Strange
Ik schrok rechtop met maar één ding in gedachten; Strange. Op mijn hoede bekeek ik mijn nieuwe omgeving. Alles was hier anders. Ik had behoefte aan een warm bad, maar er leken hier geen voorzieningen te zijn. Een wasteiltje stond verstopt achter een laag tafeltje. Ik draaide mijn lichaam een kwartslag, zodat ik op de juiste manier in de bank zat. Er werd op de deur van de kamer geklopt.
"Binnen!" Riep ik, na mijn kleren te hebben gecheckt. De zwarte monnikenoutfit stond me best goed.
Een vreemde man, met een rode mantel en wel zeer apparte kleren betrad mijn kamer. Hij liet zich naast me op de bank zakken. Op zijn gemak kruiste hij zijn benen.
"Voelt u zich goed?" Hij maakte een paar vreemde, maar simpele gebaren met zijn handen, en een dienblad met thee verscheen op tafel. Hij schonk voor ons allebij in. "Suiker?" Vroeg hij vriendelijk. Hij wees naar het bakje met suikerklontjes.
Ik schudde verward mijn hoofd. "N-nee, het is goed zo."
Hij nam zijn kopje in zijn handen, en ging weer recht zitten. Zijn Brittse accent kwam me ergens wel bekend voor. Volgens mij was hij ooit bij ons thuis geweest. Ik had hem niet gezien, maar zijn stem had duidelijk geklonken vanuit het lab.
"Kent u Tony?" Vroeg ik, voordat ik me kon inhouden.
Hij lachte en knikte. "Ah, de visionair?"
Ik grijnsde bevestigend. Zelf had ik nooit op zo'n manier aan de playboy gedacht, maar het klonk logisch. Stark was iemand van de toekomst.
"Ja, die ken ik." Hij nipte van zijn kruidenthee. "Hij is een waar genie."
"Ja, vast."
Hij keek me speels aan. "Mevrouw, u heeft werkelijk geen idee hoe geniaal uw vriend is."
"Hoezo niet?" Reageerde ik beledigd. "Hij is een genie. Hoe kan ik dan niet weten dat hij geniaal is?"
"Laat me het uitleggen." Hij klemde zijn theekopje in zijn grote handen, die onder de littekens bleken te zitten. "Uw vriend is een geval apart."
"Zeg dat wel." Verzuchtte ik, terwijl ik mijn best deed geconcentreerd te blijven.
"Nee, niet op de manier die u bedoelt." Hij glimlachte geduldig. "Ik bedoelde het op een heel andere manier. Miss Romanoff, u weet niet half hoe ver de logica van uw teamgenoot reikt."
Ik stond versteld. Hij noemde me geen Stark, maar Romanoff. Sowieso was het vreemd dat hij naast mij als enige van Tony wist. "Hoezo?"
Hij haalde diep adem. "De herkomst van uw vriend is een lang verhaal. Ik zal u de korte versie geven." Hij dacht even na. "Er bestaat geen logische verklaring voor de gebeurtenissen die rond de herkomst van uw mede-Avenger spelen, maar weet dat, wat ik zeg, waar is."
Ik knikte ten teken dat ik zijn woorden begreep.
"Tony Stark komt van ver weg. Zijn leven begon al in de negentiende eeuw." De man in zijn sprookjesgewaad keek naar me. "Heeft u de boeken over Sherlock Holmes gelezen?"
"Ja." Vertelde ik hem. "Het zijn sterke verzinsels, maar zeker niet waar."
"Fout." Hij nam een slokje van zijn thee. "De heer Holmes heeft wel degelijk bestaan, en onze Tony Stark is niks meer en niets minder dan zijn geest, maar dan de versie die in de eenentwintigste eeuw past."
Mijn mond viel open. Dat één man in een raar pak zoveel onzin in dezelfde zin kon stoppen. Het was ongelooflijk.
"U gelooft me vast niet." Hij zweeg. "Kijk om u heen. Stark deelt zijn geheimen alleen met u."
