HOOFDSTUK 8

Met een plof valt Jesper op de grond. Een stofwolk waait omhoog. De jongen kijkt even schichtig om zich heen en werpt naar Keran die in de raamopening staat. Vervolgens begint Jesper te rennen. Zo snel als hij kan sprint hij over het zanderige terrein, waardoor er een stofwolkje achter hem opwaait. Niet ver van hem is een vervallen gebouwtje, waar hij zijn ogen op gevestigd heeft. Hij sprint er heen en laat zich achter de afgebrokkelde muur zakken. Vervolgens steekt zijn duim op naar de groep. Zijn glimlach lijkt veel te groot te zijn voor de zware taak die hij op zich heeft genomen.

Met ingehouden adem kijkt Keran naar de kleine drumjongen, die als een soort actiefiguurtje naar een volgend gebouw rent. Hij heeft nog een lange weg te gaan voordat hij de bewoonde wereld bereikt. Vanaf het raam kan hij in de verte de contouren van flats zien. Als hij voorzichtig is, anders komt hij er nooit.

Niemand zegt wat, in de ruimte. In stilte moedigen ze Jesper aan. Kyra, een meisje met wie Jesper in een band zat, staat ook bij het raam. 'Ik hoop dat hij het serieus neemt.'

'Ik denk dat het lastig is dit niet serieus te nemen,' fluistert Keran, die gespannen naar de drumjongen kijkt.

Het aziatische meisje knikt, maar haar tot een streep vertrokken mond laat zien dat ze twijfelt. 'Hij is een goede jongen, maar hij kan soms teveel denken in games.'

Net op dat moment, alsof het een game is, klinkt een oorverdovende knal. Met een ruk draait Keran zich om naar het raam. Een tweede schot. Hij ziet hoe Jesper als een lappenpop in elkaar zakt. Stof waait op van de grond en dan is alles akelig stil. Er is geen getik van vingers dat de stilte doorbreekt nu de longen bewegingloos tussen de vervallen gebouwen ligt. Een donkerrode poel vormt zich om zijn lichaam. De drummer is gestorven.

Er komen in het zwart geklede mannen tevoorschijn. Ze lopen met stevige pas naar hem toe en grijpen hem bij zijn aremen. Zonder enige vorm van tact slepen ze hem door het zand tot ze uit het zicht zijn.

'Nee!' gilt Kyra, die haar handen voor haar mond slaat. Tranen wellen op in haar ogen. Bewegingloos staart ze wat zich beneden afspeelt.

Floris loopt naar haar toe en vouwt zijn armen beschermend om haar heen. 'Het spijt me,' fluistert hij.

Keran kijkt met grote ogen naar het bloedspoor en struikelt een stapje achteruit. De kleur trekt langzaam uit zijn gezicht.

Brent schuifelt naar Damian toe. 'Gelukkig was hij het maar, die konden we wel missen.' Ook al heeft hij zijn hand voor zijn mond, een gniffel is niet te missen.

Michelle draait zich met een ruk om. Haar donkere ogen staan kil. 'Ik hoor dat we een vrijwilliger hebben om zelf ook een poging te wagen?' Ze kijkt hem woedend aan. 'Jou kunnen we ook wel missen.'

Kyra werkt zich los uit Floris' armen en stapt woest op hem af. 'Wat ben jij een lul, zeg!' schreeuwt ze met een overslaande stem. Zonder te stoppen, stapt ze door en geeft Brent een harde duw naar achteren.

Brent valt als een zoutzak op de grond. 'Sorry schat, zo bedoelde ik het niet,' stamelt hij zacht.

Kyra blijft vlak voor hem staan en kijkt op hem neer, 'Als je me ooit nog een keer "schat" noemt, gooi ik je uit het raam,' gromt ze. 'Er zijn vast anderen wel die me willen helpen.' Heel even gaat haar blik naar Stella, Mandy en Michelle, die bij elkaar staan.

'Well, I think throwing one of your classmates out the window was enough,' echoot een mannenstem door de ruimte. The Joker loopt vergezeld door zes mannen naar binnen. Twee van hem slepen de dode Jesper mee naar binnen.

Meteen wordt het doodstil in de ruimte. Ze draaien zich geschrokken om. Bang om wat te zeggen. Ze zien de twee gaten in Jespers borst.

'You monster!' Tranen lopen over Kyra's wangen als ze de man aankijkt. Als ze niet tegengehouden werd door Michelle en Floris, was ze op hem afgerend. Haar emoties zijn sterker dan haar angst.

