14. 2018? Of 2017?

'Ik heb hoofdpijn.' Kreunde hij. Een glas water stond voor hem op de bar, onaangeroerd. Zijn benen hingen in het niets. Hij vond het niet fijn zo hoog boven de grond te zijn. Wat als hij viel? Het wormgat. H-Hij ging dood.

Een hand wreef hem kalmerend over zijn rug. Hij keek op en zag Bruce naar hem kijken. 'Tony, wat had je dan verwacht?'

De knul kantelde zijn hoofd. Waar had de wetenschapper het over? Doelde hij op een kater? Zo veel had hij helemaal niet kunnen drinken voordat Clint hem had weggegrist bij de drank. Maar goed. hij zwoor dat de hele wereld was gegroeid en hem had achtergelaten op de grond, veilig, dicht bij de grond. Waar de kans om te vallen klein was, en hij zou blijven leven.

'Ga je mee naar het lab?' Banner bood hem zijn hand aan, en Stark zette grote ogen op toen hij zag hoe zijn eigen handje door die van zijn Science Bro verzwolgen werd. Hij knikte schaapachtig, en klom met de nodige hulp voorzichtig van de immense barkruk af. Zijn lichaam stopte eindelijk met beven zodra hij de grond weer onder zijn voeten voelde.

Hij was als de dood voor de lucht boven New York. Hoe lager hij was, hoe beter.

Hij liet zich door Bruce naar het lab leiden, en trof daar de Spider-Reus aan. Met open mond keek hij op naar de puber. W-Was de vreemdeling te vertrouwen? Hij bestudeerde de glimlachende jongen achterdochtig. Peter had zich aan hem voorgesteld, en hem gered toen hij viel, viel in de duizelingwekkende diepte die New York was.

Hij trok zich piepend los en zette een paar stappen terug. Hij was zo bang, zo verschrikkelijk bang. Huilend dook hij ineen op de vloer en drukte zijn gezicht tegen zijn knieën. Hij herkende de angst. Hij moest er al mee leven sinds het wormgat van Loki, sinds New York. Maar nog nooit had het hem zo paranoïde gemaakt. Hij zwoor dat alles en iedereen ieder moment in een Chitauri-soldaat kon veranderen en hem zou aanvallen, aan stukken scheuren, opeten.

Hij. Moest. Meer. Harnassen. Maken!

Hij keek bevend op.

Hij. Moest. Pepper. Beschermen!

Zijn oog viel op de paar pantsers die tegen de muur stonden opgesteld.

Hij. Moest. Overleven!

Het waren er te weinig. Hij moest er meer maken. Twee, drie, vijftien! Hij moest vijftien harnassen maken, nu, onmiddellijk. Anders ging hij dood, alleen, hier, hier in New York. Hij wilde niet sterven in New York. Hij wilde eigenlijk helemaal nergens dood gaan, maar al helemaal niet in New York. Het was zijn geboortestad. Dat was eigenlijk best ironisch. De cirkel zou rond zijn.

IRONisch. Hij lachte hysterisch. Hij werd gek, knettergek.

'Hey, Tony.'

De jonge billionaire keek op. Voor hem zat Steve, Steve Rogers. Hij was Captain America. Stark herkende hem van de verhalen van Howard, van de foto's, de tekeningen. Hij wierp zichzelf naar voren, tegen de borst van de soldaat aan. Steve zou hem beschermen. Hij was een held. Howard had het zelf gezegd. Captain America was beter dan Tony, in alles. De jonge playboy kon de superheld vertrouwen, de oorlogsheld.

'Tony, ssh.' Rogers tilde hem van de grond, iets wat vaker gebeurde dan het kindergenie lief was. Hij werd op een metalen tafel gezet. Steve keek hem recht aan, met zijn betoverend blauwe ogen. Tony had de neiging zijn hand uit te steken. Hij wilde naar het gezicht van de supersoldaat voelen, zich ervan vergewissen dat hij wel echt was, toen hij met een schok tot besef kwam.

'Argh!' Hij greep naar zijn hoofd. 'Waarom heb ik koppijn?' Hij liet zich achterover vallen, plat op de tafel. 'Ik gaaaa dooooood!' Hij rolde op zijn buik en perste zijn voorhoofd tegen het koele staal van het tafelblad. 'Wat is er in Godsnaam aan de hand?'

Bruce en Peter sprongen naar voren. De tiener draaide hem voorzichtig op zijn rug en schoof hem volledig op de tafel. Tony glimlachte blij naar de puberheld. 'Pete!' Hij fronste bij de bezorgde blik die hij terug kreeg. 'Is er iets?' Hij probeerde rechtop te gaan zitten, maar werd tegen gehouden door de jongen.

'Banner?' Piepte Parker hees.

'Ben al bezig.' De wetenschapper boog over hem heen. Stark keek koppig weg van het lichtje waarmee in zijn ogen werd geschenen, of in ieder geval pogingen tot werden gedaan. Hij kruiste zijn armen.

'Ik eis een verklaring!' Deelde hij mee.

'Die krijg je ook, Tony, zodra we weten wat er aan de hand is.' Beloofde Brucey, en ging vluchtig verder met zijn onderzoek.

De billionaire was niet tevreden met het antwoord dat hij kreeg. Hij worstelde in de greep van Spider-Man, werd zelfs terecht gewezen door Friday toen de AI door zijn gewriemel werd gehinderd tijdens het scannen.

