040 • Jayne

Jayne dacht dat ze de afgelopen tijd wel had geleerd wat pijn was. Het voelde alsof er hete sintels door haar bloedbaan stroomden en het aangrenzende vlees wegbrandden. In ieder lichaamsdeel. Ze zou zweren dat het bruisen van haar bloed zelfs zichtbaar was door haar dooraderde bleke huid, ware het niet dat ze op het moment niets zag dan een waas.

'Ik zorg wel voor haar, geen paniek!' De stem kon nooit zo ver zijn als hij klonk, want ze werd opgetild. Veel meer kreeg ze niet mee. Haar zicht kwam nog steeds niet terug.

'Tut-tut. Ik had je gewaarschuwd. Zodra je iets zou onthullen, was het met je gedaan. Regel ik een uitstapje voor je, dan verpest je het zo grondig!'

Jayne wenste dat ze de kracht had om zijn ogen uit te krabben, om met haar vingers zijn mond binnen te dringen en zijn stembanden te verscheuren. Maar ze was volkomen uitgeteld, al doofden de vlammen in haar lijf alsof er niets meer was om op te teren.

Hij legde haar in het gras neer. Alle contouren waren onscherp, behalve die van zijn gezicht. Haarscherp. Ze kende iedere trek van zijn gezicht, zo vaak had hij haar al in haar dagdromen en nachtmerries gekweld.

'Je hebt geluk dat ik het hier zo gezellig vind. Ik gun je een tweede kans om nog even van de sterrenhemel te genieten.'

Plots was er weer een zinderende, verscheurende pijn. Jayne schreeuwde het uit, haar gekrijs galmde door haar hoofd, deed haar trommelvliezen bijna klappen. Het voelde alsof ze in een kamer zat waarbij de muren op haar af raasden, haar verpletterden, haar botten verbrijzelden. Hoe hard ze ook brulde, het verlichtte niets.

Net toen Jayne dacht dat ze ging flauwvallen, hield het op. Hijgend keek ze omhoog, haar tong hing uit haar mond en het lukte haar niet om er verandering in te brengen.

Annatar torende boven haar uit, een krankzinnige grijns speelde om zijn lippen.

'Wat heerlijk om mijn kracht te zien groeien.'

Jayne was nog te verdwaasd om te reageren, om te begrijpen wat er gebeurd was.

De elf zakte door zijn knieën tot hij op zijn hurken naast haar zat en stak zijn hand uit. Zijn vingers streken over haar rug, haarwortels leken in brand te staan.

'Haal het maar niet in je hoofd om ervandoor te gaan. Als ik je niet terug verander, ben je morgen dood en zal een ander mijn kerker moeten vullen.' Hij hield zijn hoofd ietsje schuin.

Jayne keek naar hem op. Zonder dat ze er erg in had, was ze naar hem gaan grommen.

'Goed zo,' fluisterde hij. 'Brave hond.'

Zijn donkere haren trokken zich terug tot vlak voorbij zijn oren en kleurden wit, zijn kin werd prominenter en zijn ogen kregen de kleur van een rottend herfstblad. Hij kwam overeind, toonde een glimlach die oprechter leek dan alle andere die hij haar had getoond en liet haar achter.

Jayne schreeuwde naar hem, maar het enige wat eruit kwam was een zielig gejank. Ze richtte haar blik naar beneden en probeerde zichzelf te bekijken. Ze had een vaalgrijze vacht en mollige poten die wankel waren toen ze ermee probeerde te lopen. Ze sleepte zichzelf naar de vijver en tuurde in de weerspiegeling. Nooit eerder had ze zo'n afzichtelijke hond gezien. Een zwerfhond waar iedereen met een boog omheen liep.

'Ksst.' Iemand haalde naar haar uit. Ze deinsde verschrikt achteruit en viel in het water. Nog net zag ze de elf waarin Annatar getransformeerd was, voordat ze kopje onder ging. Kou golfde over haar heen, in paniek sloeg ze met haar poten om zich heen. Water stroomde haar mond binnen. Jayne probeerde een dierlijk instinct te vinden dat haar van de verdrinkingsdood wilde redden, maar dat instinct had ze niet.

Ze probeerde te hoesten, maar haar lijf werkte niet mee.

Plotseling waren er twee handen die haar uit het water tilden. Blaffend spuugde ze het water naar buiten.

'Waar kom jij nu vandaan?' klonk een lieve, zachte stem.

Jayne rilde, waardoor haar vacht schudde en de jurk van Celebrían het slachtoffer werd van een regen aan vuile druppels.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top