M A T T
'Wie is dat?' vroeg Matt, toen hij thuiskwam van een rondje hardlopen. Hij nam een grote slok water en ging aan tafel zitten. Het feit dat hij zweette en stonk, boeide hem niet.
'Sander, m'n vriendje' zei Sophia met een grote glimlach. Ze leunde tegen de jongen met blond stekeltjeshaar. De kerel grijnsde, een wit gebit ontblotend. 'Jij moet Matt zijn, niet?'
'Je vriendje?' vroeg Matt, Sander negerend. Hij keek zijn zus met grote geschokte ogen aan. Hij kon niet geloven dat Sophia zo'n gozer mee naar huis nam. Die Sander had hier niks te zoeken.
Sophia keek geïrriteerd terug. 'Ja, is dat verboden ofzo?'
Nou... van hem had het niet gehoeven. 'Nee,' zei Matt. Hij wilde nog wat zeggen, maar hij wist niet wat. Iets in hem zei dat Sander geen goede gozer was voor Sophia. Iets aan hem klopte niet.
'Zullen we ergens heen gaan waar we meer...' Sander leek even te zoeken naar woorden. 'Privacy hebben?'
Boos keek Matt naar de jongen met stekeltjeshaar. 'Dat dacht ik niet,' zei hij. 'Wat ben je van plan met haar?' De woorden kwamen er scherp uit, wat precies de bedoeling was. Sander hoorde hier niet en dat mocht hij best weten. Hij moest met zijn klauwen van zijn zus afblijven.
De blonde kerel schoot overeind. 'Ze is mijn vriendin. We bepalen zelf toch wel wat we doen? Wat is jouw probleem, gozer?'
'En ze is mijn tweelingzus,' siste Matt. 'Als je haar ook maar een heel klein beetje aanraakt...' Matt klemde zijn kaken op elkaar. 'Dan ben je nog lang niet jarig.'
'Ik zorg echt wel goed voor haar gast!' Sanders blik was een mengeling van woede en ontzetting.
'Jongens, hou eens op,' Sophia zuchtte en liep naar hen toe. 'Matt, ik vind het heel lief dat je me wilt beschermen, maar in mijn liefdesleven hoef je je niet te mengen.'
'Sophia...' zei Matt langzaam. 'Doe nou niet zo onverstandig!'
Zijn zus keek hem woest aan. 'Het is niet onverstandig om een vriendje te hebben. Sander is een goed persoon. Ik ken hem! Waarom geef je hem geen eens een kans?'
Sander keek wat ongemakkelijk van de een naar de ander. Hij leek niet echt te weten wat hij met de situatie moest.
'Omdat ik niet wil dat je gekwetst wordt of dat hij je pijn doet op welke manier dan ook, daar ben je veel te goed voor!' Waarom begreep ze nou niet dat hij haar probeerde te beschermen? Ze kon zo gemakkelijk bedwelmd raken door iets of iemand, dat ze soms vergat om verder te kijken. Soms zag ze alleen de details en niet het hele plaatje. In dit geval zag Matt wel het hele plaatje. Sander mocht dan wel knap zijn, om hem heen hing een duistere sfeer.
'Niet iedereen op deze wereld is er op uit om me pijn te doen. Waarom zie je dat niet een keertje in?' Sophia keek naar haar vriendje. 'Kom we gaan.' Toen beende het getinte meisje de woonkamer uit. Sander dribbelde er als een trouwe hond achteraan.
'Sophia...' zei Matt nog, maar Sophia was al vertrokken. De deur werd met een klap dichtgesmeten. Door het keukenraam was te zien hoe Sander haar optilde en op zijn scooter zette. Matt had geen idee hoelang deze relatie al gaande was, maar als het aan hem lag, eindigde het zo snel mogelijk. Als hij Sophia niet kon overhalen met woorden, dan moest hij haar maar overhalen met daden.
Hij ging naar boven en stapte onder de douche. Terwijl de stralen over zijn lichaam heen spoelden, bedacht hij een plan om te zorgen dat Sophia weer veilig zou zijn. Het was misschien niet het meest vriendelijke, maar wel nodig. Sander zou het vanzelf begrijpen. Niemand kwam zomaar aan zijn zus.