'Boss, blijft u alstublieft stil liggen. Het is voor uw eigen bestwil.' Opnieuw gleden de blauwe stralen over zijn lichaam heen. Data verscheen op het scherm bij Tony's hoofd, maar zodra hij bewoog om er een blik op te werpen, kreeg hij meteen op zijn kop. Morrend wachtte hij tot Fri hem het teken gaf dat hij kon gaan, en trok daarna het scherm naar zich toe. Hij slingerde zijn benen over de rand van de – extreem – hoge tafel en bestudeerde de nieuwe gegevens.

'Ik ben ZES!?' Hij keek naar de drie mensen die hem omringden, op zoek naar bevestiging. Er werd geknikt, en hij krijste boos. 'Niet te geloven! Dit kan niet waar zijn! Friday, zeg me dat je een fout hebt gemaakt!'

Hij kreeg een spiegel voorgehouden, vergezeld met het vinnige antwoord van de AI: 'Ik maak geen fouten, Sir.'

Tony zuchtte diep. 'Oké, oké.' Hij bestudeerde zijn kinderlijke gelaat, voelde op de plek waar, voor zijn gevoel, vijf minuten geleden nog een baard had gestaan. 'I-Ik ben zes.' Hij duwde de spiegel weg. 'Maar dat verklaart nog niet hoe ik in het lab ben beland!'

'Je bent met mij meegekomen.' Verklaarde Bruce.

Stark keek zijn vriend aan alsof hij gek geworden was. En dat moest hij geloven?

'Tony, wat herinner je je nog?' Wilde Peter weten. Zijn blik was bloedserieus toen hij de vraag stelde.

Het kindergenie dacht diep na. 'Ik was op weg naar je kamer.' Hij wees naar de puber. 'De Vulture zat achter je aan en ik wilde je redden voordat het te laat was. Ik vloog in de buurt van Central Park en toen BOEM! Zwart.' Hij vertelde met wat kleurrijke gebaren om zijn verhaal wat levendiger te maken. Toen keek hij bezorgd naar Parker. 'Heeft de Vulture je nog lastiggevallen, kid? En kan iemand aan Happy vragen hoe ver hij is met de verhuizing?'

Pete's gezicht klaarde op. 'Guys, ik weet wat er aan de hand is!' De glimlach verdween al snel. 'Maar het is geen goed nieuws, ben ik bang.'

Steve keek hem hoopvol aan. 'Waar wacht je op? Vertel!'

Parker haalde diep adem. 'MrStarkdenktdathet2017is!' Hij zag de vragende blikken en probeerde het opnieuw: 'Mr Stark,' Hij gebaarde naar de zesjarige jongen. 'gelooft dat het 2017 is. Hij denkt dat alles, wat een jaar geleden gaande was, nu bezig is.'

Bruce knikte enthousiast. 'Dat verklaart ook waarom hij Spider-Man niet kende en in paniek raakte gisteren.' Hij begon ijverig te typen op een StarkPad. 'Kolonel Rhodes zei al dat het gedrag van Tony hem ergens bekend voorkwam.'

De jongen waar het hele gesprek om draaide, keek verward naar de volwassenen om hem heen. 'Pardon? Wat heb ik gisteren gedaan?'

'Tones.' Banner greep zijn beide schouders stevig beet en keek hem recht aan. 'Je zat vast in het verleden. Je zat vast in de tijd vlak na de strijd in New York.'

Tony staarde vol afgrijzen terug. 'K-Kan dat vaker gebeuren?'

Brucey rechtte zijn rug. 'Ik weet het niet, knul.' Hij richtte zijn aandacht weer op de tablet in zijn handen. 'Maar ik heb zo'n flauw vermoeden dat we het ergste nog niet hebben gehad. Het lijkt erop dat je aardig in de war raakt van al dat verjongen en verouderen. Grote kans dat, de volgende keer dat je in die neerwaartse spiraal naar het verleden belandt met je gedachten, je er niet meer uitkomt tot je bij een bepaalde leeftijd stopt.'

De jonge Stark trok wit weg. Dit kon niet waar zijn. Wie weet hoe zijn vrienden zouden reageren op hem als hij zich ging gedragen als de Tony Stark van voor Iron Man.

'Hey, Tony. Relax.' Spidey legde zijn hand op de schouder van de kid. 'Je zal tenminste niet terug gaan in de tijd tot je veranderd in niets. Dat is wat ik wel eens heb gelezen in fanfictions.'

De uitvinder keek met vlammende ogen naar de puber op. 'JIJ LEEST DAT!?' Brulde hij, zich er vaag van bewust dat er zat fics waren over hem en de andere Avengers, waarin ze onder andere de meest belachelijke koppels vormden. Goed, misschien las hij er een paar in zijn vrije tijd. Maar dat betekende nog niet dat Peter zijn onschuldige, onaangetaste geest mocht laten beïnvloeden door de gedachten van hun fans.

'Waaat?' Petey keek grijnzend weg. 'Wel nee, joh.' Hij haalde zijn schouders op. 'Goed, misschien een paar.' Hij zette het op een lopen toen een kleine zesjarige woedend naar zijn benen sprong. 'Ach, kom op, Tony! Geef toe dat het schattig is als Steve de zorg voor je op zich neemt! Of als Natasha en Clint samen op pad gaan om 's nachts wat Avengers de stuipen op het lijf te jagen! Heb je al ooit over Thor en Loki gelezen, trouwens?'

Stark brulde geïrriteerd, en Parker vatte dat op als een ja waar de Avenger spijt van had. Hij grinnikte onbeholpen en danste weg voor de kleine kleuter, die al grauwend en gillend hem probeerde te bijten. Het was best schattig, als je de tijd kreeg om erover na te denken. Het probleem was alleen, dat Tony hem die dag niet genoeg rust gunde daarvoor.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top