HOOFDSTUK 3
'Reyna!' De schreeuw verlaat Lowa's mond waarna ze haastig op haar vriendin afrent. Ze leeft nog. Haar stem wordt zachter. 'Sorry, het spijt me zo erg.'
'Lowa!' Ze omhelst haar vriendin en zucht opgelucht. 'Ik zei toch dat we beter niet naar buiten konden,' zegt ze zacht. Ze laat Lowa los en kijkt haar aan. 'Nu kunnen we er toch weinig aan doen. Ik ben blij dat je nog leeft,' zegt ze met een glimlach.
'Ik weet het, je had gelijk.' Lowa zet een klein stapje achteruit. 'Ik ben blij dat jij er ook nog bent. Hoorde je die knallen?' Ze houdt haar mond over het lichaam. Wat niet weet, wat niet deert.
Reyna knikt en kijkt over haar schouder naar de deur. 'Ik heb geen goed gevoel bij die man,' zegt ze zacht. 'Hij mag dan wel veel glimlachen, hij is geen goede man. Ik vertrouw het niet.'
'Er is niks goeds aan deze hele situatie. We moeten hier wegkomen,' fluistert Lowa. Ze ziet het dode meisje weer voor zich. Haar wijd opengesperde ogen die nooit meer zullen zien. Ze hoopt vurig dat Reyna het niet gezien heeft. Het is niet een last die haar vriendin zou moeten dragen.
Het meisje met het zilverwitte haar dat ook bij hen in het busje had gezeten, loopt naar hen toe. 'Waar praten jullie over?' vraagt ze met een indringende blik naar Lowa. Dan kijkt ze naar Reyna, die haar aankijkt. Het meisje ziet er sterk uit, met haar lichte huid, maar donker aangezette ogen. 'Lowa en ik hadden het over die man,' zegt Reyna dan. 'Ik heb hier geen goed gevoel bij en die band zit strak!' Ze grijpt naar de groene band die strak om haar pols geklemd zit. Als ze naar de arm van het meisje kijkt, ziet ze dat die band geel is.
Het meisje knikt en kijkt van de een naar de ander. 'Weten jullie al iets meer over hem?'
Lowa blijft stil en werpt een blik op haar vriendin.
'Ik weet alleen wat hij me verteld heeft toen ik hier naar binnen gesleept werd,' zegt Reyna, als ze ziet dat Lowa niks gaat zeggen. Ze kent haar vriendin; socializen is niet haar sterkste kant. 'Hij noemt zichzelf the Joker.' Een rilling glijdt over haar rug als de naam haar lippen verlaat. 'Verder heeft hij niet veel gezegd.'
Het meisje knikt bedachtzaam. 'Zover was ik ook al. Ik vroeg me af of iemand toevallig een paar woorden met hem heeft gewisseld. Dan weten we met wie we te maken heeft.'
Dan opent Lowa haar mond en reageert met een monotone stem. 'De enige die echt een gesprek met hem heeft gehad is dood.'
Reyna ogen worden groot bij het horen van Lowa's woorden. Ze kijkt haar vriendin aan. Ze wil wat zeggen, maar ze weet niet wat. Niks lijkt echt gepast te zijn.
Noël, die een eindje van hen vandaan stond, kijkt op en loopt hun kant op als hij door heeft waar het gesprek over gaat. 'Wat? Was dat die knal?' vraagt hij, terwijl zijn blik langs de drie meiden gaat.
Lowa geeft hem een zacht klikje en richt haar blik op zijn schoenen, oogcontact vermijdend. 'Ze sleepten het lichaam door de gang weg.'
'Oh geweldig!' zegt een stem plotseling. 'Zit ik hier met groep kibbelende kleuters opgesloten en is er al eentje dood. Geweldig... echt... helemaal zoals ik mijn avond had willen spenderen.' De jongen die in de hoek van de ruimte tegen de muur aanleunt, kijkt hen uitdagend aan. Met langzame passen komt hij hun kant op en voegt zich bij het groepje.
Het meisje met zilvergrijs haar steekt haar hand uit. 'Hallo kleuter, mijn naam is Michelle,' zegt ze ferm.
Matt snuift boos en houdt zijn armen over elkaar gevouwen. Hij is niet van plan haar hand te schudden. 'Bekijk het maar,' zegt hij, terwijl hij weer terugloopt naar de muur waar hij had gestaan.
Michelle kijkt hem na en haalt haar schouders op. Dan kijkt ze de groep rond.'Wie zijn jullie?'
Reyna kijkt Michelle aan. 'Ik ben Reyna en dit is Lowa,' zegt ze met een klein handgebaar naar Lowa. Die knikt licht.
'Noël en die jongen was Matt,' zegt Noël zacht.
Bij het met spaanplaat bedekte raam zit een meisje, die zich tot dat punt toe stil had gehouden en geluisterd naar het gesprek. 'Ik ben Bibi,' zegt ze met een zweverige toon. Als ze zwaait rinkelen de bedeltjes aan haar armbandje. Zij was een van de onbekende meisjes in het busje waar zij in zaten.
Michelle geeft het meisje een knikje. 'We moeten een manier verzinnen om hier weg te komen. Ik heb geen zin om af te wachten tot er iets gebeurt,' komt ze dan ter zake. 'Weet iemand waar we zijn of hoe we hier weg kunnen komen?'
