009 • Elrond
Grind rolde onder zijn voeten weg toen hij Jayne volgde, de berg op. Het was niet dat hij hoogtevrees had, maar in het bijzijn van deze mooie vrouw had hij het gevoel zichzelf absoluut niet onder controle te hebben en het zou hem niet verbazen als zij straks de oorzaak was dat hij naar beneden viel. Hij vertrouwde de hand die ze had vastgehouden nauwelijks en was bang dat dit alles tot een vroegtijdige dood zou leiden.
'Kom je nog?' grinnikte ze. Ze was al zeker vijf meter boven hem. Ondanks haar woorden klonk ze niet ongeduldig. Ze was op een kei gaan zitten en wachtte op hem, maar nu ze hem zo nauwlettend in de gaten hield, was hij alleen maar banger om te vallen.
'Het – eh – werkt me op de zenuwen als je zit te kijken hoe ik hier loop te stuntelen,' riep hij naar boven. Het was beschamend om toe te geven, maar hij leefde straks liever in schaamte dan dat hij helemaal niet meer leefde.
'Oké dan,' lachte ze. 'Wat u wenst.'
Ze draaide zich weer om en Elrond concentreerde zich op de uitstulpingen waaraan hij zichzelf moest ophijsen. Hij had zijn dag niet. Het zou hem helemaal niet zoveel moeite moeten kosten, maar in haar buurt zijn vrat aan zijn energie en op dit moment leek zij zo lenig als een elf te zijn, in plaats van hij.
'Een grot!' hoorde hij Jayne roepen toen hij net het punt had bereikt waar ze op hem had zitten wachten. Hij keek om zich heen en zag dat ze een paar meter naar rechts voor een opening zat.
Elrond haalde enkele malen diep adem en zette toen zijn tocht voort, blij dat ze het bij deze hoogte hield.
Haar ogen schitterden van enthousiasme toen hij op gelijke hoogte was gekomen. Hij stapte de koelte van de spelonk in en keek Jayne vragend aan. 'Je wilt vast deze grot verkennen, hè?'
'Zeker,' glunderde ze. 'Ik zal zorgen voor een fakkel.'
In de tijd dat ze op hem had gewacht, had ze een dikke tak gevonden.
'Blijf maar in de grot.'
Elrond vroeg niet naar een uitleg, maar deed wat ze hem opdroeg en keek toe hoe ze haar ogen sloot. Vol verbijstering zag hij hoe de hemel in een snel tempo dichttrok en dikke donderwolken als bij tovenarij samenpakten.
'Hoe ...'
'Sst.'
Elrond hield zijn mond weer dicht. Toen de eerste bliksemschicht naar beneden schoot, deinsde hij verschrikt achteruit. Het raakte een dorre boom die een eindje bij hen vandaan stond. Zodra dat gebeurd was, opende Jayne haar ogen weer. Zweetdruppeltjes gleden langs haar gezicht, maar de donderkoppen dreven onmiddellijk uiteen en Jayne liep met de dikke tak naar de brandende boom toe.
'Zo. We kunnen,' deelde ze vrolijk mee toen haar primitieve fakkel tot leven was gebracht. Ze hijgde zachtjes: tekenen dat de magie haar had uitgeput.
'Bewaar je vragen maar voor later,' zei ze. 'Als we deze grot uit zijn.'
Elrond willigde haar verzoek in en liep samen met haar de spelonk binnen. Jayne leek allerminst bang en opnieuw bewonderde hij haar durf.
'Heb je dit vaker gedaan?' fluisterde hij.
Haar gezicht werd door de vlam van de fakkel verlicht en toonde een ondeugende glimlach. 'Nee.'
Het was vochtig in de grot. Het duurde niet lang voordat Elrond het koud begon te krijgen, maar hij klaagde niet en bleef stug rechtdoor lopen, hopend dat ze hier geen lang vergeten monster zouden aantreffen.
Plotseling gleed zijn voet weg. Zijn handen graaiden om hem heen en hij wist Jaynes pols vast te pakken, maar hij verloor evenzogoed zijn evenwicht en tuimelde een gat in. Zijn schreeuw echode door de grot, vergezeld door die van Jayne.
Zijn knieën stootten tegen iets hards en hij klemde grommend zijn kaken op elkaar. Water kolkte rondom zijn handen die grip probeerden te vinden. Jaynes fakkel was gedoofd, maar hij wist dat ze vlakbij was.
'Licht!'
Elronds blik schoot naar voren. Hij zag inderdaad een opening, die in een razend tempo dichterbij kwam. Voordat hij er iets van kon zeggen, kwamen ze tot stilstand in een smerig poeltje. Modder droop van zijn armen af toen hij deze optilde en hij trok zijn neus op.
Gauw blikte hij om zich heen om te zien of Jayne in orde was. Tot zijn opluchting zag hij dat ze ietsje verderop zat, volledig in de modder gehuld. Ze hadden de uitgang van de grot gevonden, want zonlicht scheen naar binnen en Elrond moest zijn ogen samenknijpen.
'Kom eens kijken,' fluisterde Jayne.
Gehurkt liep hij naar Jayne toe, zodat hij de vallei voor en onder hen kon onderscheiden. Sprakeloos staarde hij naar de vele watervallen die het dal instroomden.
Hij kon niets uitbrengen en wist zeker dat hij nog nooit zo'n prachtige plaats had gezien. Zelfs Jayne, die tot nu toe weinig onder de indruk was geweest van de omgeving, was met stomheid geslagen.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top