4.2 De ontdekking
~ Bella & Nicolai ~
"Nicolai neemt samen met jou de binnenweg, ik neem de omweg. Zo hebben ze geen kans om een van ons te pakken te krijgen", legt zio Edoardo uit. De handelaar waar hij zojuist bloem van heeft gekocht knikt en reikt een kaart uit naar Bella.
Ze voelt hoe de zenuwen door haar lijf gieren en de angst is in haar blik te lezen. Waarom moest dit dan weer gebeuren? vraagt ze zich af. Dit is hun nog maar 1 keer gebeurt en dat was misschien wel zeven jaar geleden. Hoezo gebeurt het nu plots weer?
"Jullie krijgen deze Avelignese. Ze heet Floriana en is nog maar zeven jaar. Zij zal jullie van proviand voorzien." Bella kijkt haar zio na als hij naar de stallen loopt een een groot paard tevoorschijn haalt. "Ik heb haar net uit noodzaak overgekocht. Ze is lief, sterk en heeft een scherp gehoor. Bij Teofilo en Ilaria komen we elkaar als het goed is morgen weer tegen." legt hij uit.
Bella slikt. Stel dat er iets ergs gebeurt. Wat dan? "Hoezo komen we elkaar morgen pas weer tegen?" vraagt Bella angstig.
Zio Edoardo zucht. "Aangezien ik een grote omweg neem en jullie maar 1 paard hebben is het verstandiger langzamer te rijden. Dit geld is voor jullie moest er iets gebeuren. Ik vertrek nu, jullie over een kwartier." Hij drukt een kus op Bella's voorhoofd en kijkt Nicolai hoopvol aan. "Zorg ervoor dat haar niks overkomt", fluistert hij in zijn oor. Nicolai grijnst. "Komt in orde"
"Benedizione di Dio, zio Edoardo", fluistert Bella met tranen in haar ogen, "Ti amo."
Dan draait ze zich om en richt zich tot de man. "Nicolai en Bella is het toch? Ciao, ik ben Roberto. Edoardo heeft de proviand al betaald, het enige wat jullie nog moeten doen is het goed in de zakken stoppen en ervoor zorgen dat jullie alles meehebben wat jullie nodig hebben", zegt de meelhandelaar.
Hij overhandigd een tent, lantaarn, lucifers en dekens en legt twee grote zakken over de rug van Floriana. "Dankjewel", zegt Nicolai terwijl hij begint met inladen.
Bella staat er maar stilletjes bij. Eerst wordt onze reis bruut verstoord door die creep, dan al die familiegeheimen waar ik niks van mag weten en nu die rovers. Waarom?
"Bella, vind je het erg om samen op Floriana te zitten of zit je liever in je eentje op haar rug?", hoort ze Nicolai vragen. Hij haalt haar uit haar gedachten en onbewust glimlacht Bella. Hij denkt wel aan mij, terwijl ik hem niet eens ken. Hij is niet egoïstisch.
"Mij maakt het echt niet uit, samen vind ik ook prima", antwoordt ze, voordat ze beseft wat ze net heeft gezegd.
Ze kan zichzelf wel slaan.
"Eum-euhh, ik eh, moet even naar buiten een luchtje scheppen", verzint ze er snel achteraan. Nicolai fronst zijn wenkbrauwen en Bella maakt dat ze weg is.
"Argghhh!! Bella dal Castello, waarom ben jij in hemelsnaam altijd zo in je gedachten verzonken en denk je niet na wanneer je iets zegt", zegt ze geërgerd. Slimmerik.Nu moet je de hele tijd achter die creep zitten op dat paard. Hoe ga je dat ooit volhouden? "Bella, denk na, dit kan je echt wel. Je hebt het al zoveel met je broer en met Goffredo gedaan, dit gaat echt niet anders zijn", zegt ze tegen zichzelf. Nee, Bella dat is niet waar. Corrado is je broer en Goffredo je beste vriend. Nicolai ken je nog maar net. "Arghh Bella waar ben je mee bezig", sist ze.
Als Nicolai klaar is met alles in te pakken, kijkt hij naar buiten, waar Bella hevig staat te ijsberen. "Bella dal Castello, je verbaast me steeds meer", zegt hij terwijl hij lachend met zijn hoofd schud. Het lachen vergaat hem al snel als hij een schim achter Bella ziet. Nee. "Durf haar aan te raken en je leven is voorbij, idioot", sist hij terwijl hij door de stallen sluipt.
Als er iets met Bella gebeurt, is dat zijn schuld. Er mag gewoonweg niks met haar gebeuren. Ze is de enige die de familie nog kan redden.
"Komaan Bella, helder nadenken. Hoezo zou je dit niet kunnen? Hij stelt niks voor, je bent niet verlieft op hem en..."
"En hij is zo knap dat je zou flauwvallen moest hij naar je staren", hoort ze plotseling achter zich. Terwijl de kleur langzaam uit haar gezicht verdwijnt draait ze zich om en kijkt recht in de donkerbruine ogen van een jongen. "Hallo, Bella dal Castello. Wat leuk om jou weer eens te zien", zegt hij met een grijns,.
"Ik heb je eindelijk gevonden."
~ Corrado ~
"ZEG OP! Wat voor informatie heb je over Justo, belachelijk kreng", sist Corrado kwaad.
Het meisje kijkt hem vies aan. "Jij weet niet wat ik heb meegemaakt, dus wat geeft jou het recht om mij een belachelijk kreng te noemen?!" schreeuwt ze recht in zijn gezicht.
