26. Flash Thompson
Oké, dus dit was totaal niet hoe hij zich zijn thuiskomst had voorgesteld na zoveel dagen gevangen te hebben gezeten in een vochtige kerker. The Avengers hadden hem gered - dat klopte nog in zijn plaatje. Wat hij niet had zien aankomen, was dat ze hem midden in de nacht uit de klauwen van Bob hadden gered. Zeventien minuten over één, in de nacht van zondag op maandag, kwam hij weer thuis. Bruce had hem volledig nagekeken, hem ervan verzekerd dat het helemaal goed met hem ging komen. Hij moest alleen een paar dagen op krukken lopen wilde hij dat zijn gezwollen enkel genas - daar had hij dus al helemaal iet op zitten wachten. Ondertussen brak Dr. Pym zich het hoofd over hoe hij van zes jaar weer naar vijftien was gekomen.
Tony wist het antwoord, maar hij was te moe geweest om de wetenschapper te helpen.
Maar goed; dat deel begreep hij - enigszins. De rest niet bepaald. Kom op zeg: welke idioot had bedacht hem meteen die eerste dinsdag weer naar school te sturen? Maar serieus; wie? Hij was amper bijgekomen van zijn ervaringen, of ze duwden hem alweer een auto in om hem op tijd op school te krijgen.
Hij was van plan alles op alles te zetten, zodat hij thuis kon blijven. 'Ik voel me niet lekker.' Probeerde hij jammerend.
En het was in zekere zin waar. Hij was nog steeds moe, ook al had hij bijna onafgebroken geslapen sinds zijn hoofd het kussen had geraakt. Maar hij moest eerlijk zijn; het kwam eigenlijk neer op iets dat vele malen simpeler was: Hij. Wilde. Gewoon. Niet. Naar. School. School was een vreselijke plek. Er waren al deze kinderen, kinderen die hij niet kende. En dan had je nog Flash, die stomme pestkop. Daarnaast wilde hij Peter niet op deze manier onder ogen komen. Kom op; hij zag eruit alsof hij was aangevallen door een hond, had verloren, daarna van een klif was afgesprongen en beneden ook nog eens door de Maffia in de pan was gehakt.
'Tony, luister.' Clint had zich naar hem toe gedraaid. De boogschutter had de auto voor de hekken van de school geparkeerd. Zijn enige missie was om de billionaire ook daadwerkelijk de wagen uit te krijgen. 'Ik weet dat dit niet ideaal is. Het liefst hadden we je thuis gehouden, was je zelfs nooit naar school gegaan! Maar Nat en ik kunnen er niet langer omheen draaien. Als je nog één dag langer thuis blijft, komt de kinderpolitie of kinderbescherming of hoe ze zichzelf ook noemen. Als dat gebeurt, ligt voor je het weet je geheim op straat, en dan zullen er een stuk meer mensen geïnteresseerd in je zijn.'
Stark snoof verontwaardigd. 'Niks wat ik niet aan kan.' Hij keek zijn teamgenoot uitdagend aan, niet van plan de veiligheid van de Chevrolet zomaar te verlaten.
'Tony, doe niet zo kinderachtig.' Barton zuchtte diep. Hij pakte de schooltas van de knul van de bijrijdersstoel en gaf hem door aan de playboy op de achterbank. 'Pak die krukken, doe die deur open en ga in Godsnaam naar school!' Hij begon ongeduldig te worden.
Had het allemaal geheel aan hem gelegen, dat had Tony de auto nooit verlaten. Maar Hawkeye kon best wel angstaanjagend zijn als hij geërgerd was. Misschien was het maar beter zich deze keer gewonnen te geven en zijn portier te open.
Tergend langzaam verliet hij de auto. Hij liet er geen gras over groeien en deed hard zijn best Clint een schuldgevoel aan te praten. Maar de man gaf geen kik. Met een stalen blik keek hij toe hoe de billionaire zich de auto uit worstelde.
Tony hinkelde een paar passen bij de stoeprand vandaan. Hij nam niet eens de moeite de wegrijdende auto uit te zwaaien. Hij was boos op Barton en op alle andere Avengers. Ze hadden harder hun best moeten doen. Ze hadden best aan meer touwtjes kunnen trekken om hem thuis te houden.
