Hoofdstuk 5: Zelfmoord
Jack stribbelde nog voor de laatste keer tegen. Toen gooiden de bewakers hem in de vieze cel waarin hij een maand had moeten zitten wegens "moord" en "ontkenning van moord". De straf viel nog mee. Omdat hij toch steeds ontkende had hij minder straf gekregen.
Dat was nog eens interessant nieuws, hij was bang dat Esmee hem weer kwam zoeken. En Esmee was er inderdaad. Alleen ze durfde niets uit te halen door Annabel die constant naast haar stond en niets deed.
Alleen toekijken en wachten tot Esmee iets zou doen wat haar problemen zou geven. Alleen Esmee verroerde zich niet en wachtte tot Annabel iets zou doen en dat zij dan problemen kreeg. Jack was stil en zei geen woord. Hij kon hun ook niet zien.
Nadat er dertig minuten voorbij waren gegaan en niemand geluid maakte werd Annabel zichtbaar en zette een stap. Dit veroorzaakte een zacht geluid dat in de stilte in de cel als een explosie klonk. Esmee en Jack keken tegelijk. Esmee verroerde zich niet en bleef ontzichtbaar, Jacks ogen werden groot. 'Annabel!' gilde hij door de hele cel verast heen.
Annabel bleef staan waar ze stond, om geen angst te wekken. Jack keek haar nog steeds aan met grote ogen, die van verbazing richting angst gingen. Jack was bang. Bang dat hij twee geesten met moordlust achter zich aanhad.
'Jack...' sprak Annabel, met een stem vol liefde en begrip. Esmee zuchtte diep en maakte zich ook zichtbaar. 'Esmee!' gilde Jack en Annabel tegelijk. Annabel met ergenis, en Jack met pure angst. 'Hallo liefje.' Zegt Esmee.
Nu vraagt ze zich ineens af hoe dit kon. Jack kon ze juist niets doen, daarom had ze hem ook niet vermoord. Maar, dit was een vieze oude cel, waar misschien wel hele erge criminelen in hadden gezeten. Dat was de rede dat Jack hun kon zien. 'Ga weg!'
Tot de verbazing van Annabel waren die woorden tegen Esmee én haar bedoelt. 'Maar Jack..' stamelde ze. Jack schudde zijn hoofd. 'Nee, ik wil niet! Ga weg! Laat me met rust!' Annabels hart brak. Dat van Esmee was allang gebroken, dus zij grijnsde gemeen naar Jack.
'Ik vindt pas rust als ik alles waar jij van houd vernietig.' Zei ze, met nog steeds die gemene grijns op haar gezicht. 'Hou op!' gilde Annabel. Ze wende zich weer tot Jack. 'Ik hou van je. Ik wil je. Geef me niet op.' Jack keek hun allebei aan. 'Ik wil geen van jullie beiden. Laat ne net rust.' Het hart van Annabel brak.
'Jack... ik heb beloofd...' stamelde ze. Esmee kon die grijns niet van haar gezicht halen. één doel bereikt: Annabel was voorlopig uitgeschakeld. één een. en twee nul voor de geestenmeisjes. Annabel kreeg tranen op haar gezicht. 'Jack, nee!' Gilde ze. Esmee lachte, het klonk als een vals lied. 'Esmee!' gilde Annabel. 'Doe niet zo! En Jack...' ze wende zich tot Jack.
'Ik hou van je, en jij van mij.' Jack keek geschrokken. Hij geloofde er geen woord van. 'Ga weg! Door jullie zit ik hier! Laat ME MET RUST!' Gilde Jack nu door de hele cel. Annabel huilde, Esmee lachte. Dit was precies wat ze wilde. 'Heel goed Jack. Annabel is nu een monster, net-zoals-IK! Hahaha!' roept Esmee uit. Annabel wordt woedend. 'Hou toch op Esmee! Hou op met hem de kast op jagen!' gilde Annabel in paniek, ze wilde alleen maar een rustig leventje met Jack, alleen de ex van Jack moest per se weer van een flatgebouw springen omdat ze o-zo gekwetst was. 'Jack, ik ben niet hetzelfde als Esmee.' Probeerde ze uit te leggen. 'Ik wil je helpen...' stamelde ze. Esmee glimlachte.
'Ik wil jouw hulp niet! VERDWIJN!' riep Jack, dat was het magische woord. Jack stuurde zijn enige hoop weg. Annabel kon hem nog net geschrokt aankijken voordat ze verdween. Esmee had nu geen vijanden meer. De weg naar de dood van Jack was vrij.
'O, je hebt echt zo'n grote fout gemaakt...' zei Esmee grijnsend. 'En jij moet ook weg!' riep Jack. 'Ik heb jou niets misdaan en...' 'Dwaas!' onderbrak Esmee hem. 'Zij kon je leven redden. Ik ben hier om je te vernietigen. Niemand zal me nu nog tegenhouden!'
O nee, dacht Jack. Ik heb zelfmoord gepleegd.
'En niets zal...' riep Esmee, en ze pakte weer van haar afgehakte arm een bal vol bloed. Jack werd rood en dook weg. 'Sorry, doe me niets! Laat me met rust!' riep Jack. In doodsangst. 'Wacht maar, ik zal je verdrinken in mijn bloed en dan...' Voetstappen.
Esmee stopte en verdween. Nou, werd onzichtbaar voor mensen. 'Wat is dat voor een kabaal?!' riep de man die binnen kwam lopen. 'Niets.' zei Jack. 'Dat mag ik hopen.' Zei de man met een stem die droop van sarcasme. Jack vond het helemaal niet grappig. De geest van Annabel was weg. Hij had geen kans meer om te overleven. Esmee zou hem afmaken.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top