Toen hij eenmaal schoon en afgedroogd was, ging hij naar zijn kamer en opende hij zijn laptop. Hij startte Facebook op en keek naar het scherm. Hij moest dit slim aanpakken. Hacken was niet zijn sterkste kant, verhalen verzinnen wel. Hij zocht op Sophia's account foto's van Sander op en maakte een nepaccount aan met een foto die hij van het internet afgeplukt had. Hij plaatste een berichtje waarin hij mededeelde dat Sander aan drugs deed. ook op Instagram maakte hij een nieuw account aan en deed hetzelfde. Hij tagde wat vrienden van Sophia, zodat het nieuws snel zou verspreiden. Een paar uur later deelde hij een nieuw bericht, deze keer over Sander en zijn rijgedrag. Af en toe postte hij persoonlijke berichten om het account iets realistischer te laten lijken. Het was griezelig hoe makkelijk mensen het geloofden. De reacties stroomden binnen over Sander en de leugens die Matt had bedacht.
Het duurde drie lange dagen voordat er iets veranderde. Hij had alles nauwlettend in de gaten gehouden. Even was hij bang dat er niks zou gebeuren, dat zijn leugens voor niks waren geweest. Niets was minder waar. Er was wel degelijk wat veranderd was. Hij kwam thuis van een rondje sporten en trof Sophia huilend op de bank aan. Haar haren hingen voor haar ogen en ze zag er slordig uit.
Geschrokken ging hij naast haar zitten en sloeg zijn arm om haar heen. 'Wat is er, zussie?' vroeg hij terwijl hij haar tegen hem aan drukte. Hij kon het wel raden, maar hij wilde het van haar horen.
'Ik heb het uitgemaakt met Sander. Ik dacht dat ik me beter zou voelen. Niet dus. Het voelt nu al slecht,' snikte ze.
Met alle kracht probeerde hij zijn glimlach te verbergen. Het plan had gewerkt! Ze was van Sander af en dat betekende dat ze veilig was. De pijn die ze nu voelde, zou tijdelijk zijn. Morgen was ze hem alweer vergeten. 'Dat spijt me,' zei hij. 'Ik weet hoeveel je om hem gaf.' Hij kreeg de woorden nauwelijks over zijn lippen.
'Ik heb het voor jou gedaan. Jij zou het niet goed vinden als ik een relatie had met iemand die onvoorzichtig rijdt en aan de drugs zit.' Ze beet op haar lip. 'Ik weet zeker dat hij wilde veranderen.'
Matts ogen werden groot. Tuurlijk wist hij allang van de leugens af, maar Sophia wist niet dat hij het wist. 'Hij... doet aan drugs?' zei Matt zacht. 'Soof, zo iemand moet je echt niet hebben. Je verdient beter. Echt, morgen voel je je beter.' Hij wreef over haar rug.
'Hij was erg goed. Hij hielp me met mijn huiswerk, zit bij de debatclub en hij wilde echt alles voor me doen.' Tranen stroomden als een rivier over haar wangen.
Matt had er geen woorden voor. 'Schijn bedriegt,' zei hij toen, in de hoop dat ze er niet dieper in zou duiken. 'Echt, morgen voel je je weer beter,' zei hij nog eens.
'Ik hoop het.' Ze leek er zelf niet echt in te geloven.
Toen Matt een week later om half een een keer uit zijn bed rolde, was het huis leeg. Zijn ouders waren waarschijnlijk een wandeling aan het maken, maar waar Sophia was, wist hij niet. 'Soof?' riep Matt door het huis. 'Soof!' Er kwam geen reactie. Matt rende haar kamer in, maar die was leeg. Haar bed leek beslapen. Waarschijnlijk was ze met hun ouders meegegaan, wandelen. Ze kon wel een helder hoofd gebruiken.
Matt maakte wat huiswerk, klikte doelloos op zijn mobiel, terwijl hij wachtte tot zijn ouders terugkeerde van de wandeling. Het duurde hem erg lang. Iets zat hem niet lekker. Ze was meestal niet zo'n wandel type en de afgelopen week leek ze erg afwezig. Ze was traag met antwoorden, ze staarde veel voor haar uit en zelfs Natasha, een vriendin van haar, belde een keer om te vragen of alles oké was.
Het geluid van gemorrel aan de deur, deed hem opschrikken uit zijn gedachtenstroom. Matt ging naar de voordeur en zag dat zijn ouders teruggekomen waren. 'Hoe was de wandeling?' vroeg Matt, terwijl hij naar buiten keek om te zien of Sophia er al was.
'Goed hoor,' zei zijn vader. 'We hebben een ree gezien,' vulde zijn moeder haar echtgenoot aan.
'Oh leuk. Hebben jullie Sophia in het bos achterlaten ofzo?' vroeg Matt, toen zijn moeder de deur dicht gedaan had en Sophia niet binnen was gekomen.
Zijn moeder lachte. 'Nee, die konden we niet eens het bos in slepen. Ze is geloof ik bij een vriend.'
