De volgende dag moet Tessa al vroeg opstaan, ze heeft onderzoeken bij de psycholoog en psychiater.

Ze heeft er niet zoveel zin in maar het liefst wil ze weten of ze iets anders heeft dan autisme.

Eenmaal aangekomen bij de psycholoog gaat Tessa op de bank zitten.

De psycholoog vertelt dat Tessa het autisme spectrum stoornis heeft en ze moeite heeft met haar school.

Oei? Dat is niet niks zegt Tessa.
Kan er iets aan gedaan worden? Vraagt Tessa aan de psycholoog.

Nee zegt de psycholoog, ik verwijs je door naar de psychiater, die kan je meer vertellen over het autisme spectrum stoornis.

Eenmaal aangekomen bij de psychiater gaat Tessa rustig zitten, de psychiater legt uit dat autisme vanaf de geboorte al is ontstaan en dat het niet genezen kan worden.

Tessa is geschrokken en rent de zaal uit, ze gaat vandaag nog naar school en ze vertelt de klas over haar autisme.

Rosa die naast haar zit,kijkt geschokt naar Tessa.
Ze vraagt wat is het precies?
Nou dat is een stoornis in de hersenen en mijn hersenen zijn eigenlijk anders dan die van jullie.

Oké zegt de leraar en ik begrijp het goed,dus we houden er rekening mee Tessa.

Dankjewel zegt Tessa tegen de klas, ze heeft zich erop voorbereid dat ze het even later nog meer mee gaat maken.

Tessa gaat in de klas zitten en pakt haar boeken.
Als de school uit is gaat Tessa naar huis en zet de laptop aan.
Ze zet Netflix op en kijkt een paar series.

Even later gaat Tessa eten douchen en daarna huiswerk maken.
Ze heeft moeite om zich te concentreren en daarna gaat Tessa opnieuw Netflix kijken en daarna gaat Tessa slapen.