Hoofdstuk 9
Ik werd wakker van een zacht klopje op mijn deur.
'Juffrouw?' riep een lieve, zachte stem.
Ik kreunde hard in mijn kussens, en smeet er vervolgens een tegen de deur. Ik wilde alleen gelaten worden - waarom snapte niemand dat?
'Juffrouw?' herhaalde de stem. 'Ik ben Olivia, een van de dienstmeisjes hier in het kasteel. Ik kom bij u kijken of alles goed gaat en of u hulp nodig heeft!'
Kermend rolde ik het grote bed uit. Ik strompelde op mijn blote voeten over de koude stenen vloer en maakte voorzichtig en langzaam de deur open. Aan de andere kant stond een meisje, iets jonger dan ik, en haar grote, bruine ogen staarden me indringend aan. Toen glimlachte ze.
'Hallo,' fluisterde ze.
'Hoi,' knikte ik terug. 'Uhm. Wat kom je precies doen?'
Olivia wurmde zich langs me de kamer in en drentelde wat rond. 'Wauw. Ik ben hier echt al heel lang niet meer geweest. Wat bijzonder dat de koninklijke broeders je hier laten wonen.'
Ik kromp ineen bij het woord "wonen". 'Hoe bedoel je?'
'Na de dood van hun ouders is hier niemand meer geweest.' Olivia liep dromerig overal heen en bekeek wat spulletjes. Ik besloot haar maar haar gang te laten gaan en wandelde achter haar aan.
'Eigenlijk wilde ik alleen zijn,' bracht ik zachtjes ter sprake. 'Ik zit niet echt te wachten op bezoek, zeg maar.'
'Oh, dat snap ik!' Olivia knikte instemmend. 'Maar maak je geen zorgen, iedereen zit beneden. Het avondeten staat al
klaar, en het grootste deel van de wachters zit beneden in de keuken te eten. Dus ze zullen niet zo snel hierheen komen hoor.'
Ik fronste. Snapte ze nou serieus niet dat ik zojuist op háár had gedoeld? Echt alsof die Verwisselaars besloten om hier een kijkje te nemen?
'Vroeger was het hier veel mooier.' Olivia liep naar het raam en staarde naar buiten. 'De winter die over dit landgoed gedaald is, lijkt nooit meer weg te trekken.' Ze veegde haar dikke, zwarte haar uit haar nek en doorkamde het met haar vingers. 'Ik mis de zon.'
Ze staarde verlangend uit het raam, met haar heupen tegen de vensterbank gedrukt. Ik liep voorzichtig naar haar toe en kwam naast haar staan.
'Waarom ga je dan niet weg?'
Olivia draaide zich als gestoken om en staarde me verbaasd en verontwaardigd aan. 'Hoe bedoel je?'
'Weg. Uit dit kasteel. Weg van koning Aaron. Weg van dat béést.'
Olivia's ogen waren groot geworden. 'Zo mag je niet over hem praten, Bonita! Hij is een goede man. Of was, in ieder geval. Maar na dat tragische ongeval. Zonde... zo zonde.'
'Welk ongeval?'
'Het heeft hem veranderd, weet je,' ging Olivia op zweverige toon verder, mijn vraag compleet negerend. 'Aiden niet. Aiden bleef hetzelfde; leuk, spontaan, lief. Knap. Aantrekkelijk!' Ze giechelde. 'Maar over een paar weken zal hij net zo lelijk en verachtelijk zijn als zijn oude broer. Wij allemaal.'
Ze ging veel te snel en brabbelde aan één stuk door, waardoor het lastig was haar te begrijpen. Maar die laatste woorden... die waren me niet ontgaan. 'Jij ook?'
Ze kantelde haar hoofd en keek me geamuseerd aan. 'Ja. Ik ben ook een Verwisselaar. Wij allemaal. Zelfs die arme, oude mevrouw Potts. Dat is echt zielig voor haar, want als de vloek haar dwingt te veranderen... dat doet toch zo'n pijn! En haar lichaam is al zo oud en breekbaar!'
'Als de vloek haar dwingt te veranderen?'
'Ja.' Olivia wapperde met haar hand. 'De tijd is bijna om, Bonita. Nog eventjes, en we zitten straks voor altijd vast aan ons monsterlijke alter ego. En nu dat de vloek heviger wordt, worden we soms door de magie gedwongen om te veranderen. Dat is niet leuk. Helemaal niet leuk.' Ze schudde zenuwachtig met haar hoofd, waardoor haar lokken in het rond dansten.
'Zoiets had Kylian me inderdaad ook al verteld.'
'Kylian? Soldaat 19? Ik hoorde dat hij neergestoken is.'
Ik moest mijn best doen om een lachje te onderdrukken. 'Olivia? Je weet dat ík dat gedaan heb hè? Ik zit hier vast omdat ik een koninklijke soldaat heb verwond.'
Eventjes keek ze me appelig aan, maar toen schudde ze glimlachend haar hoofd. 'Helemaal niet. Dat was jij niet.'
