023 • Elrond

Elrond geloofde dat ze de waarheid sprak, maar toch kon hij het niet begrijpen. 'Ik zou ook niet willen dat je me vergat.'

Ze toonde hem een uitdagende blik, een waardoor hij het zo heet kreeg dat hij het liefst zijn mantel van zich zou afwerpen.

'Ik ben benieuwd of je die mening nog steeds hebt als de draak mijnin tweeën heeft gescheurd omdat ik met mijn gedachten bij jou was.'

Jaynes grijns vertelde hem dat hij die woorden niet serieus moest nemen, maar dat deed hij juist wel. Haar woorden maakten die angst alleen maar reëler.

'Ik vind het maar niets.'

De woorden klonken zowel wanhopig als belerend en zodra hij ze had uitgesproken, wist hij dat ze niet in goede aarde zouden vallen. Ze zat niet te wachten op iemand die alles wat ze deed bekritiseerde.

'Wat vind je niets?' Ze glimlachte nog steeds, maar de scherpte van haar toon verried de irritatie die daar achter school.

'Dat, eh, Annatar meegaat.'

Dat was immers ook waar.

Jayne grinnikte zachtjes. Ze trok hem dichter naar zich toe en liet haar handen door de opening van zijn mantel glijden. Hij hapte naar adem toen haar vingers over zijn naakte huid gleden. Het verlangen om haar te kussen en dit hele gesprek te vergeten, groeide, maar het voelen van zijn bovenlichaam leek haar niet zo tot waanzin te drijven als haar handen bij hem deden.

'Je bent toch niet jaloers hè, mijn prins. Al moet ik toegeven dat die man prachtige ogen heeft.' Gniffelend kuste ze zijn lippen. 'Al zijn ze mij veel te koud.' Ze keek naar hem op. 'Ik geloof niet dat ze kunnen schitteren als die van jou.'

Ze maakte hem sprakeloos. Haar aanrakingen, haar woorden, de onstuimige blik in haar ogen en haar speelse glimlach ontketenden een verlangen in hem waar hij bang van werd. Hij ervoer een noodzaak om zijn volledige puurheid af te leggen en hij wist dat hij zich daartegen moest verzetten. Hij kon zich niet verliezen aan een vrouw die de volgende ochtend zou vertrekken en misschien wel de dood tegemoet ging. Dan gaf hij haar iets wat hij nooit meer terug zou krijgen. Gisteren had hij al spijt gehad van hun kus. Hoezeer hij ook wilde geloven dat zij net zo veel voor hem voelde als hij voor haar, hij durfde er niet van op aan. Ze was een geboren verleidster.

'Ik ben niet jaloers.' Het kostte hem bijzonder veel wilskracht om zich op Annatar te concentreren in plaats van Jayne's strelende vingers, maar het gesprek aanhouden leek hem op dit moment het verstandigst. 'Je kunt hem niet vertrouwen, Jayne.'

Haar lippen gleden langs zijn hals. 'Spreek mijn naam nog eens uit?'

Elrond zuchtte en zette een stap achteruit, zodat hij zich van haar losmaakte. 'Ik meen het. Hij voert iets in zijn schild.'

Jayne rolde met haar ogen. 'Hij wil gewoon een draak zien.'

'Dan hoeft hij alleen maar in de spiegel te kijken.'

Jayne grinnikte om die opmerking, maar Elrond had het gemeend. De man moest echt iets duisters zien wanneer hij in de spiegel keek.

'Hij is gewoon een beetje eigenaardig.'

Elrond schudde zijn hoofd. 'Hij woont hier al twee eeuwen. Denk je nou echt dat jij hem in twee dagen beter kent dan ik?'

De irritatie in zijn stem moest haar niet ontgaan zijn, want de uitdrukking op haar gezicht veranderde. Al snel kwam haar grijns echter weer terug. 'Wat kun je heerlijk streng klinken. Dat wist ik nog niet.' Ze hield haar hoofd schuin. 'Wat wil je de rest van de ochtend doen? Over Annatar praten of je onderwerpen aan mijn nauwelijks te beteugelen passie?'

'Geen van tweeën.' Een deel van hem was het er niet mee eens, maar zijn verstand had het hoogste woord. De teleurstelling op Jaynes gezicht maakte hem aan het schrikken en hij pakte haar handen vast. 'Ik weet dat jij met de dag leeft omdat je niet weet want de toekomst je brengt, maar ik vertrouw er liever op dat je heelhuids bij me terugkomt en we dan rustig iets kunnen opbouwen, zonder dat we onze gevoelens overhaasten omdat er misschien geen morgen meer is.' Hij bracht haar handen omhoog en kuste haar vingers. 'Misschien is die morgen er wel, Jayne.' 

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top