•12• dat ik niet de enige ben

Dagen gingen in elkaar over en werden weken. De dagelijkse gesprekken vormde een steeds grotere rol in zijn leven. De keuze werd steeds meer één kant uit geduwd.
Het leek alsof hij niks anders kon dan toegeven, toegeven aan alles was iedereen zo graag wou. Hij wou geen pijn meer lijden in zijn eigen geest. 
Twijfel dringende steeds verder door in zijn geest en hoewel hij het green nog lang niet zou kunnen losgelaten begon haar beeld steeds verder te vervagen. Hij herkende steeds meer vreemde dingen aan haar; bijvoorbeeld hoe had ze zo goed hem kunnen begrijpen? Waren die ogen echt zo groen geweest? Groen kwam bijna niet voor bij wolven dus waarom zij dan wel? Misschien had hij toen hij dat ene over kleur vacht had gelezen haar ook zo ingebeeld.
Zijn leven, zijn o zo perfecte leven. Velen zouden er een moord voor doen en hij had het zo in zijn schoot geworpen. Waarom had Green dat moeten verpesten? Of was hij het geweest die haar tegen zijn wereld had opgezet. Hij wist het niet meer.
Zijn gedachten waren als krabbels die tekeningen moesten voorstellen. Overal losse eindes en veel te veel vraagtekens.
Hij keek uit zijn kleine raampje. Boven hem scheen de maan fel tussen al het donkere in. Het gedempte tikken van zijn klok drong zelfs hier tot hem toe. Het hele verdoemde psychiatrisch centrum was in diepe rust, maar Daniel niet.
Hij voelde zich zo wakker als het maar kon. Zijn ogen vlogen over de nachtelijke hemel. Elke ster, elke donkere plek, hij kende ze allemaal. Ze hadden allemaal hun eigen plek in de hemel net zoals hij had gedacht dat hij had in de maatschappij, maar eens in die eeuwige uren verscheen er een komeet. Dat het beeld voor heel even helemaal veranderde. Dan leken de andere sterren maar klein en zwak. Dan ging alle aandacht naar de vallende ster toe en deed hij een wens. Een wens om die groene ogen weer te zien en te ervaren. Om te begrijpen wat die duisternis toch in hem was.
'Daniël? Waarom ben jij nog wakker op dit tijdstip?'
Hij draaide zich niet om maar wist wie het was, één van de zusters die nachtdienst had. Hij hoorde voetstappen en opeens voelde hij een hand op zijn schouder, vriendschappelijk, iets wat hij al heel lang had buitengesloten.
'De hemel is mooi zo hé s'nachts. Alsof al je zorgen erin zijn opgenomen.'
Ze valt even stil alsof ze even moet nadenken over wat ze net heeft gezegd.
'Ik heb je verhaal gehoord, over de wolf die je zo zielsveel liefhebt.'
Natuurlijk had ze het gehoord. Zijn verhaal was levensgroot op de voorpagina van de krant beland, "Wolf beschermt jongen na ernstig ongeluk." Hoe had ze er niet van gehoord kunnen hebben.
'Maar ik moet iets bekennen, ik herken het.'
Nu had ze zijn aandacht. Met open mond keek hij naar haar op. Ze haalt diep adem en begint dan te vertellen,
'Ik was 21, tweedejaars student, mijn leven was een zooitje en dat vond ik prachtig. Ik hield ervan om met het leven te tarten en dat was prima tenminste dat dacht ik. Op een gegeven moment leek het alsof ik achtervolgt werd door een wolf. Ik was doodsbang en toch ook wel nieuwsgierig. Dat ging een tijdje zo door, ik hield het de wolf geheim voor iedereen tot ik eens de fout maakte het wel te vertellen. Ik vertelde mijn toenmalige vriendje erover. De eerst volgende keer toen de wolf weer verscheen schoot hij hem dood.'
Stilte. Er rolde een enkele traan over het gezicht van de zuster terwijl ze haar blik strak op de sterren hield.
'Jij en ik delen een gelijksoortig verhaal. Mijn wolf heeft me laten inzien hoe kostbaar mijn leven is. Ik denk dat die van jou laat zien dat er iets moet veranderen. Luister daarnaar, want ze zijn misschien niet echt maar ze vertellen wel de waarheid.'
Met die woorden liet ze hem achter alsof ze opeens heel snel weg moest. Daniël wist het niet meer. Haar verhaal had diep op hem ingehakt. Het had hem naar de grens gesleept. Hij pakte zijn schetsboek en staarde naar zijn laatste tekening van haar ogen. Toen pakte hij resoluut zijn gum en begon te gummen. Het was alsof er iets binnenin hem was geknapt. Het was tijd om haar los te laten en de rest van de wereld weer binnen te laten. Hij gaf haar op voor alle anderen. Hij gaf dat ene wat echt van hem was op voor alle anderen. En natuurlijk zag hij dat allemaal niet. Hij voelde het alleen. Bij elke stap die hij zette trok hij het gewicht van een gebroken hart mee. Zijn leven was niet meer geworden dan een poppenspel en de Daniel had er geen idee van.

Alsjeblieft weer een nieuw hoofdstuk om mijn veel te lange pauze goed te maken. Ik heb het boek alweer een make-over gegeven met een nieuwe cover en achterflap. Welke cover van de laatste tijd is jullie favoriet? Bij mij spant de huidige nu weer de kroon, maar ja dat doet hij altijd;)
Wat zouden jullie graag zien in de toekomst van dit verhaal? Ik sta altijd open voor opmerkingen en verbeteringen:)
Dag dag

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top