Hoofdstuk 15
• • • • • • • •
POV BONITA
Je kan het hem niet kwalijk nemen, had mevrouw Potts gezegd. De woorden spookten nog steeds door mijn hoofd en het duizelde me. Ik stond met mevrouw Potts aan mijn zijde naast Aarons bed en keek op hem neer. Hij lag te slapen; zijn gezicht was ontspannen, zijn oogleden trilden zachtjes en zijn buik ging regelmatig op en neer. Zoals hij er nu bij lag... het was haast vredig te noemen. De enorme woede die hem zowat elk moment van de dag sierde was nu niet te zien.
Ik schudde mijn hoofd. Deze man had mijn leven gered. Ik hoorde hem dankbaar te zijn, maar aan de andere kant was ik nog steeds boos op hem. Om hoe hij me behandeld had, maar ook doordat mijn kans op vrijheid nu volledig verkeken was.
Mevrouw Potts zette het teiltje met een klap op de grond, waardoor het kokendhete water over de houten wanden klotste. 'Kom op, Aaron, wakker worden!'
De koning zijn oogleden fladderde langzaam open, en twee helblauwe ogen begroetten de mijne.
Mevrouw Potts legde haar hand op zijn voorhoofd en trok een gezicht. 'Je bent warm. We moeten gauw je wonden ontsmetten, voordat ze gaan ontsteken! Als dat namelijk het geval is, zijn we nog verder van huis.' Ze zuchtte theatraal en trok de dekens los, zodat Aaron rillend naar haar mopperde. 'Dat moet even, hoogheid. We moeten je benen goed oplappen; je hebt een enorme jaap op je scheenbeen!'
Aaron trok gefrustreerd zijn bovenlip op, maar mevrouw Potts negeerde zijn agressieve gebaar volledig. Ze bukte om de lap uit de teil te pakken, maar ik was haar voor. Ik greep het stuk stof vast en wrong het uit, waardoor het dampende, warme water tussen mijn vingers liep.
'Ik doe het wel,' knikte ik haar toe. 'Als u even dat zalfje wil gaan halen, voor de schrammen op zijn armen?'
Mevrouw Potts keek me met samengeknepen ogen en een licht glimlachje rond haar lippen aan, draaide zich om en liep weg. De rest van de hofhouding stond nog steeds aan Aarons voeteneinde, en staarden met open monden naar het tafereel.
Ik raapte een omgevallen kruk van de grond en zette die zo neer dat ik goed bij Aarons wonden kwam. Ik drukte de doek voorzichtig op de schrammen en sneeën en Aarons gezicht vertrok direct. Vanonder zijn wenkbrauwen vandaan staarde hij me boos aan.
Mevrouw Potts kwam terug de kamer in en drukte de tube zalf in mijn handen. Ik spoot wat van de naar honing geurende zalf op mijn handpalmen en smeerde vervolgens Aarons been in. Het was een vreemd gevoel; zijn benen waren veel steviger en dikker dan ik ooit bij mensen gezien had. En daarbij waren ze volledig bedekt met een dikke laag donkerbruin haar, waar de zalf in bleef hangen en het liet klitten.
'Au!' schreeuwde Aaron toen ik de zalf rond de randen van de diepe snee in zijn scheenbeen smeerde. Hij trok uit reflex zijn been op, maar ik greep hem bij zijn enkel vast en trok hem terug.
'Blijf toch eens stil liggen, zo lukt het nooit!'
'Maar je doet me pijn!' bulderde hij verontwaardigd.
'Je stelt je aan!' snauwde ik hem toe. 'Als je gewoon stil blijft liggen, heb je er niet zo'n last van.'
Zijn blik verhardde. 'Als jij niet weggelopen was, was dit nooit gebeurd!'
Oh, gaan we het serieus zó spelen? 'Als jij me niet bang had gemaakt, had ik niet weg hoeven te rennen!'
'Als jij uit de westvleugel was gebleven en met die tengels van je uit de buurt van mijn roos gebleven was, had ik niet boos hoeven te worden!'
Ik smeet de doek woedend in het teiltje en keek hem met mijn handen in mijn zij briesend aan. 'Jíj,' grauwde ik, 'moet je leren beheersen!'
Aaron stootte een lachje uit. 'Wat heeft dat er nou weer mee te maken?'
'Wat heeft dat er nou weer mee te maken?' herhaalde ik ongelovig. 'Ben je nu serieus?'
