016 • Jayne

'Kijk nou niet alsof je hier nooit meer gaat terugkomen,' merkt Jayne hoofdschuddend op toen Elrond spijtig over zijn schouder keek. 'Ik durf te wedden dat je hier straks iedere dag zit.'

Ze keek niet naar zijn gezicht om zijn reactie te peilen, maar staarde de grot in. Ze waren een heel eind met de stroom meegesleurd en eigenlijk vermoedde ze niet dat ze er langs deze kant weer uit zouden kunnen gaan. Ze moesten waarschijnlijk op zoek naar een andere uitweg en het verbaasde haar dat Elrond daar nog niet eerder over gemijmerd had. Ze kreeg de indruk dat er geen uur voorbijging zonder dat hij zich ergens zorgen over maakte.

Ze hield de fakkel die ze net ontstoken had iets hoger en volgde het schijnsel dieper de grot in. Al snel omringde het water haar enkels en moest ze haar voeten schrap zetten om niet uit te glijden. Misschien dat het haar zou lukken om naar boven te klimmen, maar ze wist zeker dat Elrond het nooit tot de helft zou redden.

'We moeten een andere weg naar buiten vinden, mijn prins.'

'We kunnen dit pad volgen?' klonk zijn aarzelende stem.

Jayne stapte het riviertje uit en liep naar zijn flakkerende fakkel. Hij stond ietsje bij haar vandaan en had blijkbaar een andere doorgang gevonden.

'Het is geen pad. Hier is nog nooit iemand geweest.'

Jayne zag er eigenlijk niet zo naar uit om nog meer donkere gangen te gaan volgen. Straks vielen ze weer in een gat en raakten ze nog dieper onder de grond.

'Misschien kunnen we eerst eens rondkijken of we ergens de berg kunnen beklimmen.'

De daaropvolgende zucht van de halfelf gaf te kennen dat bergen beklimmen niet tot zijn favoriete bezigheden behoorde.

'We hebben geen keuze.'

De zon ging bijna weer onder toen ze een weg uit de vallei hadden gevonden. Ditmaal vonden ze een smal ravijn dat hen naar een grasland leidde. Grote rotspartijen onderbraken de groene zee en opgetogen klom Jayne naar buiten. Eenmaal boven keek ze op Elrond neer, wiens gezicht van bijzonder weinig vreugde getuigde.

'Gil-Galad gaat het absoluut niet leuk vinden als ik weer niet bij het avondmaal ben.'

Jayne haalde haar schouders op. Alleen Elrond kon zich om zulke zaken druk maken. 'Hij zal het wel overleven, hoor.'

Elrond slaakte een zucht en schudde toen zuchtend zijn hoofd. Hij kwam een beetje nukkig over en floot op zijn vingers. Het uitblijven van enige reactie van zijn paard veranderde dat niet.

'Je bent een volwassen man,' merkte Jayne op. 'Je hebt het recht om te doen en te laten wat je wilt.'

'Als aangenomen zoon van een koning is dat niet zo gemakkelijk,' bromde Elrond. Met grote passen stak hij de vlakte over en Jayne moest haar best doen om hem bij te houden. 'Er kwam gisteren een belangrijke gast en dat ben ik helemaal vergeten. Ik kan het niet maken als ik mijn gezicht weer niet laat zien.'

Jayne keek naar de donker wordende de lucht. 'Ik zou me daar toch alvast op gaan voorbereiden.'

Elrond wierp haar een vernietigende blik toe die haar verbaasde. Hij had helemaal niet geoogd als iemand die snel op zijn teentjes was getrapt.

'Het is vast geen gewone belangrijke gast,' merkte ze spottend op toen de uitdrukking op zijn gezicht net zo hard bleef.

Het viel haar op dat hij oogcontact meed, wat hij nog niet eerder had gedaan. Hij hield iets voor haar verborgen.

'Het is vast een vrouw.'

Elrond slaakte een zucht. Misschien dat het geërgerd had moeten klinken, maar het klonk eerder wanhopig.

'Ik had het je eerder moeten vertellen.'

Jayne wist niet wat ze daarop moest antwoorden. Het feit dat hij haar straal vergeten was, zei wat haar betrof wel genoeg. Hij hoefde haar niet te overtuigen, want ze had zijn passie en onzekerheid gevoeld en wist dat wat hij ook met die andere vrouw deelde, niet in de buurt kwam van hetgeen dat er tussen hen was.

'Ik had gevoelens voor haar,' bekende Elrond. 'Maar ze zijn verdwenen zodra ik jou zag.' Hij blikte nerveus opzij, alsof hij bang was dat hij nu op haar ziel had getrapt.

Jayne trok haar wenkbrauwen op toen hij aarzelend haar hand vastpakte en vroeg zich af of hij alvast aan het oefenen was om iemand te troosten. Jayne wist niet waarom, maar ze had het gevoel dat de vrouw nogal teer van hart was.

'Ik vind je echt heel leuk, Jayne. Ik had dit je eerder moeten vertellen, maar...'

'Bewaar je troostende woorden maar voor haar, hoor. Ik neem aan dat zij ze harder nodig hebt dan ik, tenzij je mij plotseling ook vergeet als je haar ziet.' Ze lachte zachtjes. 'Maar ik heb nog altijd een vuurdraak die me warm zal houden.'

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top