Ik opende mijn mond om haar te vragen wat ze bedoelde, maar het volgende moment zette ze zich af van de vensterbank en liep - al rondjes draaiend, met haar jurkje rond haar benen opbollend - richting de deur. 'Ik ga proberen koekjes voor je mee te nemen!' giechelde ze. 'Ze hebben altijd zúlke lekkere koekjes bij het avondeten, maar niemand eet ze?! Gekke soldaten. Ze vinden koekjes eten niet stoer genoeg of zo? Maar goed, Xavier blijft ze maar bakken voor mij, want ík eet ze wel. Ik zal er een paar voor je meesmokkelen!'
En toen zat de deur dicht en was het stil in mijn vertrekken.
Wat een eigenaardig meisje.
Maar, ze had me wel wat informatie gegeven waar ik veel mee kon; het feit dat het diner bezig was. Hoe lang zouden ze nog aan het eten zijn? Zou ik in die tijd kunnen ontsnappen?
Ik wierp een blik op de klok; het was al haast acht uur. Wat aten die lui hier laat.
Mijn maag knorde protesterend bij de gedachten aan eten, en ik legde een hand op mijn buik in de poging hem tot bedaren te brengen. Toen liep ik naar het raam. Vanmiddag hadden er veel soldaten rondgelopen; vooral bij de stallen en bij de poort. Maar nu was het vrij leeg. Ik zag hier en daar nog wel een glimmende, ijzeren helm, of een soldaat in zwarte gevechtskleding het binnenplein oversteken - zolang ze een olielamp bij hadden dan, want anders gingen ze volledig in de optrekkende duisternis op - maar verder was het rustig.
Was dit mijn kans?
En zo ja, hoe ging ik dit aanpakken? Via de kasteelgangen? Ik zou gegarandeerd verdwalen, maar op zich... niemand had me verboden om rond te lopen. Misschien zouden ze het niet eens verdacht vinden als ik door de gangen aan het dwalen was?
Nee, natuurlijk was dat wel verdacht. Ik bleef per slot van rekening een gevangene.
Ik draaide rond mijn as, tot mijn oog op het bed viel.
Lakens.
Snel rende ik naar de kledingkast toe en rukte die open. Onderin lagen nog meer schone lakens, keurig opgevouwen. En daarnaast zou ik met de jassen en jurken die hier hingen ook al erg ver komen.
Snel trok ik alles van hangers en smeet het in het rond. Ik knoopte mouwen aan elkaar vast, verbond de punten van lakens met elkaar, totdat er een lange slinger ontstaan was.
Het had me haast een uur gekost.
Hijgend trok ik mezelf omhoog en liep wankelend naar het raam toe. Er waren meer wachters verschenen, en ik kreunde vermoeid. Was ik te laat? Of zou ik het alsnog moeten proberen? Of zou ik moeten wachten tot morgen?
Nee. Dat niet. Ik wilde hier geen enkel moment meer zijn.
Ik liep naar het raam en trok daarbij de enorme sliert van dikke, plooiende stoffen achter me aan. Ik maakte de ramen open en liet vervolgens mijn creatie langs de stenen muur naar beneden zakken. Gelukkig was het donker, en ik hoopte dat de wachters het niet zouden zien. Mensenogen zouden de donkere omtrekken waarschijnlijk niet eens opmerken. De ogen van Verwisselaars daarentegen...
Ik tuurde de duisternis in een onderscheidde ook enkele wolven die tussen de wachters liepen. Binnensmonds vloekend staarde ik naar de slinger van lakens.
Ik moest het er maar op wagen.
De stof gleed weer tussen mijn vingers door, zo snel dat het een brandend gevoel op mijn handpalmen achter liet.
En toen hoorde ik een klopje op de deur.
Abrupt greep ik de lakens stevig beet.
Wederom een klopje.
'Wie is daar?' riep ik met een beverige stem over mijn schouder.
'Mevrouw Potts, liefje. Ik heb thee voor je meegebracht.'
Die stem! Dat was de vrouw die Aaron vanochtend zo uitgefoeterd had! En mevrouw Potts, was dat niet de oude vrouw waar Olivia het net over had?
'Ik, uhm... Ik kom eraan! Momentje!'
In paniek keek ik om me heen. Mijn oog viel op een van de gouden poten van het bed, en zo snel als ik kon wikkelde het deel van de lakens dat zojuist in mijn handen had gelegen rond de poot. Vervolgens schoof ik de lappen stof zoveel mogelijk richting de zijkant van de kamer. Nu zou ze alleen nog kunnen zien dat er een deel uit het raam hing, maar daar kon ik wel voor gaan staan. Dan zou ze het vast niet merken. Toch?
Snel rende ik richting de deur. Het sleuteltje beefde in mijn handen toen ik hem in het slot stak, en zenuwachtig maakte ik de deur open. Ik hield hem op een kier, zodat mevrouw Potts niet langs me heen kon kijken, de kamer in.
'Hallo,' piepte ik toen het rimpelige, warme gezicht van de oude vrouw me glimlachend begroette.
