HOOFDSTUK 6
Een luide knal galmt door het gebouw. Sommigen studenten schrikken zichtbaar, terwijl het anderen nauwelijks meer iets lijkt te doen. Dringt het nog wel tot hen door? Het is vreemd hoe snel pistoolschoten wennen.
Lowa zit op een stoel en houdt de deur scherp in de gaten. Elk schot is een leven minder, maar ze staat zichzelf niet toe om er om te rouwen. Het enige wat ze doet is ze zacht tellen. Wachtend tot de volgende het leven laat. 'Dat was vijf.'
Reyna zucht en sluit haar ogen. Ze balt haar hand tot een vuist en probeert rustig te blijven, wat haar niet goed af lijkt te gaan. Een rilling glijdt over haar rug. Ze heeft haar knieën opgetrokken en zit verdoofd op de stoel te luisteren. Haar gedachten verlammen haar, breken haar langzaam op.
Als een lange stilte volgt loopt Lowa langzaam naar haar vriendin toe 'Gaat het?' Het is een overbodige vraag. Reyna ziet er vreselijk uit. Alle kleur is uit haar gezicht weggetrokken en haar een krullende haren zitten nu slordig. Er is geen reden waarom het wel goed met haar zou moeten zijn. Het lijkt wel alsof ze in een horrorspel zijn gestapt.
Reyna kijkt haar aan en schudt haar hoofd. 'Ik ben helemaal gesloopt,' zegt ze zacht.
'Probeer maar te doen alsof het vuurwerk is. Dan is het een stuk beter,' fluistert Lowa en ze legt een hand op de schouder van haar vriendin. Ze wenst dat ze wat meer kan doen. De machteloosheid zorgt voor een zwaar gevoel in haar hart.
Reyna probeert te glimlachen. 'Ik houd ook niet van vuurwerk,' zegt ze zacht. Ze legt haar wang op haar knie en sluit haar ogen heel even.
Lowa knikt zacht en blijft verder stil. Ze weet dat ze het verpest heeft en er is niks wat ze kan doen om het goed te maken. Elk schot is er een te veel. Misschien had ze alles kunnen voorkomen. Ze had in elk geval kunnen voorkomen dat Reyna dit moet meemaken. Ze had moeten luisteren. Nu is er niks meer om het goed te maken. Ze kan alleen de schade proberen te beperken, maar hoe? Ze kijkt de ruimte rond en zucht. Als er een manier was om iets te doen hadden anderen het vast al geprobeerd.
De deur gaat open en vijf mensen komen binnen. Reyna kijkt op, zoekend naar bekende gezichten in haar groep. Ze ziet wel de jongen die eerder die nacht vriendelijk naar haar was geweest: Noran. Ook al kent ze hem nog niet zo goed, ze is blij dat hij nog leeft. Met een hangend hoofd loopt hij de ruimte weer op en wordt opgevangen door Stella, die zacht tegen hem praat.
Lowa tikt Reyna aan. 'Een kogel was niet dodelijk of mis,' fluistert ze.
Reyna kijkt de groep rond. Wat het ook was, ze is blij dat er niet vijf dood zijn. 'Ze zien er niet gewond uit. Lichamelijk dan,' zegt ze zacht. Beelden flitsen door haar hoofd van wat er daar gebeurd kan zijn. Een brok ontstaat in haar keel en tranen wellen op in haar ogen. Dit wil ze niet zien. Ze probeert het weg te drukken, de beelden te overschrijven, maar het geluid van de knallen blijven in haar hoofd spoken, met beelden die daar bij passen.
'Ergens zijn lichamelijke wonden minder erg dan geestelijke. Je gaat er aan dood of niet. Als je hoofd beschadigd is, is dat veel ingewikkelder.' Lowa zucht en kijkt door haar stoffige brilglazen naar het gehavende systeemplafond. 'We moeten hier weg voordat er meer slachtoffers vallen.'
Reyna knikt. Ze wil niets liever dan hier ontsnappen. 'Heb je een plan?'
Een gefrustreerde kreet doorbreekt hun gesprek. 'Houd je bek! Er zijn mensen hier die willen slapen!' Het is niet duidelijk of hij het tegen hen heeft of tegen het groepje overlevers dat zacht huilend zich aan elkaar vast klampt. Proberend om de gruwelijke avond die ze hebben meegemaakt te verwerken.
Lowa is kort stil. 'Kom,' fluistert ze dan en ze loopt bij de anderen vandaan.