Ik keek de kamer rond, en geloofde mijn ogen niet. In de fatouille, die stond weggemoffeld in een hoek van de kamer, lag een niet al te grote man. Hij had zijn benen over de leuning geslingerd, en leunde met zijn rug tegen de andere armleuning aan. Hij droeg een wijde jas, en had een zwarte hoed met een brede rand schuin op zijn hoofd staan. Uit zijn mond stak een pijp. Rook kringelde op en omgaf hem met een mysterieuze mist. Hij keek met een schuin oog naar me. De gelijkenis verblufte me. Deze man, in zijn ouderwetse, ordinaire kleding leek als twee druppels water op de playboy uit mijn dromen, die ik de laatste tijd had.
"W-wat..." Ik wees met bevende hand naar de gestalte in de stoel.
"Ontspan, mevrouw." Drukte de man die naast me op de bank zat me op het hart. "Holmes doet geen vlieg kwaad."
Ik staarde naar de gozer die niemand minder dan Sherlock Holmes zou moeten zijn. Mijn ogen registreerden de beelden, maar mijn hersenen leken ze niet te willen accepteren. Ik staarde naar Starks ouderwetse dubbelganger. Hij knikte naar me, en wipte met zijn voet. Ongeïnteresseerd nam hij een trekje van zijn pijp. Hij blies de rook uit. Zijn neusvleugels trilden, terwijl hij zijn eigen uitgeblazen rook voor een tweede keer probeerde op te snuiven. "Miss."
"Sir." Reageerde ik formeel.
"U zult nu ongetwijfeld met hem kunnen communiceren," De man bij mij op de bank pakte mijn hand beet. "en ik zou u graag de tijd gunnen Sherlock beter te leren kennen, mits we daar de tijd voor hadden." Hij zette zijn lege theekopje terug op het dienblad. "U moet weten, dat Tony Stark dit allemaal heeft weten op te zetten. Hij heeft het voor elkaar gekregen u door verschillende tijdslijnen te sturen, en heeft open kaart met u gespeeld. U, en u alleen, heeft de informatie om zijn bestaan te redden. Als Loki's plan slaagt, zal ook het Holmes-ras uit de realiteit verdwijnen, en iedere link die we tot hen hebben. Tony Stark zal niet veel meer zijn dan een verzinsel van uw brein, en Sherlock een nietszeggend personage uit de lijn van de detectiveromans. Begrijpt u dat?"
Ik schudde langzaam mijn hoofd. Ik trok me los, en schoof achteruit, tot ik een klamme, magere hand op mijn schouder voelde. Ik draaide me om, en dacht even Tony Stark te zien staan. Het bleek zijn dubbelganger te zijn.
"Zie het verband, meisje." Hij streek met zijn vinger langs mijn wang. Ik merkte zijn charmante Britse accent op. Het paste goed bij zijn stem, die gelijk was aan die van Tony Stark. "Iedereen heeft zijn religie. Goden bestaan, en in Captain America's wereld bestaat er maar één. Mohammed was niet beter dan Jezus, maar ik heb nooit gezegd dat hij slechter is. Mensen moeten hun eigen grenzen opzoeken, en verdedigen. Jij, my dear, hebt vast ook een ideaalbeeld. Misschien vecht je voor de mensen die niet in staat zijn zichzelf te verdedigen. Voor hetzelfde geld strijd je vanuit angst. Misschien ben je bang alles te verliezen, en misschien ook niet. Ik zal eerlijk tegen je zijn," Hij liet me los. Zijn hand greep naar zijn pijp. Hij nam even de tijd een nieuwe pluim rook de wereld in te blazen. "en je de waarheid vertellen. Ik ben geen aanhanger van Buda, maar ik zeg niet dat reïncarnatie niet bestaat. Mijn geloof, meisje, is de pure wetenschap." Hij tuitte zijn lippen. "Mijn goden zijn mijn ouders, Peggy Carter, John Watson en zijn vrouw en alle mensen die ik lief heb, maar tot mijn grote spijt overleden zijn." Hij kuchte. "Ik heb me bekeerd, maar ben geen gelovige. Ik strijd, maar ben geen militair. Ik genees, maar ben geen dokter. Ik heb geld, maar ben niet rijk. Ik ben Sherlock Holmes, en ergens, diep van binnen," Hij wees naar zijn eigen borst. "zit Starks kant van het verhaal verstopt. Ik ben hem, en hij is mij. Nu," Hij tikte zacht tegen mijn neus. "vertrouwen we onszelf aan jou toe. Zorg er goed voor, en zorg dat we terug kunnen komen. Onze reis zit er namelijk nog lang niet op."