'Vriend?' vroeg Matt. 'Ze heeft anders niks tegen me gezegd. Heeft ze een naam genoemd?' Een benauwd gevoel overviel hem. Dit was vreemd, ze ging nooit zomaar weg zonder iets aan hem te melden.
Zijn moeder schudde glimlachend haar hoofd. 'Maak je niet te veel zorgen om haar. Ze redt zich heus wel. Kleine meisjes worden groot.'
Matt rolde met zijn ogen. 'Duh, ik ben niet dom. Ik vroeg of ze had gezegd bij wie ze was?' Matt keek zijn ouders aan. "Morgen voel je je beter" was een leugen.
'Nee, ik wilde het haar ook niet vragen. Ze had gewoon even afleiding nodig.' Zijn moeder keek hem onderzoekend aan.
Matt snoof. Fijn, daar had hij dus mooi niks aan. Hij overwoog om Sophia te appen, maar besloot dat het beter was om haar met rust te laten. Als ze niet voor vanavond terug zou komen, zou hij haar persoonlijk gaan vinden.
Ze kwam niet voor de avond terug. Een dag ging voorbij en ze was er niet. Ze reageerde nergens op, ze was niet te bereiken en niemand wist waar ze was. Matt had Natasha gebeld en andere vrienden van haar, niemand wist waar ze was en niemand kon haar vinden. Zelfs zijn moeder begon een beetje ongerust te worden.
Hij was al aan het overwegen om de politie te bellen toen zijn mobiel trilde en er een berichtje binnen kwam.
Matt,
Laat me met rust. Ik kom naar huis wanneer ik dit met Sander uit heb gepraat en geen seconde eerder. Je hebt alles wat we hadden kapot gemaakt. Jij leugenaar. Ik ben klaar met dat eeuwige beschermgedrag van je. Dat je mijn tweelingbroer bent, betekent niet dat ik mijn eigen leven niet mag leiden.
Ik wil mijn eigen fouten maken en als Sander er een is, dan is het de beste fout die me ooit overkomen is. Door jou ben ik dat misschien voorgoed kwijt. Besef je dat wel?
-Soof
Een schok ging door hem heen. Zijn hart leek een slag over te slaan en de kamer voelde ineens een stuk kouder aan. Kippenvel kroop over zijn armen. Nee, galmde het door zijn hoofd. Dit was niet de bedoeling geweest. Hij wilde haar terug appen, maar hij durfde het niet. Ze wist het. Wat heeft hij gedaan? Hij probeerde haar te beschermen tegen pijn en kwetsing, niet beseffend wat voor schade hij haar nu had aangedaan. Ze had gelijk. Het besef voelde als een klap in zijn gezicht. Hij had alles kapotgemaakt. Hij had hier recht niet toe.
Zijn mobiel glipte uit zijn handen. Een barst ontstond en zijn scherm, maar het boeide hem niet meer. Hij greep een tas en gooide daar snel wat kleding in. Hij rende het huis uit en pakte een fiets. Hij kon hier niet langer meer blijven. Alles wat hij had, wat Sophia had, was kapot gemaakt en het was niet Sander die dat had gedaan. Dit kwam allemaal door hem. Wat was hij een lul. Hoe moest hij zichzelf nog in de spiegel aankijken?
Hij belandde bij een maat van hem: Rogier. De kale jongen stond al de deuropening van zijn kleine flat, toen Matt aan kwam lopen.
'Gozer,' zei hij tegen Rogier. 'Kan ik hier crashen, i-ik heb een fout gemaakt.' Zijn hoofd liet hij hangen, zijn handen trilden en zijn hart klopte te luid in zijn borst.
Rogier keek hem medelevend aan. 'Tuurlijk gast! Jij altijd.' Hij trok de met stickers beplakte deur van het studentenflatje open en liet Matt binnen. De gang was bezaaid met lege bierflesjes en het stonk er sterk naar wiet. Het maakte Matt niets uit, het was een plek waar hij kon slapen. Hij had een dak boven zijn hoofd, eten en water, meer had hij niet nodig.
'Bedankt man,' zei Matt met een glimlachje op zijn gezicht. Hij zette zijn tas op de bank en plofte neer. Hij was gesloopt, gebroken. Hij had alles verpest.
Hij sloot zijn ogen heel even, maar de slaap nam hem direct mee. Hij droomde over Sophia, Sander en hem, in een alternatief universum waarin hij nooit leugens had verspreid. Waarin alles nog goed was.
Met een duw werd hij uit zijn droom gerukt. De kale jongen stond over hem gebogen, met een bezorgde blik in zijn ogen. 'Rogier?' vroeg Matt geschrokken. 'Wat is er?'
'Je zus heeft een ongeluk gehad.'
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top