The Joker glimlach bij het zien van Kyra's woeste gezicht. 'Awh, you poor little thing. Don't be worried. You won't have to miss him. He will be giving you some company while you all can think about your sins.' Hij knikt naar de mannen die Jesper in het midden van de ruimte laten vallen. Dan draaien ze zich bijna mechanisch om en benen de zaal uit. The Joker volgt hen zonder om te kijken. Het lijkt wel alsof de dood hen niks doet. Het lichaam van de drummer blijft midden in de zaal achter.

De stilte die volgt is pijnlijk. Kyra zakt door haar knieën en pakt Jespers bewegingloze hand vast. Ze probeert wat te zeggen, maar de woorden komen niet over haar lippen. 'Als ik een gitaar had, dan had ik een nummer gespeeld,' fluistert ze snikkend. 'Of als ik kon zingen dan...' Haar woorden verlaten haar mond haperend. 'We weten allebei dat zelfs kraaien nog beter zingen dan ik.' Ze lacht triest om haar eigen grap.

Reyna voelt een steek in haar hart. Hoe vaak had Kyra haar wel niet geprobeerd te overtuigen dat ze ook bij de band moest, als leadsinger. Ze had het nooit gedurft, ook al vond ze zingen leuk om te doen. Nu is het te laat. De band bestaat niet meer, niet zonder de drummer. Ze weet dat ze iets moet doen en iets kan doen. Ze haalt diep adem, schuifelt naar Kyra toe en legt haar hand op haar schouder.

Kyra kijkt even op, maar zegt niks.

Reyna schraapt al haar moed bij elkaar, ze doet dit voor Jesper. Dan zingt dan zachtjes het nummer waar Kyra haar al weken mee zat te plagen. "Summer days will come and you will flourish. Don't you ever give up that quick, that is my one and only dying wish.'

Het is stil als ze zingt. Haar stemgeluid is niet hard, maar hard genoeg voor iedereen om haar te horen.

Als ze stil is, komt Dyanne naar voren en legt een jas over hem heen.

Sophia staat op van de muur en legt ook haar jas over hem heen, wetend dat zij daar had kunnen liggen. Matt volgt haar voorbeeld en ook Nolan plaatst zijn groene jas over het lichaam; Jesper de enige begrafenis gevend die ze kunnen.
De stilte is om te snijden als iedereen naar het tafereel kijkt. Er is weer iemand gestorven, ditmaal in een poging om iedereen te redden. Hij was machteloos tegen de kogels geweest. Misschien kan niemand hen van dit lot bevrijden en bestaan echte helden alleen in fictieverhalen.

Reyna komt overeind en zet een stapje achteruit, terug naar Lowa. Die zegt geen woord en staart enkel voor zich uit.

Floris gaat bij Kyra zitten. Hij legt zijn hand op haar schouder en fluistert een paar lieve woorden om Kyra te steunen. Dyane en Noran lopen naar Reyna toe. 'Het was echt prachtig,' zegt Dyane met een zwakke glimlach.

Noran knikt. 'Het was zo zoet als kamperfoelie.'

Reyna lacht. 'Dank je.' Ze voelt zich er niet veel beter bij, maar ze is wel blij dat het wordt gewaardeerd. Ze deed het voor Jesper en Kyra.

Lowa kijk wat ongemakkelijk naar Dyane en Noran. 'Ik ga nog wat proberen te slapen,' fluistert ze dan naar haar vriendin. Niet om dat daadwerkelijk te doen, want dat kan niemand na wat er zojuist gebeurd is. Lowa wil onder het gesprek uit te komen, weet Reyna. Zolang ze met Noran is, vindt ze dat niet erg. Reyna knikt. 'Doe voorzichtig,' zegt ze zacht met een glimlach, denkend aan dat ze dat altijd tegen haar vriendin zegt, ook al doet ze niks gevaarlijks. Met Lowa weet je het immers nooit.

'Altijd,' zegt Lowa terug, al weten ze beiden dat het een leugen is. Het bruinharige meisje loopt naar een hoek van de ruimte en trekt haar grijze capuchon over haar hoofd. Het drietal alleen latend.

Reyna volgt Lowa met haar ogen, tot ze ziet dat ze ergens veilig op de grond zit. Dan wendt ze haar blik naar de jongen die voor haar staat en ziet dat hij bijna net zo bleek is als Dyane. 'Noran, gaat-ie wel?' vraagt ze bezorgd. Ze negeert de hoofdpijn die ze al sinds gisteravond heeft, hopend dat hij wel zal verdwijnen.

Noran kijkt op. Hoewel hij geen woord zegt, is de pijn in zijn ogen te lezen.

'Gisteravond... Ik weet niet precies wat er is gebeurd, maar de beelden.. de knallen. Het moet erg zwaar zijn geweest.' Ze wil hem zo graag steunen, maar ze kan geen manier bedenken waarop ze dat kan. Woorden zullen weinig uithalen en toch moet ze het proberen.

