066 • Jayne

Ons ongeboren kind. De drie woorden bleven door Jaynes hoofd malen. Al het andere ging langs haar heen. Hij verwacht een kind. Van Celebrían.

Het verlangen om weer terug te veranderen naar haar mensengedaante ebde weg. Haar hart kromp en oh, wat deed het zeer. Natuurlijk had ze geweten dat Elrond verderging met zijn leven. Maar dat hij een kind verwachtte maakte het definitief. Er was voor haar geen weg meer naar hem terug. Nooit meer. Annatar had dat voor altijd van haar afgepakt.

Pas toen meerdere elfen nadrukkelijk haar naam uitspraken, kon ze zich losscheuren uit haar verdriet. Vragend keek ze van de een naar de ander. Ze keken niet meer naar haar, maar wisselden onderling verontruste blikken uit.

'Ik vermoed dat haar bewustzijn weer is weggezakt. Annatar probeert vast weer grip op haar te krijgen.' De stem van Elrond sloeg over. Ze huiverde erdoor. Waarom was hij hier nog? Moest hij niet terug naar Celebrían?

Jayne wist dat het niet eerlijk was en dat ze hem nergens de schuld van kon geven. Toch kwam er iets wraakzuchtigs in haar los. Al die tijd had ze zich vastgeklampt aan de hoop dat ze weer gelukkig kon worden, zoals die paar dagen dat ze in zijn gezelschap was geweest. Hij had haar moeten tegenhouden. Hij had het geprobeerd en hij had haar niet mogen laten gaan. Nu voelde het alsof de fundamenten van haar leven waren weggeslagen. Waar moest ze nu nog op hopen? Op een weerzien met haar broer? Iedereen zweeg angstvallig over hem. Misschien had Annatar hem ook al uit de weg geruimd.

'Ik zal een zuiveringsdrank laten brouwen. Iedere betovering zou daarmee weggespoeld moeten worden.'

'Kan ik ervan uitgaan dat ze hier in goede handen is?' vroeg Oropher. 'Ik wil mijn koninkrijk niet te lang onbeheerd achterlaten.'

Jayne jankte protesterend. De haard in zijn paleis was het enige wat ze nu nog als een thuis beschouwde. Ze voelde zich vertrouwd bij hem en zijn zoon. Ze kon toch niet bij Elrond en Galadriël achterblijven?

Oropher keek haar recht aan. 'Wil je dat ik blijf?'

Ze bewoog haar hoofd nadrukkelijk omhoog en naar beneden. Ze zag hem fronsen. 'Goed,' zei hij. 'Ik zal blijven.'

De elfen en Jayne werden naar een logeervertrek gebracht. Jayne koos ervoor om bij Oropher te blijven. Alleen hij slaagde erin om haar koude hart ietsje te ontdooien en ze was blij toen hij haar niet wegjoeg toen ze naast hem op bed kwam liggen. Afwezig streek hij met zijn hand door haar vacht. Jaynes oogleden zakten naar beneden.

'Best raar om te weten dat je eigenlijk een vrouw bent.'

Hij trok zijn hand even terug. Jayne gromde van ongenoegen. Ze had zijn warmte nodig, ze was bang dat haar geest zich anders weer terugtrok naar een ver hoekje.

'Ik kan het nog steeds niet helemaal geloven. Dat iemand je zo lang in een hond heeft veranderd. En waarom? Als het jouw lichaam was waarin die Annatar zich had veranderd, kan ik geen reden vinden. Je zag er zo lieflijk, zo onschuldig uit.'

Jayne voelde haar mondhoeken trekken. Als ze al eens onschuldig was geweest, zou ze dat nu niet meer zijn. Ze was verbitterd. Haar kleine lijf hield zo veel woede bij elkaar dat ze dit woud vernietigd zou hebben als ze daar de kans toe kreeg. Maar haar magische vermogen waren verdwenen. Als ze die ooit terugkreeg, zou ze onberekenbaarder zijn dan ooit.

Hoe zou haar leven er morgen rond deze tijd uitzien? Was het drankje dan al gebrouwen? Was ze dan al terug naar haar oude staat veranderd? Of waren ze dan tot de conclusie gekomen dat ze verloren was, dat de spreuk niet teruggedraaid kon worden?

Haar ogen begon te jeuken, maar huilen kon ze niet. Ze legde haar kop op haar voorpoten neer en luisterde naar de ademhaling van Oropher totdat ze zelf ook in slaap viel. 

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top