Reyna schudt haar hoofd. 'Ik kon nauwelijks iets zien toen we hierheen werden gesleept. Het enige wat me opgevallen is, is dat het een verlaten terrein is.' Ze laat haar hoofd hangen en zucht licht. Lowa wil haar mond openen om iets te zeggen, maar voordat er woorden uitkomen, gaat de deur open.
Een jongen met plantgroene ogen wordt naar binnen geduwd. Hij struikelt naar binnen. Zijn hand grijpt een kapotte stoel vast en vangt zichzelf op, voordat hij op de smerige vloer belandt. Wat onhandig komt hij overeind en kijkt het kleine groepje aan.
'Welkom,' verzucht Michelle en ze pakt een van de weinige stoelen die nog intact is en gaat er op zitten. 'Wat is je naam?'
De jongen kijkt de groep rond en glimlacht verlegen. 'Hai...' zegt hij langzaam. 'Noem me maar Noran en wat doe ik hier?'
'Hetzelfde als wij allemaal.' Lowa kijkt ongemakkelijk om zich heen. 'Zorgen dat we hier levend weg komen.'
Noran knikt licht. Zijn ogen dwalen naar de banden om ieders arm. 'Wat doen we met deze banden?' Hij steekt zijn hand een stukje in de lucht, waardoor een gele band zichtbaar wordt.
Michelle kijkt van zijn band naar de hare. Dan glijden haar ogen verder de groep rond. 'Misschien zijn het groepen of iets in die richting. Want anders zouden we wel allemaal dezelfde kleur hebben.
'Of het werkt als een stoplicht... Groen is dood... Geel misschien en rood niet,' zegt Noël.
Reyna kijkt de jongen aan, terwijl ze voelt hoe haar hartslag omhoog gaat. Alleen zij en Lowa zijn groen. Het zal toch niet dat hij gelijk heeft? Ze bijt op haar lip en probeert niet al te veel te laten zien dat ze best wel in paniek is.
Lowa legt arm op die van haar vriendin en schudt haar hoofd een keer heen en weer. Ze lijkt kalm.
'Een stoplicht, man, dat klinkt geloofwaardig. Weet je echt niks beters te verzinnen?' klinkt de stem van Matt vanuit de andere kant van de ruimte. Hij zucht luid.
'Ik hoor anders nog niks van jou komen "man",' zegt Noël licht geïrriteerd. Dan kijkt hij het groepje weer aan en zegt niet al te hard: 'Let vooral niet op hem, hij heeft een rotavond.'
Michelle knikt. 'Inmiddels hebben we allemaal een rotavond.'
Weer gaat de deur met kabaal open en Elina wordt naar binnen geduwd. Haar ogen zijn rood van het huilen en haar haar zit in de war. 'Damian? Damian!' schreeuwt ze, zodra ze de ruimte in geduwd is. Ze rent terug naar de deur en bonst hard op het metaal. 'Doe die deur open, smeerlap! Damian?'
Bibi loopt naar haar toe en legt een arm op haar schouders. Haar bedeltjes armband rinkelt bij elke stap die ze zet. 'Hij komt vanzelf. Rustig maar.'
Reyna tikt Lowa aan. 'Kijk naar haar armband,' fluister ze. 'Hij is niet rood, maar paars.' Ze glimlacht licht opgelucht.
Lowa's ogen schieten naar Elina's armband. Dan buigt ze zich naar Reyna en fluistert in haar oor: 'Het leek me al een onwaarschijnlijke theorie.'
Elina kijkt de groep kort aan. 'We moeten hieruit breken! Ik kan hem toch niet achterlaten?' gilt ze in paniek. Ze loopt de kleine ruimte door op zoek naar iets dat kan leiden tot een uitweg.
'Zodra iedereen er is gaan we een manier verzinnen om hier weg te komen,' zegt Michelle vastbesloten.
Reyna zucht en schuifelt de ruimte wat verder in. Ze is er vrij zeker van dat ze hier niet zomaar wegkomen. Het lijkt een georganiseerde actie te zijn geweest, ze kan zich beter proberen rustig te houden en haar energie te sparen. Hier en daar staan nog wat stoelen, al zijn de meesten gebroken. Ze pakt een van de opgestapelde stoelen, veegt het zitje schoon en test of hij niet in elkaar gaat zakken als ze gaat zitten. Dan ploft ze voorzichtig neer. Ze was al leeggezogen door dat feestje, dit maakt het niet beter.
Lowa volgt haar voorbeeld en gaat naast haar zitten. Dan wachten ze terwijl de ruimte langzaam volloopt. Hier en daar praten mensen met elkaar, huilen anderen en weer anderen schelden alles bij elkaar. Iedereen heeft een eigen manier van omgaan met alles wat er is gebeurd.
Het blijft redelijk rustig tot de stem van een jongen met bruine krullen en grijze ogen plotseling alles overstemd. 'Waar is Sylvia?!' gilt hij.
Meteen vallen alle gesprekken stil. Reyna kijkt naar Lowa met ingehouden adem. Die bijt zacht op haar lip, zoekend naar woorden. Na lang aarzelend weet Lowa wat uit te brengen. 'Ik denk dat ze overleden is.'
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top