R E Y N A
Door haar boxen klonk haar favoriete muziek, die ze de afgelopen dagen al op repeat had staan. Haar mobiel stond op Whatsapp aan en op haar laptop had ze een gedeeld bestand geopend. Ze moest met Lowa een geschiedenisproject uitwerken. Reyna had een gruwelijke hekel aan het vak, maar samen met een hardwerkende klasgenoot was het wel te doen.
Beneden klonk geschreeuw. Meteen zette Reyna het geluid van haar muziek wat zachter, zodat ze kon horen wat er precies werd gezegd.
'Hoezo niet? Jullie luisteren ook nooit!' hoorde Reyna haar zus schreeuwen. Ze wist al wat er zou volgen; het was dan ook zeker niet de eerste keer dat haar ouders met haar zus in een verhit gesprek verzeild waren geraakt. Ze durfde het geluid van de muziek niet omhoog te draaien, bang dat de ruzie ook op haar zou overslaan. Ze keek weer naar haar scherm en probeerde weer verder te werken en te reageren op Lowa's berichtjes, maar het ging haar moeilijker af. Hoe moest ze een blije toon in haar berichten houden, als ze zich zo niet voelde? Ze hoopte dat de extra emoji's haar onveilige, verdrietige gevoel maskeerde.
Ook al was de deur van haar kamer dicht en draaide haar muziek zacht op de achtergrond, ze kon alles horen. Ze wilde hier niet meer zijn.
Een luide pling onderbrak haar gedachtestroom.
Lowa
Is alles goed?
Reyna
Ja hoor! Ik raakte even afgeleid.
Lowa
Oké, is goed! Als het bij jou te thuis druk is, kun je ook wel bij ons komen werken. Alleen als jij daar behoefte aan hebt hoor.
Reyna keek naar het berichtje. Ook al kende ze Lowa al wel redelijk, ze wist niet of ze dat wel wilde. Ze wilde haar ook niet opzadelen met haar problemen. Ze bedankte haar en ging stug verder met werken, tot amper vijf minuten later het geluid van brekend glas klonk. Haar hart maakte een sprong en meteen voelde ze het bloed uit haar gezicht wegtrekken. Haar vader bulderde zo hard dat ze de vloer bijna voelde trillen. Haar hart sloeg hard in haar keel, haar handen trilden en haar hoofd duizelde. Alles in haar lichaam schreeuwde dat ze hier weg moest en snel! Iets brandde in haar. Dat kriebelende, brandende gevoel dat haar van binnenuit opat, als ze het niet zou doven. Er was maar een manier om dat te doen. Even wierp ze een blik op trillende handen. Ze moest het gevoel wegdrukken, als ze niet wilde toegeven aan iets wat haar kapot zou maken.
Weer keek ze naar Lowa's berichtje. Iemand bood haar een uitweg, ze was wel stom om het niet aan te nemen.
Reyna
Staat het aanbod nog?
Lowa
Natuurlijk!
Reyna
Waar moet ik naartoe? Ik wil hier niet blijven.
Lowa
Kom naar het eenden standbeeld op het plein. Dan kom ik je tegemoet.
Snel zocht Reyna de route op. Het was tien minuten met de fiets.
Reyna
Ik kom eraan. Ik ben er over een kwartier.
Ze sloot haar laptop, stopte die in haar tas en greep nog wat andere benodigdheden. Ze trok een dikke sweater aan, omdat ze niet bij haar jas kon en deed een warme broek aan. Toen krabbelde ze een briefje voor haar ouders en legde die op haar kussen neer, in de hoop dat ze het daar wel zouden vinden. Ze twijfelde of ze haar mobiel wel mee wilde nemen, maar uiteindelijk besloot ze dat het veiliger voor haar was om het niet te doen. Met haar tas vol spullen, opende ze haar raam en stapte naar buiten. Op dat moment was ze blij dat haar kamer op de benedenverdieping was. Zo snel en zacht als ze kon, pakte ze haar fiets uit het schuurtje en reed met een luid bonzend hart naar het koperen standbeeld dat Lowa had genoemd.
Daar stond Lowa al op haar te wachten. Het bruinharige meisje was gehuld in een lange groene jas en haar halflange haar wapperde in de wind. Een kleine glimlach doorbrak de strakke uitdrukking op haar gezicht. 'Hey Reyna.'
Opluchting spoelde door haar heen toen ze Lowa's stem hoorde. Reyna stapte af en liep naar haar vriendin toe. 'Hé Lowa,' zei Reyna. 'Bedankt dat je er voor me bent. Ik had niet geweten wat ik anders had gemoeten.'
