloofde de genezer die naast het bed zat.

'Als het middel ingewerkt is zal je naar je eigen kamer terug moeten, Faolan. We kunnen niet samen in mijn bed slapen' zei zijn moeder. Faolan knikte. Waarschijnlijk zat er nu ook bloed van hem in haar lakens en moesten de bedienden die ook nog verschonen.

'Kan ik het avondmaal dan wel op mijn kamer krijgen? Ik blijf liever tot morgen in bed' vroeg Faolan. Hij had ook niet zo veel zin om zijn vader onder ogen te komen, of zijn zusje Juule. Dat zijn moeder hem in deze toestand zag kon nog wel, net als Nolan hem vroeger zo had gezien, maar zijn zusje wilde Faolan dit niet laten zien.

'Ja, ik zal het op je kamer laten bezorgen' antwoordde de koningin, waarna ze met haar zachte vingers door Faolans haar ging. Het deed hem denken aan vroeger. toen hij als klein jongetje niet kon slapen en zijn moeder hem als zingend en met haar vingers in zijn haar geruststelde totdat hij in slaap viel. Dat waren de betere tijden, hoewel hij het op dat moment niet had geweten. Dat waren de jaren geweest zonder verantwoordelijkheid, alleen maar vrijheid. Met de liefde van een vader en moeder.

'Bedankt' zei Faolan. Dat was een antwoord op zowel het feit dat zijn moeder het avondmaal naar Faolans kamer wilde brengen en dat ze hem met haar vingers in zijn haren terugbracht naar zijn veilige kindertijd. Je zou makkelijk vergeten met wat voor een man deze lieve vrouw getrouwd was.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top