XXII
Ik kijk hem aan met een opgetrokken wenkbrauw. "Wel, Milan, wat voor type ben ik dan?"
Hij denkt even na en staart diep in mijn ogen, alsof hij mijn gedachten aan het lezen is. Rillingen lopen over mijn rug. "Wel, Belle, jij bent een perfect voorbeeld van je 'type', beeldschoon, grote mond en doen hun arroganter voor dan ze zijn. Belle, ik ken mensen zoals zij en weet een ding: ik heb hun allemaal zover gekregen dat ze in me gingen geloven..."
"Nou, dan ben ik een ander type dan jij denkt want Milan, tussen ons gaat er nooit iets wederzijds zijn. Altijd van een kant." Ik kijk hem aan.
"Dus als ik je niet meer wil... wil jij mij wel? Nou Belle, schoonheid, dan wil ik je niet meer"
Opnieuw rol ik met mijn ogen. "Dat bedoel ik niet!"
"Maar je zei het wel. Je zei 'altijd'" Hij grinnikt.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top