Hoofdstuk 7

Die volgende morgen stond ik om zes uur alweer bij de stallen. Ondanks dat ik kort had geslapen, was ik vroeg mijn bed uit gaan. Ik was vooral erg bang dat Aaron zijn opmerking te letterlijk had bedoeld en Bonita nu al terug naar haar cel zou slepen, maar het viel gelukkig allemaal wel mee.

Na een verfrissende rit op Blaze, propte ik snel een ontbijt naar binnen. Aaron was nog steeds nergens te bekennen, maar op zich was dat ook niet zo raar, want hij sliep altijd graag uit. Ik hielp mee de stallen uit te mesten en tegen de middag rook ik naar stront en stond het zweet me op het voorhoofd.

Met brandende armspieren slenterde ik weer naar binnen. Mevrouw Potts was de tafel aan het dekken.

'Eet Colin ook mee?'

Ik had soldaat 1 eerlijk gezegd heel de dag nog niet gezien; hij was overduidelijk nog steeds gepikeerd door mijn beslissingen van de vorige dag, en ontweek me daarom. Gisteravond had hij me toevertrouwd dat Aaron ook boos op hem was - ondanks dat Colin niet eens echt iets gedaan had, maar dat maakte Aaron niet uit.

'Ik denk het niet, eerlijk gezegd. Maar we kunnen er altijd een bord voor hem bij pakken, mocht hij besluiten om ons toch nog te vergezellen.' Ik liep naar de kast met servies en pakte er in eerste instantie twee zilveren borden uit, die ik halverwege in de lucht stil liet hangen. 'Zal ik vragen of Bonita ook mee eet?'

Mevrouw Potts sloeg haar ogen op. 'Dat is een hartstikke goed idee, mijn jongen! Dan zal ze zich hier gelijk wat meer op haar gemak voelen.' Ze tuitte haar lippen. 'Maar... vindt Aaron dat oké?'

Ik haalde mijn schouders op. 'Ah kijk, daar is hij al. Kunnen we het gelijk aan hem vragen.'

Aaron liep met grote passen de kamer in.

'Goedemorgen, Aaron,' begroette mevrouw Potts hem met een zoete glimlach. 'Het eten staat al klaar. Ik wist niet of je meer zin zou hebben in soep of croissantjes, dus ik heb Xavier beiden maar laten klaar maken,' vertelde ze, gebarend naar het mandje dat op tafel stond waar croissantjes in gedrapeerd waren en een enorme pan vol dampende soep.

'Ik heb nog geen tijd om te eten,' antwoordde Aaron brommend. Hij sloeg theatraal zijn donkere mantel naar achteren en beende ons toen voorbij. Ik wierp een verontrustende blik op mevrouw Potts, die me op haar beurt verbaasd met haar wimpers knipperend aanstaarde.

'Waar ga je heen?!' riep ik hem achterna, terwijl ik een achtervolging in zette. Waarom loopt hij nou ook altijd zo snel?!

Achter me hoorde ik het geklak van de lage hakjes van mevrouw Potts op het laminaat. Aaron stampte het kasteel door, richting de rechter vleugel van het paleis, waar de meeste kamers zich bevonden. Aan het begin van de gang hield hij zo abrupt halt, dat ik tegen zijn brede rug opbotste.

'In welke kamer heb je haar gestopt?' snauwde hij.

Oh jee. 'Uhm, nou... niet boos worden, Aaron. Want ik dacht, tja... die kamer wordt toch niet meer gebruikt! Dat is toch zonde? En er hingen nog kleren in de kast en het bed was nog opgemaakt, dus ik dacht eigenlijk dat dat dé ideale kamer voor haar was. Lekker chique en groot! En...'

Hij draaide zich om. Niet snel en gevaarlijk, maar langzaam en berekenend. Zijn neusgaten verwijdden zich onnatuurlijk snel, en hij brieste me toe: 'Van alle kamers die we hebben, moest je haar juist díe suite geven?'