'Hallo, mijn kind,' fluisterde ze, terwijl ze me nogal opvallend in zich opnam. 'Dus jij bent Bonita? Het meisje dat soldaat 19 neergestoken heeft?'
Ik kromp ineen bij die beschuldiging, maar ik knikte. 'De gevangene, zoals zijne majesteit me elke keer nadrukkelijk vertelt.'
'Nonsens. Ik probeer hem elke keer weer duidelijk te maken; je bent een gast. Geen gevangene.' Mevrouw Potts had een karretje bij, waar een dampende theepot, een paar kopjes en een schaal koekjes op stonden. Bij de aanblik van de koekjes, begon mijn maag wederom te brullen. Mevrouw Potts keek me vol medelijden aan. 'Och, meissie toch. Je hebt honger. Kom, dan eet je lekker wat koekjes, gepaard met een lekker warm kopje thee.'
Met haar karretje duwde ze de deur open, en het volgende moment liep ze naar binnen.
'Mevrouw Potts!' riep ik nog, in de hoop haar tegen te kunnen houden, maar ze stopte pas toen de sliert lakens in haar beeld kwamen. De metalen wieltjes van het wagentje kwamen met een treurig, piepend geluid tot stilstand, en mevrouw Potts draaide zich langzaam naar me om.
Maar haar gezichtsuitdrukking was niet boos, of teleurgesteld. Ze keek juist begrijpelijk, en wederom was die medelijden overduidelijk in haar ogen te zien. Ze had het met me te doen.
'Kom. Neem nog wat te drinken voordat je weggaat. Je zult het nodig hebben.' Mevrouw Potts pakte het schoteltje met koekjes op en stak het in mijn richting uit. 'Deze moest ik van Olivia voor je meenemen.'
Ik pakte een koekje, want hoe betrapt en beschaamd ik me op dit moment ook voelde, ik viel bijna om van de honger.
Toen mevrouw Potts me het koekje zo gretig naar binnen zag werken, schudde ze verdrietig met haar hoofd. 'Dit kan toch zo niet langer meer? Heeft hij je nu daadwerkelijk heel de dag niks te eten gegeven?'
Ik schudde mijn hoofd.
'Schandalig.' Ze zuchtte. 'Koning Aaron vindt het nogal moeilijk om zich over zijn trots heen te zetten.' Mevrouw Potts duwde nog een koekje in mijn hand, en ik mompelde met een mond vol kruimels: 'Dat is te merken, ja.'
'Kom.'
Ik keek op. 'Hoe bedoelt u?'
'We gaan wat te eten voor je halen. Iets beters dan wat koekjes; daar ga je het niet op overleven. Het is óf naar buiten gaan, proberen te ontsnappen met een lege maag - wat me op zich onwaarschijnlijk lijkt aangezien het daar beneden stikt van de wachters. Dan zal je op zijn minst moeten wachten tot een uur of elf, twaalf. Dan kruipen de meesten hun nest in, en is het niet meer zo druk op het binnenplein,' vertrouwde de oude vrouw me toe terwijl ze een losgevallen, grijze pluk weer in het knot duwde. 'Óf je gaat nu met mij mee naar beneden, gaat gezellig met ons dineren en kijkt het nog even aan.'
'Kijkt het nog even aan?' herhaalde ik.
'Ja, dat is inderdaad wat ik zei. Het is hier echt niet zo erg als het lijkt, Bonita. Geef het op zijn minst... twee weken. Dan... dan is de tijd voor ons op. En dan heb je hier inderdaad niks meer te zoeken. Blijf die twee weken, en zie dat je hier een goed leven kan leiden!'
'En mijn thuis gewoon in de steek laten? Mijn vader?'
'Wie weet kan hij na die twee weken wel hier komen wonen!'
Ik snoof. 'Ik mag hier niet eens "wonen". Ik ben een gevangene, voor de rest van mijn leven. Dat is iets anders.'
'Ach, Aaron overdreef! Je moet niet alles zo letterlijk opvatten, meisje,' suste mevrouw Potts me. 'Geef ons twee weken de tijd, en daarna kijken we verder. Oké? Ga je dan nu mee eten?'
Ik knikte, maar als antwoord op haar laatste vraag, niet op de eerste. Want dat was gekkenwerk.
Nog licht mokkend liep ik achter haar aan, de donkere gangen in. Zou ik die twee weken hier dan wel een normaal leven krijgen? Gewoon kunnen slapen zonder gewekt te worden door de boze koning die last heeft van een temperament?
De piepende wieltjes waren het enige wat de verlaten gangen vulden met geluid, en stilletjes liep ik achter mevrouw Potts aan, richting de keuken.
•• Author's Note ••
OKEE NOU, vorige keer dat ik update zei ik heel leuk dat BATB op #6 stond, MAAR INMIDDELS IS DAT AL 4 dagen #1?!?!?!!?!!!? LIKEEE HOE DANNN?!
Okee dat was even mijn enthousiasme dat geuit moest worden lol xD Sorry voor het saaie hoofdstukje; er komt gauw wat meer spanning in gehehe
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top