Noran schudt zijn hoofd zacht en perst er een glimlach uit. 'Ik ben als een paardenbloem. Ik kom altijd wel weer terug, maak je geen zorgen over mij. Ik denk dat we ons meer zorgen moeten maken over Dyane hier. Ze ziet zo wit als een sneeuwklokje.'

Dyane lacht zacht. 'Dat is niks nieuws, hoor. Dat krijg je ervan als je geboren bent met albinisme. Ik ben allang blij dat ik niet word opgejaagd, zoals in Afrika.'

Reyna knikt en probeert te glimlachen. Er zit meer achter dan Dyane zegt. Het albino meisje houdt zich sterk, dat ziet ze wel, maar achter haar masker ziet Reyna haar vermoeidheid. Haar glimlach is schijn. Toch wil ze niet erop doorhameren. De situatie heeft iedereen gebroken. Iedereen is vermoeid.

Aan de andere kant van de ruimte loopt Sophia op haar broer af. 'Matt, we moeten praten.'

Matt zit op de grond en kijkt zijn zus aan. Het zwarte steentje dat hij in zijn hand houdt, gooit hij zonder te kijken naar een in het zandlaagje getekende cirkel. Het steentje mist het doel en rolt dan naar de muur. Met een kreun komt hij overeind en veegt zijn broek schoon. 'What's up?' vraagt hij, terwijl hij zijn zus achterna loopt.

'Waarom wilde je zo graag dat ik niet uit dat raam ging? Waar komt dat opeens vandaan.' Ze kijkt hem wat geïrriteerd aan. Alsof het haar niks uitmaakt dat ze anders als Jesper zou zijn geëindigd.

Matt rolt geërgerd met zijn ogen. 'Duh, je bent m'n zus! Ik wil je niet kwijt. ik vermoedde gewoon dat dit verkeerd zou aflopen en dat verdien je niet.'

'Ik was een half jaar geleden ook je zus. Toen ik dat auto ongeluk had was jij nergens te bekennen. Waarom nu wel opeens? Die kogels waren voor mij. Niet voor hem.' Haar trillende stem slaat over.

Matt kijkt schuldbewust naar de grond bij het horen van de harde woorden. 'I-ik...' Hij bijt op zijn lip, balt zijn hand tot een vuist en klemt dan zijn kaken op elkaar. 'Op dat moment lukte het niet. Er waren zoveel dingen die niet lekker liepen. Ik wilde wel en ik heb elk moment aan je gedacht. Het spijt me, oke? Ik ben een oetlul, scheld me uit, maar laat me het weer goedmaken.'

Sophia is even stil. 'Ik denk niet dat ik boos ben... Oké, ik weet niet of ik boos ben.' Ze schudt haar hoofd triest heen en weer. 'Ik wil je gewoon begrijpen. Ik wil je helpen.'

Matt zucht en kijkt op. Bijna lijkt het alsof hij in zijn eigen ogen kijkt. 'Ik zat gewoon in de knoop, oké? Ik heb het nu weer op een rijtje.' Hij glimlacht, maar zijn ogen lachen niet.

Sophia knikt niet gelovend. 'Ik hoop dat je ooit eerlijk tegen mij kunt zijn. Want wat je ook hebt gedaan, je blijft wel mijn broer.'

Matt kijkt haar aan. Heel even breekt het masker op zijn gezicht, om hem snel weer op te zetten. 'Laten we hier gewoon samen uitkomen, dan vertel ik je alles wat je moet weten. Dan beginnen we gewoon opnieuw, oke?'

Sophia's bruine ogen boren zich in de zijne. 'Oké, maar dan moet je me wel beloven te overleven.'

Matt knikt resoluut. 'Ik ga er alles aan doen om te overleven en die gozer te vermorzelen.' Hij beukt met zijn rechtervuist in zijn linkerhand. 'Alles om mijn zussie te beschermen.' Het zal hem niet weer overkomen dat hij er niet is als zijn zus hem nodig heeft.

Zijn zus glimlacht een beetje. 'Zorg er wel voor dat ik jou niet hoef te beschermen, suffert.' Ze slaat een hand op zijn schouder.

Matts ogen worden groot. 'Wie noem je hier een suffert? Als ik er niet was geweest, was jij uit het raam gesprongen,' zegt hij wijzend naar het gapende gat in de muur.

Sophia bijt op haar lip, maar lacht dan zacht. 'We zijn tweeling, dus misschien delen we de stomheid wel.'

'Goed, zijn we beiden suf.' Hij kijkt Sophia indringend en plechtig aan.

Het meisje kijkt terug. Dan slaat ze haar armen om hem heen en drukt haar hoofd tegen zijn schouder.

Matt houdt haar stevig vast om haar niet meer los te laten. 'Ik heb je gemist, zussie,' fluistert hij.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top