'Weet je dat het super onbeschoft is dat je me met "je" aanspreekt? Dat is me al eerder opgevallen, maar ik ben en blijf een koning, Bonita. Ik ben ervan gediend om met "u" aangesproken te worden. Uwe excellentie, zo mag je me ook noemen.'
Ik negeerde hem volledig en priemde met mijn vinger in zijn zij. 'Als jij je woede had weten te beheersen, was dit allemaal niet gebeurd. En dan bedoel ik letterlijk "dit allemaal", want als je ook maar iets van manieren had gehad, was je nu gewoon een simpele jongeman geweest, met een welvarend koninkrijk en zonder hofhouding die elk moment in Verwisselingen kunnen veranderen!' schreeuwde ik hem toe.
Aaron klapte zijn kaken op elkaar en keek me boos aan. 'Nou, ik...'
'Nu schreeuw je weer!' riep ik naar hem.
'Jij schreeuwt ook!' bulderde hij terug.
Ik stampvoette. 'Maar ík heb een goede reden. Jíj stelt je gewoon aan.' Aaron opende zijn mond om weer wat terug te snauwen, maar ik stak dreigend mijn vinger in de lucht. 'Klaar nu. Je gaat liggen, ontspan je en hou op met die aanstellerij. Alle Verwisselaars nog aan toe, je bent een héér. Gedraag je ernaar!'
Met zijn mond openhangend van verontwaardiging, staarde hij naar de mensen bij het voeteneind. Die leken allemaal even verbaasd te zijn als hij door mijn woede-uitbarsting en de preek die ik hun koning voorgeschoteld had. Maar toen ze zagen dat Aaron steun bij hen zocht, vonden ze het dikke, rode tapijt op de grond en de nieuwe schoenen van Olivia plots wel héél interessant.
Ik greep de doek uit het teiltje en nam niet eens de moeite om hem uit te knijpen; ik duwde het zeiknatte ding op zijn been en het water liep in straaltjes op het matras. 'Goeie Goden,' gromde Aaron, waarna hij zich achterover in het kussen liet zakken.
Een ongemakkelijke stilte daalde tussen ons in, en de woedende energie die van mij afstraalde knetterde de kamer rond. Op een gegeven moment begon Quill zachtjes te neuriën en weer in het vuur te prikken en Aiden kwam naast me staan om zijn oudere broer een flacon wijn aan te geven. Aaron nam er gulzige slokken van en trok een gezicht toen de sterke drank door zijn slokdarm stroomde. Met een obsceen gebaar gaf Aaron de flacon weer terug, en ik sloeg een zucht van ergernis toen hij zijn broertje niet eens bedankte voor dit lieve gebaar.
'Tja,' onderbrak Aiden de stilte, 'al die "als"jes, hè! "Als" jij dit niet gedaan had, "als" jij zo had gereageerd... lastig, lastig...'
Ik wierp een boze blik over mijn schouder en Aiden klemde zijn lippen op elkaar. Hij zette gauw een stap naar achteren en hield zijn mond verder.
'Bonita, liefje, jij hebt ook verzorging nodig. En daarbij moet ik die akelig uitziende pink van Aaron gaan spalken. Ga maar naar je kamer en fris je even op, dan kom ik zo bij je kijken.'
'Dat is niet nodig, hoor,' antwoordde ik, met mijn hoofd schuddend. 'Ik overleef het wel. Ik heb wat schrammetjes, maar dat is het.'
Dat was niet helemaal waar. Mijn lichaam had nog nooit zo beurs en vermoeid gevoeld. Elk gewricht zeurde, elk bot kraakte bij iedere stap die ik nam. En daarbij brandden mijn longen nog steeds na, van het korte moment dat ik een zuurstofgebrek had gehad.
Ik rilde.
Het was een verschrikkelijke ervaring geweest, om zo onder het ijs vast te zitten en geen uitweg te kunnen vinden. Het was... best dapper, dat Aaron mij geprobeerd had te redden. Hij had makkelijk zelf ook om het leven kunnen komen.
Ik wierp een laatste blik op de hofhouding, en zei: 'Goed, ik ga nu naar bed. Ik zie jullie morgen wel weer.' Ik draaide me naar Aaron om. 'Ik zal morgen bij je komen kijken hoe het met je wonden gaat.'
Zonder te wachten op antwoord, dwong ik mijn slappe, zere benen weg te lopen, de gangen door en trappen op en af, om uiteindelijk huilend op mijn bed neer te storten.