Reyna staat zwijgend op en volgt haar, terwijl ze kijkt naar de anderen die met haar vastzitten in de ruimte. Ze voelt zich helemaal niet veilig in de groep. Zeker niet met typen zoals Brent en Luna. Voor hoe lang ze hier ook gaat zitten, het zal zwaar worden. Slapen zal ze waarschijnlijk niet kunnen, iets wat anderen wel redelijk af lijkt te gaan. Ze benijdt ze en haat ze ervoor tegelijkertijd.
Na het geschreeuw van Brent zijn de meeste gesprekken stilgevallen en doen meerderen een poging om toch rust te pakken. Gelukkig is Lowa nog bij haar en wakker.
Lowa leunt tegen de beschadigde muur. Haar pupillen worden groter in de schaduw. 'Weet je wat ik zei toen we hier net waren?' Het begin van de avond voelt nu zo ver weg, maar in werkelijkheid is het amper drie uur geleden. 'Ik loog over het feit dat de enige die echt met the Joker had gesproken dood was. Ik leef nog.'
Reyna kijkt haar vriendin met grote ogen aan. De woorden dringen langzaam tot haar door. 'Wat... wat heeft hij gezegd?' vraagt ze dan. Ze kan het niet helpen om te denken dat Lowa niet lang meer heeft.
'Niet heel veel, het enige wat hij losliet, is dat hij dit vaker heeft gedaan,' fluistert ze, waarna ze de ruimte rond kijkt alsof ze bang is dat iemand haar hoort. Hij leek me te mogen... Als ik de eerste keer met hem praten heb overleefd, lukt het me vast ook een tweede keer. Misschien kan ik ons hier wegkrijgen.'
Reyna slikt. 'Dat klinkt als een slecht plan. Hij is onvoorspelbaar, wat hem heel gevaarlijk maakt. De ene keer lijkt hij aardig te doen en als hij je hem op zijn zenuwen werkt, schiet hij je zonder met zijn ogen te knipperen neer.' Lowa moet haar geloven. Alles in haar schreeuwt dat the Joker foute bedoelingen heeft en niet te vertrouwen is. Dit kan alleen maar fout aflopen.
Lowa schudt haar hoofd. 'Niemand is onvoorspelbaar. Je moet ze alleen leren kennen.' Ze kijkt haar vriendin terug aan. Haar blauwe ogen staan strak alsof ze haar plan al heeft getrokken, koppig als ze is.
Reyna kijkt Lowa aan, al kan ze haar nauwelijks zien in de duisternis. Hoe moet ze tot Lowa doordringen? Ze kan haar niet verliezen. 'Misschien kunnen we beter een manier vinden om geluidloos te ontsnappen.'
Even is Lowa stil, ze heeft geen idee hoe ze dat voor elkaar moeten krijgen. De ruimte ziet er behoorlijk waterdicht uit en als the Joker dit vaker heeft gedaan, heeft hij vast ervaring. Ze schudt haar hoofd nogmaals zacht. 'Misschien moeten we morgen weer verder kijken. We zijn moe en kunnen beiden niet meer helder denken.' Ze twijfelt of ze ooit wel weer helder kunnen denken, als dit zo doorgaat. Maar voor nu moet ze het erbij laten. De vorige keer dat ze niet naar Reyna luisterde, ging het ook verkeerd. En dat is amper een paar uur geleden.
Hoe graag ze het ook zou willen, Reyna kent haarzelf: slapen gaat haar niet lukken. Ze kan zich nauwelijks voorstellen hoe het moet zijn voor Noran en de anderen die teruggekomen zijn, dan heeft zij het nog redelijk makkelijk. En toch is slapen geen optie. Ze vertrouwt niemand en de angst dat iemand haar pijn zal doen, is te groot. Toch laat ze zich tegen de muur op de vuile grond zakken en veegt wat gruis weg. Ze legt haar vest in haar nek en sluit haar ogen. Zolang Lowa naast haar blijft zitten, is het tenminste nog vertrouwd.
Lowa staart voor zich uit. Haar hand ligt op haar borst, geklemd om het vlinderkettingkje om haar nek. Ze sluit haar ogen in de valse hoop dat morgen beter is. De waarheid drukt op haar. Er zijn al vijf mensen gestorven. Wie zegt dat zij niet de volgende is? En Reyna is ook niet veilig. Een drukkend gevoel verspreidt zich over haar borst. Misschien is er wel geen morgen meer.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top