Mevrouw Potts, die achter mij stond, slaakte een soort gilletje en vermoeide zucht ineen, maar Aarons ogen priemden in die van mij. 'Heb jij ooit gehoord van het begrip respect, Aiden? Want je voert elke keer zulke achterlijke streken uit dat ik het idee krijg dat mevrouw Potts je dat woord is vergeten te leren.'

Mevrouw Potts deed verontwaardigd haar mond open om bezwaar te leveren, maar Aaron stak dreigend zijn enorme, geklauwde hand naar haar op. 'Je lijkt geen respect te hebben voor mij, want je tart me op elke mogelijke manier die je maar lijkt te kunnen verzinnen!' Hij gromde; een laag, hard geluid, met zoveel onderliggende kracht dat de lucht om ons heen leek te trillen van de zinderende energie. Aaron opende wederom zijn mond om commentaar op me te leveren, maar schudde toen verslagen zijn hoofd en draaide zich bruusk om, waardoor zijn mantel rond zijn voeten kolkte.

Teneergeslagen keek ik hem na. Hij leek nog sneller te lopen dan daarnet - als dat al mogelijk was. Ik zuchtte diep, en staarde naar mijn voeten. Had hij gelijk? Was ik respectloos? In mijn verdediging: ik deed dit allemaal voor een goed doel! Ik probeerde dit kasteel te redden van eeuwige verdoemenis, terwijl Aaron zich er niks van aan trok dat we over een aantal weken allemaal veranderden in wilde, smerige beesten.

Ik schrok op toen mevrouw Potts zich langs me wurmde en Aaron achterna snelde. 'Mevrouw Potts?' riep ik haar achterna. Ik kwam ook in beweging en rende door de hal heen. 'Wat gaat u doen?'

'Zorgen dat hij het niet verpest,' bracht ze hijgend uit. Haar korte beentjes droegen haar zo gauw als ze konden, en door de opgelaten stappen die ze zette, zwiepten haar grijze krullen wild op en neer. 'Dit is onze laatste kans, Aiden. Aaron mag die niet verpesten!'

Toen we bij Bonita's slaapkamer aankwamen, was Aaron driftig aan de gouden deurklinken aan het rukken. 'Doe die deur open!' schreeuwde hij tegen het hout aan.

'Nee!' klonk het opstandig vanaf de andere kant.

Aaron draaide zich naar me op en porde met zijn lange, scherpe nagel in mijn borst. 'Je hebt de sleutel aan de andere kant van de kamer er niet uitgehaald!'

'Hoe bedoel je?'

'Ik bedoel,' zei Aaron met een bevende stem van woede, 'dat ze de deur op slot heeft gedaan. En ik krijg hem niet open. Doordat jij de sleutel er aan de andere kant in hebt laten zitten!'

Mmmh, ik kon me inderdaad niet herinneren dat ik die eruit had gehaald...

'DOE DIE DEUR OPEN!' bulderde Aaron zo hard dat het hout in de scharnieren heen en weer wiebelde. 'Ik meen het, Bonita! Als je die deuren zelf niet open doet, dan rám ik ze er gewoon uit!'

Mevrouw Potts stapte naar voren en pakte Aarons arm vast. 'Behéérs je, Aaron!' snauwde ze gepikeerd. 'Alle Verwisselaars nog aan toe, je bent een kóning. Een héér van adel! En dan gedraag je je zo? Je schreeuwt het hele kasteel bij elkaar en slaat die deuren haast uit de post!'

Aaron keek haar woedend aan, maar toen ze hem die beschuldigingen naar zijn hoofd smeet, leek hij zich pas te realiseren hoe gestoord hij aan het doen was.

