5.2 Liborio dal Palazzo

~ Bella ~

"Je snapt het nog altijd niet hè."

Calogero heeft het verhaal proberen uitleggen, maar Bella snapt het nog altijd niet. Iemand die mij wilt vermoorden? Waarom dan? En wat heeft dat te maken met mijn oma?

"Non importa", zucht Calogero.

Blijkbaar heeft niemand van haar familie haar al ooit de waarheid vertelt, iets wat Calogero niet direct snapt. Caprice had het al lang moeten vertellen inplaats van af te wachten tot het te laat is.

"Nee", zegt Belle, "ik wil het weten. Waarom wilt iemand mij vermoorden? Wat heb ik gedaan dan?"

Calogero kijkt haar aan.

"Het spijt me Bella," zegt hij, "maar dat zal je broer moeten uitleggen."

Voordat Bella kan vragen hoe hij haar broer kent, legt hij plotseling zijn vinger op zijn lippen als teken om stil te zijn. Bella schrikt als ze ferme voetstappen hoort in hun richting en Calogero ziet de angst in haar ogen.

Hij stelt haar gerust met zijn blik.

Bella ademt diep in. Waarom heeft hij mij eigenlijk weggehaald bij Nicolai? komt het plots in haar op. Nicolai had toch ook niks kwaad in zin, of wel?

"Calogero", hoort ze plots achter zich.

Calogero draait met zijn ogen en Bella durft zich niet om te draaien. Ze weet heus wel wie het is. Nicolai.

"Goed, je hebt me gevonden." begint Calogero terwijl hij met zijn ogen draait.

Bella hoort Nicolai schamper lachen en al snel heeft ze door dat deze twee geen goede vrienden zijn. De minachting in hun stemmen. De haat in hun ogen. Dat alles zegt genoeg.

"Als je dacht dat ik haar aan jou zou toevertrouwen heb je het goed mis", zegt hij.

Ze ziet hoe Nicolai een stap naar voren zet en zich naast haar zet.

Als Bella eerlijk is, is ze opgelucht. Heel opgelucht. Nicolai heeft me gevonden.

Op een of andere manier voelt ze zich veiliger bij hem dan bij deze Calogero. Waarom weet ze zelf ook niet. Ze vertrouwt Calogero gewoon niet zo. Hij is onvoorspelbaar en komt iets te dicht bij haar in de buurt. Hij doet me denken aan een donnaiolo.

"Nou, Bella, aan jou de keus. Blijf je bij hem of bij mij?" vraagt Nicolai haar, terwijl hij een slok water in zijn mond giet.

Bella kijkt naar de grond.

Het lijkt net of ze Calogero verraadt als ze met Nicolai meegaat, maar aan de andere kant is ze bang dat ze zich veel te snel gaat laten doen door Calogero. Zijn charmes kan ze amper weerstaan, en dat terwijl ze van iemand anders houdt...

Nicolai kijkt met opgetrokken wenkbrauwen naar Calogero, die hem een boze blik geeft.

Hij weet heus wel hoe Calogero denkt over Bella. Hij heeft haar amper een paar uur, en nu is hij al te dicht bij Bella in de buurt gekomen aan haar reactie te zien.

"Kom", zegt hij terwijl hij zelf rechtstaat, "wij gaan naar zio Edoardo."

Bella knikt onzeker en voelt Calogero's ogen in haar rug priemen.

"Ben je zo bang van mij?" vraagt hij gemeen.

"Je bent niet te vertrouwen Calogero. Je bent onvoorspelbaar en manipulatief. Dat kan Bella nu echt niet gebruiken", antwoordt Nicolai in Bella's plaats.

Ze geeft Nicolai een dankbare blik en stapt dan met snelle passen achter hem aan. Oef, ik ben weg bij hem, denkt ze. Nicolai heeft me gered. Calogero kan me niks meer doen.

~ Corrado ~

"Carlo, ik ga even in dat café. Kijken of ze me daar wat kunnen vertellen", mompelt Corrado.

Zijn humeur is er niet beter op geworden en daar heeft hij zo zijn redenen voor. Dat Nicolai op zijn zus moet letten is al erg genoeg. Maar Calogero? Che è un vero disastro. 

Erger kan het niet, denkt Corrado schamper.

