28.

POV Emma:

Ik wist dat het een kwestie van tijd was voordat ze me zouden vinden. Toch voelde het alsof alles in me in brand stond toen ik die bekende stem achter me hoorde. Alsof de donkere schaduwen waar ik jaren voor had gevreesd, zich eindelijk aan me hadden opgedrongen.

"Emma, dacht je dat je ons kon ontlopen?"

Ik draaide me langzaam om, en daar stond hij, met diezelfde kille glimlach op zijn gezicht die hij altijd had gehad. De leider van de groep. De man die mijn leven jarenlang had beheerst, die mijn angsten kende en wist waar hij moest drukken om me onder controle te houden. En hoewel zijn ogen donker stonden, had ik mezelf deze keer voorgenomen om niet bang te zijn.

"Noem me niet alsof je denkt dat je nog macht over me hebt," beet ik hem toe. Mijn stem klonk harder dan ik had verwacht, vastberaden, maar diep vanbinnen voelde ik de adrenaline door mijn lichaam gieren.

Hij grijnsde alleen maar, alsof mijn woede hem amuseerde. "Kijk eens wie er moed heeft gekregen," zei hij op een toon die even nonchalant als minachtend klonk. "Is het omdat je hier tussen al die kinderen zit? Je weet net zo goed als ik dat je nergens voor kunt vluchten, Emma. Wat je ons schuldig bent, dat betalen we terug  vroeg of laat."

Zijn woorden waren als messen die zich een weg probeerden te banen naar de oude angst in me, maar ik weigerde om die angst ruimte te geven. Ik rechtte mijn rug, keek hem aan, en stapte dichter naar hem toe. Ik was klaar om dit gevecht aan te gaan, klaar om eindelijk los te breken van de kettingen die hij om me heen had gelegd.

"Je hebt geen macht meer over mij," zei ik, mijn stem kil. "Wat je ook denkt dat ik je schuldig ben, het is niet jouw recht om dat te eisen. Dit is mijn leven, en ik ben klaar om voor mezelf op te komen. Je hebt me al genoeg gepijnigd."

Hij zette een stap dichterbij, maar ik hield mijn grond. "Denk je echt dat het zo makkelijk gaat?" Zijn stem droop van minachting. "Ik hoef maar één vinger uit te steken, en je bent terug bij af. Denk je dat je dat kunt vermijden door te spelen dat je sterk bent?"

Woede kookte op in me, krachtiger dan de angst. Ik dacht aan Noah, aan alles wat ik had opgebouwd sinds ik hier was, en het maakte me vastbesloten om deze man niet nog een keer de macht te geven om me te breken.

"Probeer het maar," daagde ik hem uit, terwijl ik mijn vuisten balde. "Ik ben niet meer dat meisje dat je kunt intimideren. Als je iets van me wil, zul je het moeten verdienen."

Voor hij iets kon zeggen, draaide ik mijn schouders naar achteren en sloeg ik toe, mijn hand stevig tegen zijn borst. De kracht verraste hem, en hij zette een stap achteruit, zijn blik nu een mix van verbazing en woede. Maar ik voelde me sterker dan ooit.

Hij herstelde zich snel en stapte weer naar me toe, zijn ogen fel. "Dit ga je berouwen," siste hij, terwijl hij mijn arm greep. Maar deze keer gaf ik niet mee. Ik rukte me los en voelde de woede in me oplaaien, die rauwe, ongefilterde kracht die ik jarenlang had onderdrukt.

"Het enige wat ik berouw is dat ik dit niet eerder heb gedaan," zei ik scherp, terwijl ik opnieuw mijn vuist balde, klaar om mezelf te verdedigen, klaar om eindelijk een punt achter dit hoofdstuk te zetten.

We stonden daar, tegenover elkaar, als vijanden die elkaar al te lang kenden. Ik wist dat hij dit niet zomaar zou laten gaan, maar deze keer zou ik niet wijken. En hoe het ook zou eindigen, ik was vastbesloten om te laten zien dat hij me niet meer klein kon krijgen.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top