Zuchtend duwde hij zijn armen door de plastic ringen bovenaan zijn krukken, en begon onhandig richting de geopende hekken van de school te hobbelen.
Op de gangen was het eigenlijk te druk voor iemand met twee metalen stokken die hem moesten helpen bij het lopen. Er was te weinig ruimte om ze neer te zetten en hoe vaak had Tony nu al niet iemands teen per ongeluk geplet met de uiteindes ervan? Ongemakkelijk maar doeltreffend hinkte hij in de richting van Peters kluisje. Hij wilde graag een bekend gezicht zien in deze massa van onbekenden.
Waar hij geen rekening mee had gehouden, was dat de route naar Pete door de gang leidde waar Flash en diens vrienden voor schooltijd altijd rondhingen. Nog voordat de playboy ver had kunnen komen, was er al een gemene stem die de spot met hem dreef vanwege de krukken. Tony hield halt, geschrokken van de vijandigheid. Onzeker hinkte hij om zijn as, en bewoog onbewust achteruit, ook al was er niemand dichtbij genoeg om van weg te willen bewegen.
'Pony Parker!'
Starks hoofd schoot naar links. Dat was de stem van Flash. Dat wist hij heel zeker. Zijn ogen werden groot toen hij de jongen met drie handlangers zag naderen. 'Shit.' Murmelde hij. Wanhopig zocht hij naar een ontsnappingsroute, maar tegen de tijd dat zijn brein door kreeg dat er gevaar dreigde, was het al te laat.
'Wat is het met de krukken, Pony?' Thompson grijnsde zelfingenomen. 'Gestruikeld over een bloempje?'
Tony wilde zich het liefst van de sterkere jongen afdraaien, maar waar hij ook heen wilde; er stond wel iemand. En stuk voor stuk waren ze bereid korte metten met hem te maken.
'M-Mag ik er misschien langs?' Hij deed alsof hij onzeker was, bang haast, terwijl hij in werkelijkheid precies wist hoe hij zich hieruit ging redden.
Flash tuitte zijn lippen. 'Wat dacht je van ne-'
De Avenger liet de pestkop niet eens uitspreken. Hij bracht zijn kruk met een harde ruk omhoog, tussen de benen van de jongen aan Thompsons rechterkant. Snel liet hij de kruk los zodat hij een hand vrij had om de volgende pestkop een mep te verkopen. Terwijl zijn vuist kennis maakte met de kaaklijn van Tony's tweede slachtoffer, vlogen Flash en de overgebleven jongen naar voren. Grauwend hield Stark zich staande tegenover de overgebleven jongeren. Het duurde niet lang of meer leden van Eugenes vriendengroep kregen lucht van de rel, en schoten te hulp. Zwaar in de minderheid kon Stark niet anders dan het onderspit delven. Maar hij ging niet neer zonder een goed gevecht. Stiekem hield hij daar namelijk wel een beetje van; van vechten. Kon hij weer eens testen wie er de baas was.
De bel ging, en net als voorgaande keren was het Tony's redding, de enige reden dat hij niet dood werd gemept door een geïrriteerde pestkop en diens vriendenclub.
'Wij zijn nog niet klaar, Pony Parker.' Spuugde Flash, waarbij speeksel in duizenden druppeltjes over zijn lippen vloog. 'In de pauze maken we dit af. Ik zou het niet proberen te ontlopen als ik jou was.'
Stark, voorovergebogen op de grond gezeten, haalde zijn mouw langs zijn bloedende neus. 'Ik zou niet durven.'
De groep liet hem achter op de grond. Een jongen vond het nog grappig Tony's krukken ver buiten zijn bereik te schoppen. Lang nadat de laatste leerling was verdwenen in één van de vele klaslokalen, begon de gewonde billionaire richting zijn krukken te kruipen. Net toen hij het metaal beet kon pakken, zich zo ellendig voelend als maar mogelijk was, hoorde hij een nieuwe stem, eentje die hij nog niet eerder had gehoord:
'Hé jongeman!'
Stark keek doodvermoeid op, niet langer in staat geduldig om te gaan met alle shit die de wereld hem toewierp. Hij zag een leraar staan. Dat was echt. . .
'Moet jij niet in de les zitten?'
Iron Man rolde met zijn ogen. Geweldig.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top