Carlo knikt en al snel verdwijnt Corrado in het café.

"Mijn beste mensen, wie kan antwoorden vinden op mijn vragen voor een gouden muntstuk?" roept hij gelijk.

De mensen zijn gelijk stil en kijken hem veelbelovend aan. Dat ze toch zoveel van geld houden, komt er in Corrado op. Infine, een gouden muntstuk is natuurlijk niet niks.

"Ik zoek heb vragen over de familie Dagli Zingari. Degene die mij de juiste informatie toevertrouwd krijgt het muntstuk", verduidelijkt Corrado zijn vorige vraag.

De cafébaas knikt en al snel verdwijnen er weer mensen achter de toog. Blijkbaar zijn er niet veel die iets afweten van deze beruchte heer, denkt Corrado.

Ach ja, hij heeft het tenminste geprobeerd.

Net als hij weg wilt gaan, komt er een oudere man naar hem toe. Voor even krijgt Corrado hoop. Hij wilt zo graag weten wat er is gebeurt.

"Weet u iets?" vraagt hij de man.

De man knikt. "Ik was zijn lijfwacht", stamelt hij.

~ Onbekend ~

Hij herkent me niet, denkt hij terwijl hij Corrado nog eens bestudeerd. Gelukkig. Corrado zou hem voor geen kanten mogen herkennen. Dat zou alleen maar meer problemen veroorzaken.

Hij vraagt zich af wat Corrado hier komt doen.

Ten eerste, een café is niks voor hem. Ten tweede, waarom zou hij iets willen weten over de Dagli Zingari's? Er klopt hier iets niet, merkt hij.

Zio Edoardo en zia Filomena zouden hier nooit over beginnen, dat was hun belofte.

En een belofte moet je houden, toch? En al helemaal als die belofte voor een van de machtigste mensen gemaakt is. Hij moet erachter komen wat er aan de hand is. En zonder dat Corrado het opmerkt.

~ Bella & Nicolai ~

"Dankjewel", fluistert Bella bijna onverstaanbaar.

Nicolai glimlacht. "Dat is graag gedaan", antwoordt hij.

Hij is net zo dankbaar als Bella zelf dat hij haar bij Calogero heeft kunnen weghalen. Wie weet wat die gast allemaal in zijn hoofd zou halen.

"Heeft Calogero gelijk?" hoort hij Bella aarzelend vragen.

Nicolai weet wel dat ze bang is. Wie zou dat niet zijn als je weet dat er iemand is die je wilt vermoorden?

"Je hoeft niet bang te zijn", fluistert Nicolai.

Bella kijkt hem met tranen in de ogen aan.

"Mijn hele leven is gewoon een chaos", begint ze, "niks klopt en alles blijkt een leugen te zijn."

Nicolai kijkt haar met medelijden aan.

"Ik weet dat dat moeilijk is", zegt hij.

Hij staat even stil en neemt Bella in een omhelzing.

"Ik ben je lijfwacht, er zal jou niks gebeuren, dat beloof ik", fluistert hij.

Bella laat haar tranen over haar wangen stromen.

Bij Nicolai voelt ze zich veilig. Nicolai kan ze vertrouwen. Dio kan ze vertrouwen. Met hun zal mij niks overkomen.

"Kom, Roberto staat te wachten op ons" zegt Nicolai.

Bella knikt en samen lopen ze verder.

~ Corrado & Carlo ~

"Dus u weet hoe we dit kunnen aanpakken", zegt Carlo twijfelend.

Als hij eerlijk is, heeft hij het niet zo met café-mensen. Ze drinken zoveel dat ze alleen maar onzin uitkramen, vindt hij. Corrado daarentegen, lijkt erg geïnteresseerd.

"Carlo, het is Justo's oude lijfwacht", zegt Corrado, "die moeten we wel vertrouwen."

Daar heeft hij een punt.

"Vertel het ons dan maar", zegt Carlo.

Hij ziet hoe Corrado zijn hoofd schudt.

"Laat me raden, door Justo bent u al uw bezittingen kwijt en heeft u bijna geen geld op zak", zegt Corrado.

De man kijkt beschaamd naar beneden en knikt. Het schaamrood stijgt ook bij Carlo naar de wangen.

"Het spijt me, daar had ik niet aan gedacht", zegt Carlo terwijl hij zijn hand op de schouder van de oude man legt.

