038 • Jayne
Jaynes spieren verstijfden toen de deur krakend openging. Op voorhand voelde ze altijd aan dat Annatar degene was die haar bezocht, in plaats van zijn zwijgende sloofje. Het was alsof de temperatuur tien graden daalde en het bloed in haar aderen deed stollen.
De hak van een laars tikte tegen de grond, een tweede volgde. Met een scherpe klik viel de deur weer in het slot. Nog twee voetstappen, voordat hij de hoek om stapte en haar gezichtsveld binnenkwam.
Wolken pakten zich samen onder het stenen plafond. De lucht knetterde. Het veroorzaakte een geamuseerde grijns op Annatars gezicht. Jayne grimaste. Ze had de ontwikkeling van haar gave voor zich willen houden zodat ze hem ermee kon overvallen, maar ze kon haar boosheid niet genoeg bedwingen.
En dat was niet alleen haar schuld. Hij trok iedere keer van alles uit de kast om haar uit de tent te lokken. Alsof hij graag door haar bliksemschichten getroffen wilde worden om te bewijzen dat het hem niets deed. Rationeel gezien geloofde Jayne niet dat hij onsterfelijk was, maar zijn zelfvoldaanheid was zo intens dat ze er vanzelf aan ging twijfelen.
Annatar trok zijn gezicht weer in plooi en ging tegen de muur tegenover haar zitten. Hij staarde haar aan, zijn ogen koud als ijs. Jayne liet zich er niet door intimideren, ze staarde stug terug. Dit won ze van hem.
Altijd was Annatar de eerste die opgaf, gewoonweg omdat hij zich verveelde. Dat beweerde hij, in ieder geval. Maar voor Jayne was het een overwinning. Haar wilskracht was sterker dan die van hem. Dat bleek iedere keer weer.
'Mis je de zon al?' Hij bleef haar aankijken.
Zijn grijze irissen verschoten af en toe van kleur. Werden een tint donkerder of lichter, alsof ze zijn duistere ziel weerspiegelden, die donkerder werd bij iedere obscure gedachte die door zijn hoofd schoot.
Jayne hield haar lippen op elkaar geklemd, al wist ze dat Annatar zijn kwetsende woorden toch wel zou spuien. De laatste keer had hij haar uitgebreid verslag gedaan van de kroning van haar broer. Hij had gelachen en gedronken, de zus die hij verloren had, was niets dan een vervagende herinnering. Jayne geloofde er geen woord van, het was gewoon de zoveelste martelmethode van Annatar. Toch kleefden de leugens aan haar als hars, in haar hersenpan, zonder dat ze erbij kon.
'Ik heb vandaag het heugelijke nieuws ontvangen dat de prins van Eriador zich gaat verloven.'
Daar was hij, die steek onder de gordel waarvan ze had geweten dat hij zou komen, maar waartegen ze zich niet kon wapenen. Annatars mondhoeken krulden om. De schrik moest in haar ogen te lezen zijn.
'Ik bedoel natuurlijk Elrond, mocht je daarover twijfelen. Elros is nog steeds vrijgezel.'
Het voelde alsof een schim van de man opstond, naar haar toe liep en haar hand dwars door haar borstkas stak om haar hart vast te grijpen en samen te knijpen. Het stak, ze kneep haar ogen dicht om de illusie te verdrijven.
De elf tegenover haar grinnikte. Hij had gewonnen.
Ze voelde zich slap worden. Uit alle macht probeerde ze dat wat er van haar was overgebleven bij elkaar te houden. Als ze nu in een put viel, kwam ze er nooit meer uit.
Ze klemde haar kaken op elkaar, ademde diep in door haar neus en opende haar ogen weer. Annatars gezicht betrok. Blijkbaar gaf ze niet de reactie die hij gehoopt had.
'Ik neem je ermee naartoe. Ik zou niet willen dat je zo'n belangrijk moment in het leven van je geliefde moest missen.'
Jaynes blik tastte onbegrijpend zijn gezicht af. Wat wilde hij zeggen? Dat ze echt uit dit nare hol vandaan zou gaan om Elronds verlovingsfeest bij te wonen? Dat sloeg nergens op.
Annatar stond op. 'Je bent wat stijf, Jayne. Ik zou niet willen dat je straks uit de toon valt. Misschien moet we eens een dans oefenen.'
Hij stak zijn hand uit.
Jayne kneep haar ogen tot spleetjes en spuugde naar zijn voeten. 'Laat me met rust.'
Hij boog spottend. 'Zoals je wilt. Maar het zou toch zonde zijn als je straks te midden van al het feestgedruis over je eigen voeten struikelt.'
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top