• • • • • • • •
Die volgende dag werd ik pas laat in de ochtend wakker. Mijn lichaam was zo stijf en pijnlijk dat ik slecht geslapen had, en ik was gek geworden van het eindeloze woelen. Dus ondanks dat ik best wat meer slaap had kunnen gebruiken, liet ik mezelf uit mijn bed glijden en slenterde door de gangen.
Een tijd lang kwam ik niemand tegen, maar een deur die op een kier stond trok mijn aandacht. Ik duwde de deur verder open en kwam in een steriele, witte zaal uit. De ijzeren bedden waren zo goed als allemaal leeg, op eentje na: Kylian duwde zichzelf wat verder omhoog en begroette me met een scheve grijns.
'Ik heb gehoord dat jij gisteren nogal rebels bent geweest?' glimlachte hij.
Ik wapperde met mijn hand terwijl ik me op zijn voeteneinde nestelde. 'Als je het zo wil noemen...' Ik richtte mijn ogen op hem. 'Hoe is het met jou? Heb je nog veel last van je wond?'
Kylian knikte langzaam. 'Eerlijk gezegd: ja. Ik krijg veel verdoving van mevrouw Potts en de wond is verder niet ontstoken of zoiets, maar ik ga het voorlopig nog wel blijven voelen.' Hij trok een gezicht en ik glimlachte meelevend naar hem. 'Gelukkig ben ik niet zo dodelijk verwond geraakt als de koning tijdens jouw stunt.'
Ik rolde met mijn ogen. 'Koning Aaron overdrijft hartstikke. Die sneeën die hij heeft opgelopen zijn niet eens zó diep?!'
Hij lachte. 'Koning Aaron is een watje. Ben je al bij hem wezen kijken?'
Ik schudde mijn hoofd. 'Ik kom net uit bed,' glimlachte ik. 'Ik ga eerst wat eten, en dan zal ik wel even langs gaan.'
'Hij zal je bezoek wel waarderen.'
Met samengeknepen ogen staarde ik naar soldaat 19. Bedoelde hij het nou sarcastisch? Zijn blik was neutraal, evenals zijn toon. Ik wilde hem er net naar vragen toen de deur van de ziekenboeg openvloog en Aiden naar binnenliep, achtervolgd door Colin en mevrouw Potts. Mevrouw Potts duwde haar ijzeren karretje voort, waar dampende thee en een mandje vol gesneden stokbrood stond.
Aiden danste zowat, en stak een grote bos bloemen onder Kylians neus. 'Goedemorgen, schone slaaper,' glimlachte hij liefjes terwijl hij overdreven met zijn wimpers knipperde. 'Deze zijn voor jou. Zelf geplukt, vind je dat niet gewéldig?' Hij tikte met zijn wijsvinger op het puntje van Kylians neus, die grimaste.
'Aiden, alsjeblieft zeg, geef mijn soldaat eens wat rust. Iedere keer als ik hem zie, denk ik: ja, het gaat wat beter met hem. Behalve op de momenten dat jij naast zijn bed staat.'
Aiden maakte een geluid dat haast op giechelen leek, en hij wierp voorzichtig een blik op mij. Waarschijnlijk om te peilen of ik nog boos was.
Wat ik ook was.
Toch?
Aan de ene kant was het antwoord absoluut ja, aangezien ik het niet kon waarderen dat hij op me "gejaagd" had en me probeerde tegen te houden. Maar aan de andere kant; ik was een gevangene die probeerde te ontsnappen. Waarschijnlijk had hij alleen maar het protocol gevolgd.
Ik balde mijn handen tot vuisten. Eerlijk gezegd wist ik het zelf ook nog niet helemaal, dus wendde ik mijn gezicht gauw af. 'Hoe is het met je, Colin?' besloot ik te vragen om de ongemakkelijke stilte te onderbreken.
Colin wreef met een vermoeid gezicht in zijn ogen. 'Redelijk moe, met een iets grotere kater dan "redelijk".' Hij zuchtte diep. 'Mijn hoofd doet pijn.' Zijn bruine ogen schoten open. 'Maar niet dat ik mag klagen, vergeleken met wat er met jou en de koning gebeurd is.'
Ik schudde mijn hoofd. 'Niet zo gek doen, joh. Alles gaat prima met mij, en met koning Aaron neem ik aan van ook?'