"Reis?" Ik stak mijn hand uit om hem aan te raken, maar hij dook weg. Het was een klein detail, en me zeker niet ontgaan. Die tik had Stark ook.
"Inderdaad." Stemde hij in. "Als het nodig is, keert ons ras over decennia weer terug. Dan zullen we ons aandeel in de wetenschap met de wereld delen, maar dan moeten we daar eerst wel zien te komen." Hij glimlachte niet meer. Zijn gezichtsuitdrukking was donker geworden. "Tony en ik zijn dezelfde, en we zullen samen herboren worden in nieuwe tijden. Onthoud wel, dat iedere religie ook zo zijn beperkingen heeft." Hij begon te vervagen. "Zie het verband, miss Romanoff. U bent slim en wijs genoeg om onze hints te snappen. Vind ook dat laatste puzzelstukje, en zorg dat het klopt!" Alleen zijn bruine ogen waren er nog. Ze keken naar me, en gingen niet weg. In mijn ooghoek zag ik de andere man, de gast van de thee. Hij zweeg, en sloeg mij gade.
"Miss Romanoff, voor u gaat," Hij stond op, en rekte zijn rug. "mijn naam kan een hint zijn."
"Vertel." Ik kruiste mijn benen.
"Stephan Strange." Zei hij, voordat ook zijn gelaatstrekken vervaagden samen met de rest van zijn lichaam.
"Niet weer." Kreunde ik, terwijl ik registreerde dat de bank onder mij oploste, en de vloer verdween. Voor de zoveelste keer duikelde ik naar beneden. De angst die ik had gevoeld bij voorgaande keren was er niet meer. Ik wist dat ik niks zou raken, ergens voor de landing wakker zou schrikken in een raar universum. Ik hoopte alleen dat Tony het deze keer makkelijk zou houden.
Toen viel het kwartje. Stephan Strange. Het was één van de woorden die de getikte Stark had opgeschreven op de achterkant van zijn opgavenbriefje. Ik haalde de opsomming weer naar boven. Gek. Iron Man. Avengers. Groen Snoepje. Loki. Strange.
Er begonnen me dingen te dagen. Please, zorg dat dit het is, en er niks onlogisch meer bijkomt. Bad ik. Ik was ten volste in de veronderstelling dat ik het antwoord had. Dit moest het zijn. Alles klopte. Alles, behalve de Killing Soldier.
Mijn oorspronkelijke missie. Ik moest mijn doel niet uit het oog verliezen. Hij was mijn prooi. Hem moest ik hebben. Waarom liet ik me zo makkelijk afleiden door mijn eigen waanideeën? Het waren toch verzinsels van mijn hoofd? Ze waren zelf overtuigd van hun echtheid, maar ik niet. Klopte dit nog wel?
Ik sloot mijn ogen, en probeerde mijn gedachten te ordenen. In plaats daarvan werd alles alleen maar onduidelijker, en dwaalde ik helemaal af. Uiteindelijk raakte ik mijn bewustzijn kwijt. Ik bleef er vasthoudend naar zoeken in mijn onderbewuste, maar dit kreeg ik natuurlijk niet mee. Ondertussen spookten de verschillende woorden door mijn hoofd, maar ik miste alles. Ik was er niet, verdwaald in mijn onderbewustzijn. Ik was verdwaald in de realiteit, zoekgeraakt in de tijd, verdoemd tot eeuwig dwalen, voor altijd de losse eindjes aan elkaar knopen.
Laat me het er levend vanaf brengen!
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top