9.

POV Emma:

De lucht buiten was kil, en de frisse avondbries voelde als een schok in mijn gezicht. Ik had geen idee waar ik naartoe liep, maar ik moest weg van dat feest, weg van de stemmen, van de ogen die me altijd bekeken. Weg van Noah. Zijn woorden gonsden nog steeds in mijn hoofd, alsof hij zijn handen in mijn hersenen had gestoken en alles door elkaar had geschud. "Je verbergt je voor de wereld, voor jezelf..." Het klonk als een waarheid die ik niet wilde horen.

Ik was altijd al goed in het verbergen van dingen. Ik was een meester in het bouwen van muren. Niet die onhandige soort muren die iedereen kan zien, maar de stille, onzichtbare muren die je om jezelf heen kunt zetten, de muren die je zo zorgvuldig ophoogt dat niemand weet wat erachter zit. En dat was hoe ik had overleefd: door te verbergen, door te doen alsof alles prima was, terwijl alles aan de binnenkant in brand stond.

De straatlampen gaven een warm, gelig licht, maar dat maakte de duisternis in mijn gedachten niet minder zwaar. Ik liep, voelde de kou in mijn botten, maar het was geen lichamelijke kou. Het was een koude leegte die zich in mijn borst nestelde, die elke keer dat ik iets probeerde te voelen, harder duwde.

Ik stopte bij een klein parkje, een plek die ik vroeger vaak bezocht als ik wilde ontsnappen aan de wereld om me heen. Het was er altijd stil, verlaten, de perfecte plek om alleen te zijn. Alleen met mezelf.

Mijn gedachten schoten heen en weer, als een wilde storm die ik niet onder controle kon houden. Ik leunde tegen een boom, sloot mijn ogen en voelde de kille lucht mijn huid raken. Alles leek zo ver weg, zo moeilijk te begrijpen. Het was makkelijker om gewoon niet te voelen, om gewoon niets meer te doen dan overleven.

Ik kon me Noahs gezicht nog voor de geest halen de manier waarop hij me aankeek, die blik in zijn ogen die zei dat hij meer wist dan hij had moeten weten. En dat maakte me woedend. Hoe durfde hij het? Hoe durfde hij zich zo door mij heen te kijken, om me zo te zien, zo kwetsbaar?

Waarom kon ik niet gewoon doorgaan? Waarom moest alles altijd zo moeilijk zijn?

En het was toen, in de stilte van het park, dat mijn gedachten me eindelijk naar de plek brachten waar ik ze al die tijd had willen vermijden. Het geheim dat ik met me meedroeg, de last die ik elke dag droeg, zonder dat iemand het zag.

Het was niet iets wat je zomaar kon delen, iets waar je gewoon over kon praten. Mensen zouden niet begrijpen wat het betekent, wat het doet. Wat het met je doet. Zelfs Noah zou het niet begrijpen, hoewel ik het hem misschien op dit moment nog wel zou willen vertellen—zo verward was ik, zo verstrikt in mijn eigen gedachten. Misschien dacht hij dat ik mezelf te veel in de problemen had gestoken door me op te sluiten in die zelfbescherming, maar dat was niets vergeleken met de pijn die ik verborgen hield.

Het geheim dat ik droeg was groter dan alles wat iemand zou kunnen bevatten. Het was niet zomaar iets dat je achter je kunt laten. Het was niet een domme keuze, geen jeugdige fout. Het was iets wat ik nooit had kunnen voorspellen, iets dat in één moment alles veranderde.

Ik herinnerde me die dag nog, alsof het gisteren was. Hoe alles perfect leek, hoe het leek alsof mijn wereld eindelijk compleet was. En toen—het moment waarop alles veranderde. Waarin ik alles verloor. Het was niet de schuld van iemand anders, maar mijn eigen schuld. Ik had een keuze gemaakt, en die keuze was het begin van alles wat fout ging.

De stilte in het park leek zich om me heen te sluiten. Ik haalde diep adem, maar de lucht voelde zwaar, alsof het me onder druk zette om dit allemaal onder ogen te zien, om mijn geheim niet langer in de schaduw te houden. Maar ik was niet klaar om dat te doen. Ik was nooit klaar om het te delen, om het toe te geven, om te zeggen dat het mijn schuld was.

De herinnering aan dat ene moment leek de grond onder mijn voeten weg te trekken. Het was iets dat ik al zo lang had weggestopt, dat ik het bijna niet meer durfde te voelen. Maar het was er altijd, wachtend om door te breken. En ik wist dat ik niet eeuwig kon blijven rennen.

Ik voelde een traan over mijn wang rollen, maar veegde hem snel weg. Ik wilde niet zwak zijn. Ik wilde niet dat iemand zou zien hoe gebroken ik werkelijk was. Niemand zou ooit mogen weten hoeveel ik had verloren, hoeveel ik had verpest. Ik zou mezelf weer moeten bouwen, stukje bij beetje, zonder iemand die me ooit echt zou begrijpen.

En toen voelde ik het. Die vertraagde ademhaling die je krijgt als je merkt dat je niet meer kunt ontsnappen aan de waarheid. Het was een pijnlijke realisatie. Ik was niet sterker dan mijn verleden. En het zou altijd terugkomen, elke keer wanneer ik dacht dat ik het had overwonnen.

Ik draaide me om, en zonder een woord, begon ik terug te lopen naar het internaat. Het was alsof alles wat ik had weggestopt me nu achtervolgde, maar ik wist dat ik nooit zou kunnen ontsnappen aan wat er was gebeurd. En dat besef bracht me maar één ding: ik moest dit allemaal in de schaduw houden, waar het veilig was. Waar niemand het kon zien.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top