'Je moet zo meteen maar eens even bij hem kijken,' stelde mevrouw Potts met een ondeugend glimlachje voor. Ze drukte een dampend kopje thee in mijn handen, gevolgd door een stuk stokbrood. Ik nipte voorzichtig van de warme vloeistof, en nam vervolgens een hap brood. 'Sinds de vloek hebben we weinig andere mensen over de vloer gehad, weet je. Hij zal het bezoekje wel op prijs stellen.'
'Over de vloek gesproken,' begon ik met volle mond, 'hoe kan die verbroken worden? Kan ik daarbij helpen?'
Aiden grijnsde. 'Ja!' Maar mevrouw Potts keek hem heel boos aan en zei toen: 'Nee, Bonita. Jij hoort je geen zorgen te hoeven maken over het feit of de vloek verbroken kan worden of niet, en of je ons daarbij kan helpen. Dit is ons gevecht.'
'Hoe lang hebben jullie nog?' Peinzend beet ik op mijn lip terwijl ik naar mevrouw Potts staarde. In haar voorhoofd ontstond nu een hele grote frons, alsof ze aan het overwegen was of ze het me daadwerkelijk moest vertellen, of niet.
'Iets minder dan twee weken.'
'Iets minder dan twee weken?!' herhaalde ik ongelovig. 'Dát is de tijd die jullie nog over hebben? Dat is zo ongelofelijk kort!' Ik schudde verwoed mijn hoofd. 'En dan?' Ik liet mijn blik naar Kylian glijden. Hij had het me verteld, twee dagen geleden toen we richting Delria hadden gereden. In de koets had hij het me gezegd. 'Dan veranderen jullie voor altijd in jullie Verwisselingen.'
Mevrouw Potts knikte treurig, Kylian perste zijn lippen op elkaar, Colin liet verslagen zijn hoofd zakken en Aiden stak met een wazige blik in zijn ogen zijn handen in zijn zakken.
'Minder dan twee weken, huh?' mompelde Kylian. 'Ik dacht dat we veel langer dan dat hadden.'
'De blaadjes vallen nu steeds sneller,' antwoordde mevrouw Potts, waardoor mijn hart sneller begon te kloppen. 'De blaadjes? Je bedoelt... van die roos op Aarons kamer?'
'Heb je die gezien?' vroeg Colin ongelovig. 'Dat is absurd?! Alleen de belangrijkste hofhouding mag daar bij in de buurt komen, en daar is Aaron al ongelofelijk streng in!'
'Ja, dat heb ik gemerkt,' merkte ik droog op, maar mevrouw Potts wuifde met haar hand. 'Jullie missen het punt. Er hangen nu nog maar zes blaadjes aan de steel, jongens. Gisteren viel er één; dat is waarom Colin verwisselde.' Bedroefd schudde ze haar hoofd. 'Het gaat steeds sneller en sneller, met steeds hevigere gevolgen.'
'Maar dan móet er toch wel wat zijn wat ik kan doen om jullie te helpen?' riep ik verdwaasd uit. Mevrouw Potts schudde resoluut haar hoofd, en ik prevelde: 'Vertel me dan op zijn minst dat jullie weten wat jullie moeten doen om het te stoppen.'
Aiden deed zijn mond open, maar mevrouw Potts was degene die wederom antwoord gaf. 'We weten wat er gedaan moet worden om het te stoppen, maar dat is iets... wat niet bepaald in onze handen ligt. Liefje, er is écht niks wat je voor ons kunt doen,' suste ze me. 'Het enige wat we zouden waarderen is als jij de koning wilt blijven verzorgen, en hem wat wil amuseren nu hij zo alleen ligt. Dan kunnen wij ons op de komende twee weken richten, en heb jij ook wat te doen.'
Ik knikte als verdoofd. Twee weken nog maar... dat was nog hoe lang ze te leven hadden als normale mensen. 'Was dat waarom u wilde dat ik deze twee weken nog bleef?' vroeg ik haar. 'En waarom koning Aaron ermee akkoord ging? Omdat jullie na die twee weken...'
Mijn stem stierf weg, en mevrouw Potts knikte. Een naar gevoel nestelde zich in mijn maag, en ik slikte om het gal tegen te houden.
'Oké. Ik zal jullie zo goed mogelijk proberen t helpen door de koning te verzorgen. Op die manier kunnen jullie je concentreren op... tja, wat er ook gedaan moet worden.' Ik knikte hen allen plechtig toe. 'Dan ga ik nu maar gelijk een bezoekje aan zijn kamers brengen.' Ik draaide me op mijn hakken om en liep richting de deur. 'Maare... hoe kom ik daar ook al weer?'
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top