Lowa knikte kort. 'Geen probleem.' Ze stelde geen vragen en ging op haar fiets zitten. 'Vanaf hier is het binnendoor maar vier minuten.'
Reyna volgde Lowa zwijgend. Ze kende de route niet, maar ze vertrouwde Lowa, dus fietste ze een stukje achter haar en lette goed op waar ze naartoe gingen. De koele avondlucht voelde aangenaam en deed haar angst en zorgen weer een beetje dalen.
Ze reden door een wirwar van steegjes en kleine straatjes tot ze in een wijk kwamen met keurige rijtjeshuizen. Lowa stopte bij nummer 39. 'Je kunt je fiets beter in de garage zetten, hier wordt veel gestolen,' zei ze en ze opende de witte garagedeur. Op het metaal zaten een paar krassen.
Zwijgend volgde Reyna haar projectpartner en zette haar fiets in de garage. Ze kende deze buurt niet en de sfeer was vreemd voor haar. Er klopte iets niet. Ze kon het niet plaatsen, misschien was het gevaar dat ze voelde. Ze drukte het gevoel weg. Ze was hier veilig met haar klasgenoot, er was niks om bang voor te zijn. 'Nogmaals, super bedankt,' herhaalde Reyna zich weer.
'We moeten allemaal wel eens weg,' zei Lowa schouderophalend. Ze liep door de garage een gezellige gang in. Een van de muren was geverfd in een sfeervolle aarde tint en op een kastje stond een pot met gedroogde bloemen. Het bruinharige meisje opende de deur naar de woonkamer. 'Gerdien en Jan, ik ben er weer,' riep ze naar binnen.
Een schok ging door haar heen. De kamer leek ineens een stuk kouder te worden, alsof alle ramen in het huis open hadden gestaan. Lowa sprak haar ouders bij voornaam aan. Ook al had Reyna niet altijd de hechtste band met haar ouders, als ze tegen hen sprak, was het altijd pap en mam of zelfs papa en mama. Het voelde vreemd en zelfs verkeerd dat Lowa dat niet deed, maar ze wilde er niks van zeggen. Dat was niet aan haar.
Een vrouw met bruin geverfd haar liep op hen af. Er stonden rimpels in haar gezicht. Ze leek niet op Lowa. 'Was je weg dan? Waarom heb je dat niet verteld?' Ondanks dat ze streng klonk, had haar stem een warme ondertoon. Vervolgens ging haar blik naar Reyna. 'Hallo meisje.' Een glimlach krulde op haar lippen en ze stak haar hand uit. 'Ik ben Gerdien Veenman.'
Reyna schuifelde wat naar voren en pakte de stevige hand van de vrouw vast. 'Reyna Winters,' zei ze zacht. Ze wist niet of ze zich nog eens moest verontschuldigen. Ze wilde niet zwak overkomen. Ze keek Lowa aan voor steun.
'Sorry, ik moest Reyna even ophalen. We doen samen een project,' legde Lowa uit. Haar toon bleef even monotoon als normaal.
Terwijl Lowa sprak, knikte Reyna en glimlachte vriendelijk. Ze kon de band tussen Lowa en haar moeder niet goed peilen, maar de afstand tussen de twee merkte ze wel op. Dit was niet het doorsnee gezin, dat had ze wel door.
De lach op het gezicht werd breder. 'Het is al goed hoor, ga dan snel aan het werk. Als jullie iets nodig hebben hoor ik het wel,' zei de vrouw.
Lowa knikte en wenkte Reyna dat ze haar moest volgen. Ze liepen de met bruine vloerbedekking beklede trap op richting Lowa's kamer, op de voet gevolgd door Reyna. Haar kamer was simpel ingericht. Er was een klein bureau, een grijs vloerkleed en aan de muren hingen een paar tekeningen van dieren. Ze waren niet verbluffend goed, maar het was wel duidelijk dat de maker al wat meer ervaring had.
Lowa gaat op haar met een geruite deken bedekte bed zitten. 'Wat was thuis aan de hand?' Even is ze stil en kijkt Reyna door haar vuile brilglazen aan. 'Als je het niet wil zeggen is het ook goed, hoor.'
Reyna ging op haar Lowa's bureaustoel zitten en liet haar ogen nog een keer door de ruimte glijden. Haar ogen bleven bij de deur hangen, alsof ze daardoor in de woonkamer kon kijken. Toen keek ze weer naar Lowa. 'Als ik je mijn verhaal vertel, vertel je me dan ook het jouwe?'
Lowa viel stil. Haar ogen bleven als bevroren op die van Reyna gericht. Toen wendde ze haar blik af. Het duurde seconden lang voor ze eindelijk reageerde.
'Afgesproken.'
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top