"We brengen u naar mijn zia, ze zal zich vast om u bekommeren", zegt Corrado.

De oude man knikt dankbaar en ook Carlo krijgt een glimlach.

"Ik zorg wel voor koets", zegt hij.

Op een holletje loopt hij weg en al snel vindt hij iemand die hun graag een ritje naar huis geeft. Het is immers ook niet veel geld. Een bronzen muntstuk volstaat voor de mensen in Argentera al, aangezien ze niet het beste loon krijgen.

Eigenlijk is de toestand hier verschrikkelijk. 

De rijken die hier wonen nemen al het geld van de bevolking af. Carlo schudt zijn hoofd. Hier moet toch eens een einde aan komen?

"De koets staat daar op ons te wachten", zegt Carlo als hij terug bij Corrado is.

Corrado knikt. "Prima."

~ Onbekend ~

De zenuwen komen tegemoet als hij voor de deur van het huis staat. Het is al veel te lang geleden. Zia zal hem moeilijk kunnen vergeven, laat staan Corrado. En Bella...

"Mijn lieve Bella, het spijt me zo", fluistert hij.

Hij schrikt als hij stemmen hoort en springt snel achter wat struiken, die zich naast het huis bevinden.

"Hahaaa, ze zal niet weten wat haar overkomt." hoort hij iemand zeggen.

"Deze keer is haar echtgenoot hier niet om haar uit geldnood te helpen", komt er gemeen achter.

Hij hoort de mannen kloppen en al snel gaat de deur open. Voor een moment staat zijn hart stil. NEE. Dit mag niet gebeuren, denkt hij, terwijl de angst hem bekruipt. Maar voordat de angst de overmacht heeft, komt zijn rechtvaardigheidsgevoel en strijdlust naar boven.

Een sluwe blik komt op zijn gezicht te staan.

Dit gaat niet gebeuren, denkt hij vastberaden, niet als ik geen Liborio dal Palazzo heet.

~ Filomena ~

Corrado, waar blijf je toch, denkt Filomena als haar neef na vieren nog altijd niet thuis is. Hij zal vast een goede reden hebben, maakt ze zichzelf wijs.

Corrado heeft altijd wel een reden en op zich blijft hij vaak wel langer weg.

Ze doet haar beslag in een schaal en zet het in de oven.

"Mimi!" roept ze daarna. Waar zit die kat toch steeds?

"Miauw" hoort ze plotseling.

"Oh nee", zucht Filomena, "Mimi, hoe ben je in hemelsnaam in die kast geraakt?"

Lachend doet ze de deurtjes open en al snel springt er een witte kat in haar armen.

"Ach, arme jij", zegt Filomena als ze de poes over haar kopje wrijft.

Bella heeft toch echt wel geluk met haar. Ze heeft nog nooit iemand gekrabd en loopt nooit weg. Filomena zet de witte poes op de grond als ze plotseling geklop op de deur hoort. Wie kan dat zijn? vraagt ze zich af. Het zou haar verbazen moest het Corrado zijn. Ze opent de deur en schrikt als ze ziet wie er voor de deur staat.

"Signore Sornione", hakkelt ze.

"Signora dal Castello", antwoordt de man.

Filomena wordt bang. Bang dat deze mannen hun huis zullen afpakken.

"Signora dal Castello, u weet heel goed dat u de huur van het pand vandaag moet betalen, of niet?" zegt de man.

Filomena knikt zenuwachtig. Waarom uitgerekend vandaag? Juist wanneer Edoardo er niet is, komen zij opdagen.

"U wist dat mijn man weg was", zegt ze moeilijk, "en u weet ook dat ik als vrouw bijna geen geld op zak heb."

De man trekt zijn wenkbrauwen omhoog.

"Is dat zo?" zegt hij sarcastisch.

Hij schudt lachend zijn hoofd.

"Mannen, doorzoek het huis", zegt hij.

Filomena's ogen worden groot. Nee, smeekt haar hart. 

Dit was waar ze altijd al bang voor was geweest.

--------------------------------------------

Italiaanse woorden:

Donnaiolo: rokkenjager/badboy

Non importa: het doet er niet toe/laat maar

Signore: heer/meneer

Signora: mevrouw


Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top