"Ik weet bijna zeker dat je zelf voor problemen zorgt, aan je kledij te zien. Als jij wilt dat ik je anders beoordeel moet je je maar beter kleden", antwoordt hij koel.
Het meisje klapt dicht. Net wat hij dacht. Ze weet precies waar ik het over heb.
Carlo kijkt het meisje met medelijden aan, maar bij Corrado is geen sprankeltje medelijden te vinden. Hij heeft genoeg van dit gedoe. Ik heb geen tijd voor medelijden. Dat heb ik pas als ik alle vijanden heb uitgeschakeld.
"Oké, ik heb wel wat informatie denk ik..." fluistert het meisje stil.
Ze neemt diep adem en herpakt zich. "Justo Dagli Zingari is het toch?", vraagt ze hem.
Corrado knikt. "Wat weet je over hem?", zegt hij.
Het meisje kijkt recht in Corrado's ogen en de haat is in haar blik te lezen. "Justo is hier jaren geleden vaak geweest en heeft veel... Euh-eum... Heeft veel gezondigd", begint ze.
"Mijn nonna weet veel over hem. Ik zal jullie naar haar toe brengen." vervolgd ze emotieloos.
Corrado en Carlo wisselen van blik en beiden weten ze dat er iets is wat zij niet mogen weten.
De jongens volgen het meisje langs de smalle straatjes en komen uit op een klein, gezellig huisje. Het meisje klopt eenmaal op de deur en gaat daarna naar binnen.
Corrado snuift de geur van het huisje op. Er is hier warmte. Gezelligheid. Liefde.
Maar toch blijft Corrado zijn blik koel. Hij sluit zich volledig af. Als ik mezelf niet afsluit, zal het mij nooit lukken om Bella te beschermen tegen Justo en Jovany.
"Mijn heren, dit is nonna Ella. Nonna Ella, dit zijn de twee heren die informatie nodig hebben over Justo Dagli Zingari", zegt het meisje terwijl ze de jongens een kop koffie aanbied.
Carlo en Corrado geven beide een kus op de hand van de vrouw als begroeting en zetten zich beide op een sedia.
"Wat voor informatie hebben jullie nodig?" vraagt de oude vrouw vriendelijk.
Carlo schenkt haar een warme glimlach. Corrado laat integendeel geen enkele emotie los. "Ik wil bewijs voorleggen aan de overheid", antwoordt hij kortaf.
"Waarvoor, als ik mag vragen?" vraagt de vrouw hem.
Corrado zijn blik spuwt vuur. "Wat wilt u precies weten?", zegt hij kwaad.
De vrouw haar blik wordt zacht. "Niks, mijn jongen, niks", antwoordt ze.
Ze staat op en loopt de woonkamer uit. Binnen een paar minuten komt ze terug met een bundel papieren. "Dit zal alles zijn wat je nodig hebt om hem te laten oppakken door de regering", zegt ze terwijl ze Corrado en Carlo diep in de ogen aankijkt.
Corrado neemt het verbaast aan. "Hoe komt u hieraan?"
De oude vrouw glimlacht zwakjes. "Dat is een lang verhaal, mijn jongen", antwoordt ze, "maar ik weet wie jij bent en waarvoor je het nodig hebt. Je hebt mijn bijdrage en steun", antwoordt ze geheimzinnig.
Corrado zijn blik wordt groot.
"Hoe weet u wie ik ben?" zegt hij met angst in de ogen.
Ondanks dat hij er bijna zeker is dat deze vrouw hem geen kwaad zal zijn, is hij nog altijd bang dat ze hem zal verklikken aan Justo. "Ik ben verre familie van jou, mijn jongen", zegt ze.
Corrado hapt naar adem.
De vrouw haar blik wordt triest. Alles op zijn tijd, mijn lieve jongen.
~ Flashback ~
"Roberto, dit kun je echt niet menen", piept Ella.
Waarom zou haar padre dat in hemelsnaam doen? Dat kan niet, dat kan gewoon niet!
"Ella, ik ben niet dom, doof noch blind. Ik weet heus wel wat ik heb gezien en gelezen. Hij is krankzinnig geworden! Wanneer ga je dat eindelijk inzien?!" antwoordt Roberto ietwat gefrustreerd.
Er springen tranen in Ella's ogen. "Ik wil het niet geloven", fluistert ze gebroken.
Roberto bijt op zijn lip. Oh Dio, waarom? Waarom gebeurt dit alles toch? Ze heeft al zoveel te verwerken gekregen.
Hij geeft zijn schoonzus een knuffel.
"Geloof mij, ik wou ook dat het niet waar was", mompelt hij.
Hij denkt terug aan zijn vrouw, Chiara. Ze is op haar 25e vlak na haar bevalling gestorven. Een groot verdriet voor heel de familie.
Ella is de jongere zus van Chiara. Voor haar en Donatello kwam de klap het hardst aan. Helaas was dat niet de eerste dood van een familielid. Bonifacio, een zio van Ella en Chiara, was ook al vroeg gestorven. Hun vader heeft de dood van zijn jongere broer nooit kunnen verwerken. Tot slot verdween zijn jongste broer ook nog eens.
Ella begrijpt het niet. Waarom moet dit hun allemaal overkomen? Waaraan hebben ze dit verdient?
Sindsdien spelen zich meerdere problemen af in deze familie.
"Eerst Bonifacio, dan Chiara, dan Daphne, dan Timo en nu dit." snikt ze. "Wanneer gaat dit stoppen?"
Ze hoort Roberto zuchten.
"Ik weet het niet, Ella. Echt niet."
~ Einde Flashback ~
----------------------------------------------------
Italiaanse woordjes:
Ti amo: ik hou van je
Padre: vader
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top