'Ik heb je niet 21 jaar lang opgevoed, om vervolgens dit resultaat te zien!' brieste ze. Ze wees met een strakke vinger richting de deur, en ging op een zachte, dreigende toon verder. 'Dat meisje is weggerukt uit haar oude omgeving, is veroordeeld tot een levenslange straf in een smerige cel en is hartstikke bang. Hoe dúrf je zo tegen haar tekeer te gaan?'

'Jullie lijken allemaal maar niet te begrijpen dat dit meisje één van mijn soldaten neergestoken heeft! Ze is gevaarlijk, en verdient dit. Ze is een crimineel!'

'Dat is ze niet,' snauwde ik hem toe, nu wat zelfverzekerder doordat ik mevrouw Potts aan mijn kant had staan. En als er iemand was die Aaron rede in kon brengen, dan was zij het wel. 'Kylian had haar oma vermoord. Wat had je dan van haar verwacht?'

'Dat ze aangifte had gedaan zodat ik het tot op de bodem uit had kunnen zoeken!' antwoordde Aaron daar vinnig op.

'Lul niet!' grauwde ik. 'Je hebt het nu maar elke keer over gerechtigheid en het feit dat zij een crimineel is, maar wat maakt dat Kylian? Je doet alsof hij een heilige is, terwijl híj hier iemand vermoord heeft?!'

Aaron opende zijn mond om een weerwoord af te vuren, kon vervolgens niks bedenken en klapte hem weer dicht.

'Aaron,' fluisterde mevrouw Potts, 'verplaats je eens in haar schoenen. Beeld je je eens in hoe zij zich voelt!'

Aaron schuifelde met zijn voet over de vloer.

'En, ik weet dat je het niet wil horen, maar je broer heeft wel een punt,' knikte ze hem toe. 'Dit meisje is misschien nog een laatste kans, en die moeten we grijpen.'

'Het heeft toch geen zin meer.' Aaron schudde bedroefd zijn hoofd. 'Bij al die andere meisjes had het geen zin. Waarom zou zij nou anders zijn?'

'Dat kunnen we niet weten,' was mevrouw Potts antwoord daarop, 'maar we moeten het op zijn minst proberen, niet waar?'

'Ik heb het al verpest. Ik heb tegen haar lopen schreeuwen en op de deuren lopen bonzen. Ik heb haar bedreigd en uitgefoeterd. Ze is als de dood voor me! Je had haar gezicht moeten zien toen ze me voor het eerst zag...'

Mevrouw Potts legde een hand op de zijne, en kneep er zachtjes in. 'Dat doen ze allemaal, Aaron. Ze vinden je allemaal afschuwelijk, verschrikkelijk en weerzinwekkend.' - hierop staarde Aaron haar boos aan - 'maar er gaat er één bij zitten die verder kijkt dan haar neus lang is. Die joú ziet, en niet dit afgrijselijke monster. Want dit ben jij niet. Dit is niet de echte jij, snap je wat ik bedoel?'

Aaron knikte langzaam. Zijn schouders hingen en zijn borst rees en daalde veel te snel.

'En we kunnen niet met zekerheid zeggen dat zij dat is, maar we kunnen op zijn minst een poging wagen.'

'Hoe?' bracht de koning hees uit.

'Dat is simpel,' antwoordde ik voor mevrouw Potts. 'Je moet haar het hof maken.'

Hierop knikte mevrouw Potts instemmend, maar Aaron lachte me letterlijk uit. 'Ik? Haar het hof maken? Heb je net niet opgelet, broertje van me? Ik heb haar zo slecht behandeld dat ze me nooit meer normaal in de ogen aan durft te kijken.'

'Vraag of ze mee eet!' stelde mevrouw Potts voor.

'Ja!' knikte ik. 'Dat is een goed idee!'

Aaron beet op zijn lip. 'Dat zal ze nooit goed vinden.'

'Probéér het op zijn minst!' smeekte ik hem. 'Voor jezelf, én voor ons.'

Na een lange tijd, knikte hij. En toen stak hij zijn hand uit, en klopte op de deur.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top